Grote Netevallei te Balen met De Most

Ankerplaats ID:A17001

Omschrijving

Het landschap ‘Netevallei Balen en de Most’ is gelegen in de gemeente Balen in de Antwerpse Zuiderkempen en behoort tot het bekken van de Grote Nete. De begrenzing van deze ankerplaats wordt gevormd door de bebouwing van Balen, Gerheide en Wezel in het noorden, het Kanaal van Beverlo in het oosten, de bewoning van Olmen, Germeer en Schoorheide in het zuiden en het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen in het westen. Het betreft een kleinschalig landbouwlandschap, gelegen in een uitgestrekte alluviale vlakte die wordt gevormd door de Grote Nete en verschillende van haar zijlopen met de Hanse Selsloop, de Heiloop, de Asbeek en de Visbeek. Bij Ferraris (1977) herkennen we de ankerplaats als een uitgestrekt beemdengebied langsheen de Grote Nete, met langs de randen enkele akkers en heide. De reeds aanwezige Hoolstmolen staat op de kaart aangegeven als ‘Moulin de Baelen’, Een kleine eeuw later zien we bij Vandermaelen (1854) een eerste aanzet tot ontginning van de heide; in het oosten is het kanaal van Beverlo aangegeven en centraal de steenweg op Leopoldsburg. Op de kaarten van het MGI uit het begin van de 20ste eeuw (1909) herkennen we min of meer het landschap van vandaag, dat dus al bijna 100 jaar relatief gaaf bewaard is gebleven. De smalle percelering, de houtkanten, grachten en greppels, alsook het wegenpatroon zijn allen sporen van de eeuwenoude antropogene invloed in dit gebied en vertegenwoordigen daarmee een belangrijke historische waarde. De hoofdgrachten duiden op een organisatorisch afwateringsstelsel. De zogenaamde ‘Eendenkom’ gaat terug tot de aanleg van vijvers in 1867. In 1938 werden deze vijvers uitgegraven tot eendekweekvijvers; vandaag zijn ze deel van een natuurgebied. Aan de Grote Nete in Balen liggen nog verschillende watermolens, waarvan er twee binnen de ankerplaats vallen. De ‘Topmolen’ ligt nabij ‘de Vennen’ op de Maalbeek op Zweilingsloop. Deze kleine molen met één molensteen dateert uit 1850, de periode van de grootscheepse ontginningen van de Schoorheide, waarbij de graanteelt steeds belangrijker werd. De ‘Hoolstmolen’ gaat terug tot de 13de eeuw. De huidige opbouw van deze graan- en oliemolen dateert uit de 18de eeuw; het betreft daarmee één van de nog weinige volledig behouden watermolens met olieslagwerk. Volgens de overlevering zou tijdens de vroege middeleeuwen in het nu verdwenen Frankische ‘Hof van Scheps’ de heilige Odrada geboren zijn. Op enkele honderden meters van dit hof bevindt zich het Odradaputteke, een bron waaraan een heilzame werking wordt toegeschreven. Hier werd in 1896 een bedevaartskapel ter ere van de Heilige Odrada opgericht wat deze plek een sociaal-culturele waarde geeft. De wetenschappelijke waarde van deze ankerplaats wordt in de eerste plaats bepaald door haar ligging in de uitgestrekte alluviale vlakte van de Grote Nete en een aantal van haar zijlopen. Dit maakt dat, naast de gevarieerde flora van de talrijke kleine landschapselementen en de weinig verstoorde en vaal voedselarme graslanden, vooral de vochtminnende planten zeer rijk aanwezig zijn. Dit kleinschalig landbouwlandschap is niet enkel waardevol voor de flora, maar eveneens voor de fauna. Het is een belangrijk broedgebied voor heel wat algemene en minder algemene vogelsoorten en ook libellen, dagvlinders, insecten en amfibieën vinden hier geschikt habitat. De structuurrijke Grote Nete en haar zijlopen, waarvan de waterkwaliteit goed tot zuiver is, vormt een belangrijk biotoop voor heel wat vissoorten. Verder herbergt het gebied ook een aanzienlijke reeënpopulatie. Deze ankerplaats betreft een gesloten valleigebied met centraal de opvallend meanderende loop van Grote Nete en van daaruit vertrekkend talrijke zijlopen; in het noordwesten is er een overgang naar duinen. De langgerekte perceelsstructuur met perceelsrandbegroeiingen en talrijke kleine waterplasjes resulteren in een zeer typische en herkenbare structuur met een hoge belevingswaarde. Talrijke visputten, weekendverblijven en atypische bebouwing vormen op verschillende plaatsen in dit gebied een knelpunt. Daarnaast zou de op til zijnde waterwinning zeer negatieve gevolgen kunnen hebben voor de waardevolle, vochtminnende flora. Teneinde het behoud van de waarden van dit gebied voor de toekomst zeker te stellen, is een doordacht beleid omtrent deze knelpunten ten zeerste gewenst.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De wetenschappelijke waarde van deze ankerplaats wordt in de eerste plaats bepaald door haar ligging in een uitgestrekte alluviale vlakte van de Grote Nete en een aantal van haar zijlopen. Dit maakt dat vooral de vochtminnende planten zeer rijk aanwezig zijn. De talrijke kleine landschapselementen, in afwisseling met weinig verstoorde en vaak voedselarme graslanden, dragen eveneens bij tot een gevarieerde flora. Dit kleinschalig landbouwlandschap is tevens een waardevol broedgebied voor heel wat algemene en minder algemene vogelsoorten en ook libellen, dagvlinders, insecten en amfibieën vinden hier geschikt habitat. De structuurrijke Grote Nete en haar zijlopen, waarvan de waterkwaliteit goed tot zuiver is, vormt een belangrijk biotoop voor heel wat vissoorten. Verder herbergt het gebied ook een aanzienlijke reeënpopulatie.

