Kasteeldomeinen van Aaishove, Lozer, Mullem en Wannegem

Ankerplaats ID:A40052

Landschap

Omschrijving

Deze ankerplaats is op grondgebied van de gemeente Kruishoutem gesitueert. Het gebied heeft een zeer lange occupatiegeschiedenis met sporen vanaf het Neolithicum en belangrijke Gallo-Romeinse vestigingen. Talrijke Germaanse toponiemen wijzen op vroegmiddeleeuwse nederzettingen die uitgroeiden tot vijf woonkernen met aansluitende bebouwing gegroeid omheen de parochiekerken en de heerlijke verblijven van de lokale heren. Daarnaast komt nog een verspreide landelijke bebouwing voor met verschillende historische hoeven en een recentere burgerlijke bebouwing. Opvallend in dit gebied is de aanwezigheid van uitzonderlijk goed bewaarde historische dorpskernen waarin de relatie kerk, kasteel, pastorie, gemeentehuis en dorpsherbergen en -huizen duidelijk aanwezig is. Deze historische relatie die op vele plaatsen in Vlaanderen in oorsprong aanwezig was ging bijna altijd verloren. De concentratie in Kruishoutem van deze perfect bewaarde kernen maakt deze streek zo bijzonder. De kernen waarover hier sprake zijn: Kruishoutem, Nokere, Lozer, Huise en Wannegem- Lede. Voor Nokere en Lozer is die band sterk gevisualiseerd door onder meer de kasteeldreef en de gekasseide straten, in Kruishoutem en Wannegem is de visuele band minder aanwezig door een meer verspreide inplanting van de verschillende gebouwen. Kruishoutem is een uitgestrekte landbouwgemeente met een typisch open cultuurlandschap met wijdse kouters in het zuidoosten en een eerder gesloten landschap in het noordwesten. De huidige dorpskern ontwikkelde zich ten zuiden van het oude, tot de Frankische periode opklimmende Ayshovehof met kenmerkende dries en kouter, dat uitgroeide tot een heerlijke burcht en latere kasteel van Kruishoutem. De kerk en pastorie werden onder impuls van de pastoor en de lokale kasteelheren in de 19de eeuw vernieuwd en aangepast. De bebouwing rond de Markt en de Kerkstraat werd in de recente periode grotendeels verbouwd waardoor de visuele band tussen de historische componenten van het dorp minder duidelijk waarneembaar is. Het 17de-eeuwse waterkasteel Aaishove, met aanhorigheden, is in een 13 ha uitgestrekt park met vijvers gelegen en door een lindendreef verbonden met de ten zuidwesten ervan gelegen dorpkern. In de middeleeuwen was het domein het foncier van de heerlijkheid Ayshove die voor het eerst vermeld werd in 1227 doch haar nederzettingsnaam (= hof van Aio) is van Frankisch oorsprong. Vermoedelijk in de Karolingische periode groeide de nederzetting uit tot een belangrijke uitbating die versterkt werd. Begin 13de eeuw werd de heerlijkheid verworven door Daniël II van Machelen. De “steercke tot Cruyshoutem” of “castrum” wordt nog vermeld eind 16de-begin 17de eeuw en diende onder meer tot toevluchtsoord voor de bevolking tijdens de godsdienstoorlogen. De heerlijkheid Machelen Ayshove, een leen van de graven van Vlaanderen, was afhankelijk van het leenhof van de “Stenen man” te Oudenaarde. De oude burcht wordt gesloopt en op dezelfde grondvesten circa 1630 het huidige kasteel optrekken. In 1645 werd de heerlijkheid tot baronie in 1670 tot graafschap verheven. In de loop van de tweede helft van de 18de eeuw werd het kasteel verbouwd. Het park werd heraangelegd in Engelse landschapsstijl in de 19e eeuw. Begin 20ste eeuw werd het kasteel opnieuw gerestaureerd. Ook het houten lusthuisje werd toen gebouwd. De oorspronkelijke zelfstandige gemeenten Wannegem en Lede wer-den in 1810 verenigd tot Wannegem-Lede met behoud van de twee parochies. De gemeente is gelegen in een heuvelachtig landschap met uitgesproken agrarisch karakter met vruchtbare kouters en weilanden in de beekdepressie van de Kasteel- en Ledebeek. Historisch maakte het gebied deel uit van de heerlijkheid “Ten Heuverhuus” reeds vermeld in de 13de eeuw in het bezit van “domina Aleidis van den Heuverhuus”.In 1783 werd er een nieuw kasteel opgetrokken in een uniek landschappelijk park in harmonie met het omringende glooiend landschap.De familie de Ghellinck, eigenaars van het kasteeldomein sinds 1860, bezat en verwierf talrijke hoeven en huizen in het dorp. Het algemeen belang van de dorpskom van Wannegem wordt als volgt gemotiveerd: binnen Kruishoutem bezitten de componenten van het dorpscentrum van Wannegem, namelijk de kerk met kerkhof, de pastorie en het kasteeldomein met neerhof met tot op heden behouden tastbaar erfgoed van een uitzonderlijke kwaliteit een sterke historische en sociaal-culturele band. De band tussen de verschillende componenten wordt geconcretiseerd door de kerk, pastorie, het oude kasteeltje van Wannegem en