R30027: Poldergebieden Leffinge - Slijpe

Verstoring: Verstoord door de ruilverkaveling van Leffinge (akte 21/12/73) en Slijpe (akte 29/10/75) : door het uitvoeren van de ruilverkavelingen werden de percelen gedraineerd, grootschaliger en rechtlijniger gemaakt. Hierdoor ontstond in deze gebieden een nieuwe perceelsstructuur en werden aaneengesloten akkerlandcomplexen van enkele tientallen hectaren gecreëerd.

Herkenbaarheid: 2

Samenhang: 2

Gaafheid: 2

Wetenschappelijke waarde:

Uitgebrikte gronden met natte poldergraslanden met belangrijke botanische (zilverschoongrasland) en faunistische waarden.

Historische waarde:

Het bewoningspatroon tijdens de 18de eeuw in de polders is grotendeels bewaard gebleven. De kernen van de polderdorpen zijn gedurende de laatste twee eeuwen slechts in beperkte mate of nagenoeg niet uitgebreid. Vestigingen van nieuwe landbouwbedrijven na 1800 zijn bijna onbestaande. Ook het wegenpatroon uit de 18de eeuw (cf. toestand Ferraris) is grotendeels behouden. De meeste wegen bevinden zich op kreekruggen en kennen daardoor een kronkelend patroon. Enkele wegen zijn tijdens de ruilverkaveling rechtgetrokken. Het hydrografisch stelsel heeft in grote lijnen zijn oorspronkelijke meanderende structuur behouden buiten de ruilverkavelingsgebieden. Grote configuraties zijn nog herkenbaar en gaaf na de ruilverkaveling. Resten van oude lanen en grachten nog te herkennen op de orthofoto’s. Deze zijn opgenomen in de relictzone.

Esthetische waarde:

Open landschap met grote perceelsblokken, overwegend grasland.

Beleidswenselijkheden:

maximaal behoud van het open landelijk karakter door : - niet-grondgebonden landbouw te weren; - architectonisch (kleur, vorm, hoogte) inpassen van nieuwe constructies zodat ze de bestaande vertikale blikvangers (skyline dorpen) niet domineren; - bebouwing te beperken tot de renovatie van de bestaande bebouwing, enkel kleinschalige ambachtelijke industrie te stimuleren aansluitend bij de kernbewoning; - het weren van alle lintbebouwing; - het behoud van grote open ruimten met weinig lineair groen, ecologische corridors vooral te associëren met sloten, dijken en wegen; - het accentueren van de identiteit tussen de verschillende subeenheden.