Historische waarde

Meer dan twee eeuwen lang heeft de mens dit kleinschalige landbouwgebied gevormd en onderhouden. Dit uit zich tot op vandaag onder vorm van de smalle percelering, de houtkanten, grachten en greppels, alsook het wegenpatroon. In het oostelijke gedeelte ligt het gebied ongeveer 1 tot 1,5 meter lager dan de bedding van de Grote Nete als gevolg van turfwinningen vanaf de 16de eeuw. De historische waarde van deze ankerplaats wordt tevens bepaald door het aanwezige bouwkundige erfgoed. De St.-Odrada kapel werd opgericht in 1896. Tevens komen er in het gebied twee waardevolle molens voor: de oorsprong van de Hoolstmolen gaat terug tot de 13de eeuw en de Topmolen heeft nog een molensteen die dateert uit 1850.

Esthetische waarde

Dit uitgestrekte landschap betreft een mooi restant van een kleinschalig landbouwgebied in het alluvium van de Grote Nete. De smalle perceelstructuur, de talrijke kleine landschapselementen en de waterlopen, die met het gebied verweven zijn, vormen een esthetisch zeer waardevol en voor de streek zeer typisch landschap.

Sociaal-culturele waarde

Volgens de overlevering zou tijdens de vroege middeleeuwen in het nu verdwenen Frankische ‘Hof van Scheps’ de heilige Odrada geboren zijn. Op enkele honderden meters van dit hof bevindt zich het Odradaputteke, een bron waaraan een heilzame werking wordt toegeschreven. Hier werd in 1896 een bedevaartskapel ter ere van de Heilige Odrada opgericht.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Deze ankerplaats betreft een gesloten valleigebied met centraal de opvallend meanderende loop van Grote Nete en van daaruit vertrekkend talrijke zijlopen. De langgerekte perceelsstructuur met perceelsrandbegroeiing en talrijke kleine waterplasjes resulteren in een zeer typische en herkenbare structuur, die vooral in het gedeelte ten zuiden en zuidwesten van kasteel De Most ontstaan geeft aan een coulisselandschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • beek
  • vallei
  • meander

Grote Nete, Visbeek, Hanske Selsloop, Heiloop

Moerassige gronden:
  • moeras
  • rietland
  • ven

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Molens:
  • watermolen

Topmolen, Hoolstmolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel

St.-Odrada kapel

Archeologische elementen:

Scheps’

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg

zandwegen

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver
Topografie:
  • repelvormig
  • historisch stabiel
Bos:
  • loof
  • broek
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Te vermelden knelpunten voor dit gebied zijn het voorkomen van talrijke visputten en weekendverblijven, alsook de verspreide atypische bebouwing. De op til zijnde waterwinning in het gebied kan zeer nadelige gevolgen hebben voor de vochtminnende flora.