de kleinschalige dorpshuizen en de kasseiwegen van de Huisepontweg, Wannegemdorp en Wannegem-Ledestraat enerzijds en de zichten of vista’s, essentieel onderdeel van de parkaanleg van Wannegem, naar de molen en de vijver en achterliggende landerijen met als eindpunt twee populieren anderzijds. Wannegemdorp is de dorpsstraat van het vroegere Wannegem gelegen op een heuvelkam tussen twee beekvalleien, met op de noordelijke helling ingeplante parochiekerk met omringend ommuurd kerkhof en toegangshek beschaduwd door een plataan. Ertegenover staat een linde, aangeplant als vrijheidsboom. De beschermde kasseiweg is afgeboord met enkele oudere herbergen en een rij lage dorpshuizen met voortuinen afgesloten door lugusterhagen die begin 19de eeuw gebouwd werden door de kasteelheer, ridder de Ghellinck. Als parochie was Wannegem reeds gekend voor 1200. Van de oude kerk, ge-sloopt in 1783, is behalve de vermelding van kerkrekeningen teruggaand tot 1560, weinig gekend. De huidige kerk werd gebouwd tussen 1784 en 1789. Er waren herstelling van de toren in 1879 die tot dan gewit was en her-stelling na oorlogsschade van W.O. I. Het kasteel van Wannegem-Lede dateerd van eind de 18de eeuw. Het kasteeldomein met “maison de plaisance” in Lodewijk XVI-stijl en Engelse parkaanleg is ingeplant op de zuidhelling van de heuvelrug, halfweg tussen de dorpskom van Lede (in het oosten) en Wanne-gem (in het westen). De noordelijke begrenzing wordt gevormd door de Huisepontweg; het zuidelijk deel van het domein met hoeve “‘t Neerhof” en grote vijver strekt zich uit tot over de Wannegem-Ledestraat. Het domein is gelegen in de oude heerlijkheid Ten Heuverhuus waarvan de oudste gegevens teruggaan tot de 13de eeuw. De heerlijkheid werd in 1765 aangekocht door baron François Baut de Rasmon. De familie de Ghellinck was verantwoordelijk voor belangrijke wijzigingen in het kasteel in de 19e eeuw. Circa 1900 hadden nog verbouwingen plaats aan de aanhorigheden, onder meer aan de oranjerie, serre en hovenierswoning. Doorslaggevend voor het kasteel van Wannegem is de inplanting op de heuvelrug met een streng symmetrische opstelling van de gebouwen in het noorden van het kasteeldomein volgens een N.O.-Z.W.-as met buiten de as geplaatste toegang aan de Huisepontweg. De dienstgebouwen, de hovenierswoning in het oosten en het koetshuis in het westen werden haaks op het kasteel ingeplant. Respectievelijk sluiten de ommuurde zones met moestuin en oranjerie en boomgaard en volière hierbij aan. Ten zuiden van het kasteel op de heuvelflank werd het landschapspark aangelegd volgens een ganzenvoet met drie vista’s op het omliggende landschap: naar het oosten op de kerken van Lede en Oudenaarde, naar het westen op de molen en kerk van Wannegem en centraal op het grasveld met vijver en kouterlandschap. Opvallend hier is de grote band tussen kasteel en tuin. De bouw van het kasteel besteedde hij uit maar het landschapspark ontwierp hij vermoedelijk zelf. Een duidelijk bewijs vormt de ervaring van het park vanuit het kasteel. Vanuit elke ruimte heeft men steeds andere zichtpunten: vergezichten, fabriekjes, boommassieven, solitaire bomen, … De natuur vormt als het ware een theaterdecor bij het interieur. Omgekeerd gaat de stelling ook op. Het park biedt van op verschillende plaatsen steeds andere zichten op het kasteel. Het één kan niet zonder het andere. Deze voormalige pachthoeve van de heerlijkheid “Ten Heuverhuus” is thans gekend als “Het Neerhof”. Het is een nog grotendeels omgrachte site die teruggaat tot een 13de eeuwse landbouwuitbating in het bezit van dame Aleidis van den Heuverhuus. Het was een belangrijke heerlijkheid gehouden van het Hof van Windeke, deel uitmakend van het Land van Rode. De oudste bronnen over de gebouwen, een pachtcontract van 1425. Vanaf de 16de eeuw mocht de “mote” bebouwd worden. Resten van funderingen werden bij baggerwerken van de gracht teruggevonden. Sinds 1654 is de naam van het kasteeldomein van Lozer verbonden met de familie della Faille, die voor de uitbouw van het gehucht en de nieuwe parochie, met de oprichting van een kerk met kerkhof en pastorie in 1844, een jongensschool en talrijke hoeves en boerenarbeidershuizen zorgden. Het “Neerhof” behoort bij het kasteeldomein, ingeplant in noordoosthoek buiten de omgrachting. Oorspronkelijk dateert het van de 18e eeuw. De hoeve met losstaande bestanddelen, begin de 20e eeuw aan elkaar gebouwd tot huidige semi-gesloten complex. Het “Kasteel van Huise” wordt ook “Kasteel van Lozer” of “Kasteel della Faille” genoemd. Het huidig kasteel met bijgebouwen ligt in een uitgestrekt landschapspark met vijvers. De oorspronkelijke toegang met poort en brug over de omgrachting. Dit is een zeer oude nederzetting, zetel van de heerlijkheid Huise, Na herhaaldelijke verkopen kwam het domein in 1654 in bezit van J.