Polders Dudzele

Ankerplaats ID:A30003

Omschrijving

Deze ankerplaats ligt volledig in de gemeente Brugge grofweg tussen de N374 Oostkerke-Koolkerke, de N376 Dudzele-Brugge en het Schipdonkkanaal. Ze ligt quasi volledig in Oudland, en toont nog het typisch grondgebruik gerelateerd aan de fysische structuur van kreekruggronden en komgronden. In het uiterste noordoosten van deze ankerplaats (aan het Schipdonkkanaal) ligt een stuk Middelland, de rest is Oudland. Ze grenst aan ankerplaats “polderlandschap van Damme”. Tijdens de Duinkerke-II-transgressies (3e-8e eeuw) was hier een slikke-schorre-systeem aanwezig. Bij de volgende transgressies werd het zuiden niet meer overstroomd en bleven de Duinkerke-II-afzettingen aan de oppervlakte liggen. Het noordoostelijk deel werd wel overstroomd en de Duinkerke-II-afzettingen werden deels weggespoeld en/of met een dunne kleilaag bedekt . De kreken in het Oudland slibten toe met aanvankelijk zand en bovenaan klei, maar door inklinking van het veen in de aansluitende komgronden, werden deze vroegere kreekgeulen in reliëf gezet en vormen nu ruggen tussen de omliggende komgronden. In het Middelland werd dit microreliëf afgedekt en groeide veen in de komgronden na de Duinkerke-IIIa-transgressie. Het Oudland werd vroeg ingepolderd en als landbouwland gebruikt. Op de drogere kreekruggronden (zowel in Oud- als Middelland) treft men nog (vooral) akkerland aan. Hierop komen ook de verspreide bebouwing en de wegen voor. Op de Ferrariskaarten staan bij de hoeves boomaanplantingen. Hier en daar vinden we nu nog enkele fruitbomen bij de hoeves. De komgronden zijn van oudsher grasland (historisch permanent grasland) en vertonen microreliëf. In het Oudland is dit microreliëf te wijten aan de overstromingsfase, in het Middelland aan de ontvening van de komgronden. Tussen de onregelmatige weilandpercelen zijn talrijke grachtjes gegraven waarin rietkragen staan. Deze weilanden hebben vaak een veedrinkput. Deze historisch permanente graslanden hebben een grote floristische en faunistische waarde. De huidige perceelsgrootte komt goed overeen met de toestand op de kabinetskaart van de Ferraris. Oorspronkelijk moet er langs de weilandpercelen meer perceelsrandbegroeiing geweest zijn, maar de afwezigheid ervan zorgt voor het open karakter van het gebied. In het zuiden van de ankerplaats is die nog plaatselijk aanwezig. De meeste gebouwen opgenomen in deze ankerplaats zijn van weinig belang behalve enkele gave hoeves en boerderijen. Aan de rand van de bebouwing van Dudzele ligt nog een mottesite (beschermd monument).

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het is een relict van een Oudlandpolder met duidelijke differentiatie van geul- en poelgronden met een zeer structuurrijk karakter. De poelgronden worden doorsneden met talrijke sloten. Belangrijke en zeer waardevolle zoutminnende vegetaties. Bodemgesteldheid bepaalt nog in grote mate bodemgebruik.

Historische waarde

Onregelmatige percelering met gemiddelde grootte volgens de kabinetskaart van de Ferraris, idem geldt voor het slotenpatroon. Mottesite ter hoogte van Dudzele gaat waarschijnlijk terug tot een terp uit de vroege middeleeuwen en gaf waarschijnlijk ontstaan aan het dorp. Resten aanwezig van middeleeuwse omwalde hoeves ei later verlaten werden.

Esthetische waarde

Open landschap met verspreide bebouwing en omliggende bomen als enige visuele blikvanger. Weinig of geen perceelsrandbegroeiing.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De fysische ondergrond structureert het landgebruik. De meerderheid van de landbouwpercelen ligt onder grasland dat ruimtelijk verdeeld wordt door een dicht slotenpatroon en door wegen.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf

typisch voor Oudlandpolders

Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • kreek

geleden, beken, kreekrestant

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur

vooral op hogere kreekruggronden

Militair erfgoed:
  • motte

ter hoogte van Dudzele dorp

Elementen van transport en infrastructuur

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • knotbomenrij

restanten van een veel dichter netwerk; ook veel rond hoeves en gebouwen

Kunstmatige waters:
  • poel

veedrinkput

Topografie:
  • onregelmatig

Opmerkingen en knelpunten

De recente uitbreidingen bij landbouwbedrijven zijn vaak storend voor het esthetisch en visueel aspect vn het landschap. De lintbebouwing vanuit Dudzele verhindert het zicht op de open ruimte van deze polders. Dudzele is evenwel langs een kreekrug ontstaan, dus oorspronkelijk lijnvormig. Schaalvergroting in de landbouw bedreigt het onregelmatig en kleinschalig perceleringspatroon van dit landschap. Bovendien zet men weiland om in akkerland waarbij het microreliëf teniet gedaan wordt, en de relatie tussen bodemgesteldheid en bodemgebruik verloren gaat. Waar akkerland grenst aan kreekoevers, worden de oevers en de typische vegetatie schade berokkend door de intensieve bewerking (o.a. door ploegen tot zeer dicht tegen de oevers ). Dit moet vermeden worden. Waar komgronden als akkerland gebruikt worden, is het microreliëf bijna volledig verdwenen.