R40033: Scheldepolders Beveren en de Scheldeschorren

Verstoring: Gebied rond het dorp van Doel is minder gaaf : kerncentrale Doel. Gebied van de Waaslandhaven : is landbouwgebied op Ferraris, nu vergraven terreinen, geen relicten meer aanwezig. Gedeelte van de relictzone valt in het ruilverkavelingsgebied.

Herkenbaarheid: 3

Samenhang: 3

Gaafheid: 3

Wetenschappelijke waarde:

Schorren van Doel : relict van een oorspronkelijk zeer uitgebreid en ingewikkeld stelsel van buitenschorren. Door de invloed van de getijdewerking wordt er slib afgezet. Slik en schor zijn gescheiden door een kleine steilrand. Begroeide brakwaterschorren en kleinere gedeelten enkel bestaand uit slik. Bestaat uit twee delen : hoger gelegen schorren en lager gelegen slikken. De schorren zijn doorsneden door een grote geul en verschillende kleinere geulen. Scheldepolders zijn het resultaat van verschillende overstromingen onder invloed van stormvloeden (o.a. Sint-Elisabethsvloed) en militaire inundaties tussen de 14de en de 16de eeuw. Gedeeltelijk veenlaag aanwezig met een dikte variërend tussen 0 en meer dan 2m. Brak water, getijdenestuarium is uniek.

Historische waarde:

Potentiële archeologische vindplaatsen aanwezig : bronstijd, ijzertijd, Romeinse periode. Omgeving Verrebroek, Sint-Michielsstraat : steentijd. Zeer recente landwinning met een bewogen geschiedenis waarvan beperkte relicten overblijven. De eerste inpoldering gebeurde in de 15de-16de eeuw (polder van Haendorp, Kieldrechtpolder, St.-Niklaaspolder en St.-Antoniuspolder Noord en Zuid tussen 1431 en 1478, St.-Annapolder in 1516 en de Doelpolder in 1567). Latere inpoldering en bedijking na de Farnèse-overstroming in 1614 (Doelpolder en St.-Annapolder), tussen 1619 en 1622 (de Rode Moerpolder, St.-Gillis-Broekpolder, Turfbakenpolder, Saligempolder, het Rietland of Extentiepolder, Koning Kieldrechtpolder, Vrasenepolder, Beverenpolder), tussen 1653 en 1846 (Kallopolder-St.-Niklaaspolder, Oud en Nieuw Arenbergpolder, Prosperpolder). Vanuit de dorpen bv Kieldrecht werden gebieden drooggelegd en polders gewonnen op zee. Omgeving van Geulkreek : vorm van de kreek herkenbaar volgens Ferraris met natte weilanden en kleine percelen bos. Perceelsranden wel verdwenen. Omgeving Fort Spinola : percelering herkenbaar en vrij gaaf tov Ferraris. Vorm en structuur van Kleine en Grote Weel herkenbaar en gaaf tov Ferraris. Oud Arenbergpolder : Strookvormige percelering cfr Ferraris, wegenpatroon en verspreiding van de bebouwing gaaf tov Ferraris. Ingepolderd in 17de eeuw. Nieuwe Arenbergpolder : resten van vroegere kreken te herkennen, op Ferraris groot schorregebied met kreken. Prosperpolder : ingepolderd in 18de eeuw, ontstaan Prosperpolderdorp rond 1907. Doelpolder : percelering volgens Ferraris, wegenpatroon herkenbaar, perceelsranden wel verdwenen. Geul : herkenbaar volgens Ferraris, omliggende percelen ook volgens Ferraris: strookvormig en geen perceelsranden. Rond “Konijnepijpen” : geul is gaaf tov Ferraris, dijken aanwezig in het gebied.

Esthetische waarde:

Vlak landbouwgebied met kleine, lage kerndorpen en sterk verspreide alleenstaande bebouwing. Wijdse panoramische zichten in vele richtingen, skyline door dijken met groenschermen en industriële constructies. Meerdere polders door dijken omsloten, open landschap zonder perceelsranden. Omgeving van Geulkreek : kreek met strook- tot repelvormige percelen. Omgeving Fort Spinola : percelering strookvormig, geen perceelsranden. Oud Arenbergpolder : open landschap met strookvormige percelering. Nieuwe Arenbergpolder : open landschap met grote blokvormige percelen, wegenpatroon : wegen staan loodrecht op elkaar, aanwezigheid van verschillende dijken. Prosperpolder : grote blokkige percelen, recht wegenpatroon, lineaire beplanting langs de wegen. Doelpolder : grote blokkige en strookvormige percelen. Scheldeschorren bepaald door open water, wijdse panoramische zichten in een beperkt aantal richtingen.

Beleidswenselijkheden:

Behoud van de nog resterende en meestal unieke relicten op cultuurhistorisch en natuurvlak. Deze zijn vaak gesitueerd langs de grenzen van de verschillende landschappelijke eenheden: slikke-schorre-dijk- polder; overgang naar Binnen-Vlaanderen (Verrebroekdonk). Bijzondere aandacht voor toposequenties en gradiënten gewenst - behoud van perceptieve contrasten in de overgang van de landschappen is aanbevolen.