-B. della Faille, grootbaljuw van Gent. Hij maakte van het omgrachte heerlijke verblijf zijn tweede residentie. In 1736 tot baronie verheven en achtervoegsel d’Huysse toegevoegd aan hun familienaam. De opeenvolgende generaties van deze familie speelden een belangrijke rol in de nationale en lokale politiek o.m. als burgemeester van Huise. Op de Ferrariskaart (1771-78) is nog een meerledig site met walgracht weergegeven met afzonderlijk omgracht opperhof en omgracht voorplein met dienstgebouwen met toegang in westen en vrij rechtlijnige vijvers. Een landboek uit begin de 19e eeuw opgemaakt toont reeds een aangepaste aanleg met “Engelsen hof” en moestuin. Sinds primitief kadasterplan (1824) kasteel met zelfde plattegrond als nu, dus vermoedelijk in de loop van het begin van de 19e eeuw verbouwd in empiregetinte stijl op behouden funderingen; grachten omgevormd tot vijvers met grilliger vormen. Huidige naar het zuiden uitgebreide parkaanleg. Het kasteel werd aangepast na 1914 tot zijn huidig neo-Lodewijk XVI voorkomen. Mullem is een valleidorp met de vroeg- middeleeuwse bewoningssite, overeenstemmend met de huidige dorpskern, aan de Molenbeek. Daarbij sluiten koutergronden aan, de z.g. Drieputkouter en de z.g. Vijverkouter, die overvloeien in het Heurnese kouter-complex. Ten zuiden van het dorp liggen iets meer drassige gronden. De naam Mullem gaat terug op het Germaanse “muldo” en “haima” (mulle aarde, woning), wat hetzij “woning in de weke gronden”, hetzij “gehucht met de molen” zou betekenen en misschien verwijst naar de voormalige feodale omwalde motte net buiten het oudere dorp; het “kasteeltje” of naar de vroegere watermolen. De parochie te Mullem zou in de Karolingische periode kunnen ontstaan zijn. De situatie van het dorp, oude wegen en enkele archeologische vondsten die teruggaan tot de middensteentijd laten evenwel een veel oudere bewoning veronderstellen. Het oorspronkelijke dorp bevond zich op de zuidwest-helling van de vallei, tegen de kam van de Ast aan. Plaatsgebrek kan verklaren waarom de St.-Hilariuskerk van Mullem zich in een vallei bevindt. Nog in 19e eeuw stonden er ten noorden en ten oosten van het kasteel meer huizen dan in het dorp zelf. Mullem, één der 33 dorpen van de kasselrij Oudenaarde, was geen leengoed maar een allodium, een vrij eigengoed. Dat betekent dat de heren hun goed van niemand in leen gekregen hadden, maar er steeds volledig bezitter van waren en er alle vormen van justitie en bestuur konden uitoefenen, een vrij zeldzaam kenmerk. Het naburige Huise was voor 877 afhankelijk van de parochie Mullem. Deze heerlijkheid is steeds in handen gebleven van de nakomelingen der eerste heren; de heren “van Mullem”, die de naam van dit land hebben gedragen. De heren van Mullem bezaten hoge, middelbare en lage justitie. De St.-Hilarius-kerk met kern uit de 12e eeuw is goed bewaard gebleven. De Slag van Oudenaarde werd ook te Mullem uitgevochten. Ter nagedachtenis werden een aantal kleine kapelletjes opgetrokken, waarvan nog één in Doorn en één langs de rijksweg Oudenaarde-Gent, z.g. “Doodeman kapel”. Naast landbouw kende in 17e -18e eeuw de lijnwaadindustrie een enorme bloei, mede dankzij de aanleg van de nieuwe weg Gent-Oudenaarde (1771), die de marktproduktie bevorderde. Sinds de omschakelingen en schaalvergroting in de landbouw vanaf eind 19e eeuw, is de bevolking gaan teruglopen en het aandeel in de pendelarbeid toegenomen. Aan de rijksweg 56 Oudenaarde-Gent (N60), nabij de grens met Huise is de z.g. “Bekemolen” gelegen, een stenen windmolen en watermolen met spaarvijver aan de Molenbeek. “Thomaesmolen” later z.g. “Bekemolen”, bakstenen korenwindmolen gelegen in het noordoosten van Mullem, aan de voormalige mooie spaarvijver gevoed door de Molenbeek met eeuwenoude watermolen en bijhorende molenaarswoning. Oorsprong van de olie- en graanwatermolen gaat terug tot in de 13e eeuw. Reeds in 1250 in het bezit van de heren van Mullem, toen de heerlijkheid z.g. “De Boeverije”. In 1954 werd hij gesloopt, slechts het waterrad en een deel van het sluiswerk bleef bewaard.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Dit complex van kouters en dorpjes is gelegen op de overgang van het zandig (Vlaamse Vallei) naar het lemig Leie-Scheldeinterfluvium, in een licht golvend landschap. De bossen van Lozer zijn nog in de zandstreek gelegen. Via het kasteeldomein van Lozer met bijhorend drevenpatroon zijn de twee landschappelijk verschillende gebieden met elkaar verbonden.

