Ankerplaats ID: | A10018 |
---|
De ankerplaats ‘Molenheide’ is gelegen op grondgebied van de gemeente Poppel (Ravels) in de Antwerpse Noorderkempen. De begrenzing wordt gevormd door de rijksgrens met Nederland in het noorden, de vallei van de Aa in het oosten, de bewoning van Poppel in het zuiden en Maarle in het westen. Op de historische kaarten van Ferraris (1777) en Vandermaelen (1854) herkennen we het gebied van de ankerplaats als heide met duinen. Rond de wisseling van de 19de naar de 20ste eeuw werd waarschijnlijk gestart met de aanplanting van naaldhout. Op de kaarten van het MGI uit 1909 is in het zuiden en oosten van de ankerplaats reeds een grote ontginningsstructuur aanwezig. Deze structuur is tot op vandaag zeer duidelijk herkenbaar en relatief gaaf gebleven. Het centrale gedeelte van ‘Molenheide’ is pas later aangeplant, doch ook hier is de blokvormige structuur ook nu nog duidelijk herkenbaar. De achthoekige ‘Rovertkapel’, gelegen aan de verbindingsweg tussen de gemeenten Hilvarenbeek (N) en Poppel, werd daar in 1735 gebouwd toen op die plaats de hosties werden teruggevonden van een roofpartij in de kerk van Poppel. De wetenschappelijke waarde van Molenheide wordt in de eerste plaats bepaald door de geomorfologie en hydrologie. Daar het gebied verheven ligt boven de omgeving -met de valleien van de Aa, de Maarleloop en de Goorleloop- vormt het een vanggebied voor regenwater. Ook het duinencomplex in de noordoostelijke hoek vormt zo’n vanggebied en zorgt tevens voor variatie in het reliëf. Gelet op de oppervlakte en de ongewone rust in het gebied, bezit het aanzienlijke mogelijkheden voor natuur. Molenheide betreft een gaaf bos met een mooi bewaarde ontginningsstructuur in dambordpatroon met vierkante kavels, die, parallel met de landschappelijke hoofdstructuur van het landschap, noordoost-zuidwest georiënteerd zijn. Door de dominerende aanwezigheid van opgaande groenelementen vertoont dit gebied voornamelijk een gesloten indruk, doch zorgen enkele landbouwkavels, heiderelicten en vennen voor afwisseling. Aansluitend aan op de Nederlandse ‘Reeënbosschen’, ‘Overheide’ en ‘Het Moerke’ en grenzend aan de vallei van de Aa is het deel van een groter complex aaneengesloten groen. De uitgestrektheid en de rust dragen bij tot de hoge belevingswaarde van dit Kempens landschap. Om de hier besproken waarden van ‘Molenheide’ in de toekomst te verzekeren, dient het oprukken van grootschalige landbouw in en rond het gebied te worden afgeremd.
De wetenschappelijke waarde van Molenheide wordt in de eerste plaats bepaald door de geomorfologie en hydrologie. Daar het gebied verheven ligt boven de omgeving -met de valleien van de Aa, de Maarleloop en de Goorleloop- vormt het een vanggebied voor regenwater. Ook het duinencomplex in de noordoostelijke hoek vormt zo’n vanggebied en zorgt tevens voor variatie in het reliëf. Gelet op de oppervlakte en de ongewone rust in het gebied, bezit het aanzienlijke mogelijkheden voor natuur.
Rond de wisseling van de 19de naar de 20ste eeuw werd het gebied van de ankerplaats -oorspronkelijk heide- aangeplant met naaldhout. Op de kaarten van het MG is in het zuiden en oosten van de ankerplaats reeds een grote ontginningsstructuur aanwezig. Deze structuur is tot op vandaag zeer duidelijk herkenbaar en relatief gaaf gebleven. Het centrale gedeelte van ‘Molenheide’ is pas later aangeplant, doch ook hier is de blokvormige structuur ook nu nog duidelijk herkenbaar. De ‘Rovertkapel’, gelegen in de noordoostelijke hoek van de ankerplaats, gaat terug tot 1735.
Molenheide betreft een gaaf bos met een mooi bewaarde ontginningsstructuur, dat door de dominerende aanwezigheid van opgaand groen voornamelijk een gesloten indruk geeft. Doch zorgen enkele landbouwkavels, heiderelicten en vennen voor afwisseling. Dit, aangevuld met de ongekende rust die men er ervaart, resulteert in een aanzienlijke belevingswaarde van dit landschap.
‘Molenheide’ betreft een sterk gesloten landschap met een opvallende en gaaf bewaarde ontginningsstructuur in dambordpatroon met vierkante kavels. De kavels hebben een noordoost-zuidwest oriëntatie, parallel met de landschappelijke hoofdstructuur van het landschap. In de noordoostelijke hoek herkennen we een aantal structuurbepalende duinen. Aansluitend aan op de Nederlandse ‘Reeënbosschen’, ‘Overheide’ en ‘Het Moerke’ en grenzend aan de vallei van de Aa is het deel van een groter complex aaneengesloten groen.
Rovertkapel
heiderelicten
Knelpunten zijn de aanwezige landbouwinfrastructuur in de noordoostelijke hoek en de oprukkende grootschalige landbouw langs de oostelijke zijde.