Historische waarde

De kasteeldomeinen van Aaishove, Wannegem en Lozer waren reeds aanwezig op de kaart van Ferraris (ca. 1775). Aaishove als een kasteel met grote dubbele omwalling en 2 vijvers, aangelegd park, toegangslaan naar het dorp, percelen ten zuiden van het kasteel zijn natte weilanden gelegen in een beekvallei, ten noorden klein perceel bos en akkerland met perceelsranden. Dezelfde situatie op de kaart van Vandermaelen (1851) en MGI 1/20,000 (1948). Op deze laatste kaart is de toegangslaan niet meer zo duidelijk herkenbaar. De vijver van het domein van Wannegem is op Ferraris te zien. Het nordelijke deel is niet aanwezig op Ferraris, maar wel een open landbouwlandschap. Op de kaart van Vandermaelen (1851) zien we de twee delen van de vijver, de lagngerekte vorm gelegen in de beekvallei. De kasteelsite zelf is omwald. Van Mullem is het oud klein kasteeltje met neerhof, kerkje en enkele huizen, vierschaar en schadpaal reeds in 1649 op kaart herkenbaar. Op de volgende kaarten blijft de dorpskern duidelijk herkenbaar. Ook het omliggende kouterlandschap was reeds op Ferraris duidelijk herkenbaar.

Esthetische waarde

In Mullem zijn de huizen in het kleur van de heren van de oude heerlijkheid geschilderd; het uitzicht van het dorpje is nog heel autentiek. In gans het gebied zijn verschillende panoramische zichten mogelijk,van en naar de open kouters. De verschillende kasteeldomeinen liggen in de buurt van de dorpjes, in een park met vijver.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Opvallend in dit gebied is de aanwezigheid van uitzonderlijk goed bewaarde historische dorpskernen waarin de relatie kerk, kasteel, pastorie, gemeentehuis en dorpsherbergen en -huizen duidelijk aanwezig is. Daarnaast komt nog een verspreide landelijke bebouwing voor met verschillende historische hoeven en een recentere burgerlijke bebouwing. De dorpjes zijn in een glooiend landschap gelegen waar de grote, open kouters opvallen. Op sommige kouters staat een molen (of molensite). Tussen de parallel gelegen kouters komen beekvalleitjes voor. In deze valleitjes zijn ook de waterkastelen gelegen, de relatie tussen de kasteeldomeinen en de gave dorpjes is duidelijk te zien.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
  • hof
Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • plein
  • gehucht
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • toren
  • orangerie
  • hovenierswoning
  • boswachterswoning
  • muur
  • omheining
  • kasteelgracht

moestuin, hondekennel (Lozer)

Bouwkundig erfgoed:
  • (heren)woning
  • huis
  • villa
  • herberg
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis
Molens:
  • watermolen
  • windmolen

Bekemolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • pastorie

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom

Sint- Hilariuslinde

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • poel
  • vijver
Topografie:
  • blokvormig
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • kouters
Bos:
  • naald
  • loof
  • hakhout
  • middelhout
  • hooghout
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Hier en daar komt wat residentiele bewoning voor die niet thuishoort in het landschap van de open kouters. Wat oudere bewoning is dat in de inventaris ‘Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen’ vermeld werd, is ondertussen verbouwd. De vista’s van het kasteel van Wannegem zijn momenteel afgeschermd door een haag op het kasteeldomein.