Wulfsdonk, Turfmeersen, Etbos en Zuidlede

Ankerplaats ID:A40017

Omschrijving

Deze ankerplaats situeert zich ten zuiden van Moerbeke. De depressie van Moervaart kan geologisch gesitueerd worden in het centrale gedeelte van de Vlaamse Vallei, een glaciale erosievallei die zich tijdens het Oud- en Midden- Pleistoceen gevormd heeft. Tijdens het Laatglaciaal waaide het zand in een complexe dekzandrug structuur, die tussen Maldegem en Stekene dwars door de Vlaamse Vallei liep. Door deze dekzandrug werd de hydrografisch afvoer van het rivierstelsel naar het noorden afgedamd en ontstond aan de zuidzijde een moerassige zone, de ‘Grote Moervaartdepressie’. Tevens boog het hydrografische hoofdnet zich hierdoor af in oostelijke richting. De Zuidlede en de Moervaart maken deel uit van een groter complex ‘de Moervaart- of Durmedepressie’. De Moervaartvallei is een vlakke, tot 2.5 km brede depressie met een hoogteligging tussen 3 à 4m O.P. De noordkant van de Moervaartvallei loopt steil af met een plots hoogteverschil van 2m, terwijl de zuidrand heel geleidelijk oploopt, naar de volgende morfologische eenheid, nl. het “ruggencomplex van Zeveneken”. Voor zover bekend, is de Moervaartdepressie de grootste tardiglaciale plas in zijn soort geweest in de Nederlanden. In het diepste gedeelte, 1,60m tot 2m, langs de Grote Rug, begon de afzetting van veen en gyttja reeds in het vroegste Tardiglaciaal. In het overgrote deel van de Moervaartdepressie echter, bevindt de basis van de veen-gyttjalaag zich slechts op een diepte variërend tussen 1,20m en 70 cm. Overal vangt de afzetting aan met een veenlaag, wat doet veronderstellen dat, onder invloed van een stijgende waterspiegel, een steeds grotere oppervlakte van de depressie vervochtigde en in een moeras werd omgevormd. Voortgaande op het peil van de basis, heeft deze algemene moerasvorming plaats gehad tijdens het Laatglaciaal (tussen 13000 en 10000 BP). Tijdens het midden van deze periode, er moet een ondiep meer geweest zijn waarin over de gehele oppervlakte,een zuivere kalk- gyttjalaag tot ontwikkeling kwam. Hydrografisch behoort de Moervaardepressie tot het Moervaart- Durmebekken. Het hydrografische net ontwatert kunstmatig via de Moervaart en Zuidlede, deze waterlopen zijn oost-west gericht. Deze twee waterlopen behoren tot een groter hydrografisch net. Oorspronkelijk was wat nu de Poekebeek en Oude Kale noemt, de bovenloop van de Durme. Via de Zuidlede en de Moervaart waren ze met elkaar verbonden. Deze lange rivier werd door het graven van kanalen, in stukken verdeeld. De Zuidlede werd reeds in 694 vermeld. Deze zuidelijke aftakking van de Durme werd in 1379 gekalibreerd en in 1412 uitgediept. De Moervaart, de noordelijke aftakking van de Durme, werd in 1531 gekalibreerd. De Moervaart, Zuidlede en andere waterlopen waren onder meer van belang voor het vervoer van turf en brandhout en landbouwproducten naar Gent. De exploitatie van veen- of turfgronden was de voornaamste activiteit van Moerbeke in de Middeleeuwen. De Etboswegel is een kasseiweg die de Moervaartdepressie dwarst van noord naar zuid. Hij verbindt de Moervaart ter hoogte van het Wulfsdonkdomein met de Etboshoeve aan de Zuidlede. De Etboswegel gaat in oorsprong terug naar een dam en/of opgehoogde tragel om in het gebied van de moerassige Moervaartdepressie én de “curtis” en de omliggende landerijen te bereiken. Het voormalige “Kasteel Wulfsdonk” was na de Franse Revolutie achtereenvolgens het kasteel van ‘Van de Straeten- De Set’ en vervolgens van de weduwe Zaman die het kasteel in 1868 liet herbouwen. Nu is het het buitenverblijf van de graaf Lippens. Het ligt in een park met een vijver, de resten van de vroegere walgrachten en de bijhorende dreven waaronder de Etbosdreef. Oorspronkelijk was het een laat-middeleeuwse omgrachte kasteelsite, ontstaan uit een ontginningscentrum “de Curtis Wulfsdonk”. Deze was door de Sint- Baafsabdij opgericht die in 1243 van Johanna van Constaninopel het land “Onlede”, tussen Moervaart en Zuidlede, verwierf. In 1254 mocht er te Wulfsdonk een kapel opgericht worden. Van hoeve evolueerde het tot een proosdij. Het 13e eeuwse domein werd na de verwoesting tussen 1554-1555 herbouwd met wallen en dreven. Na de afschaffing van de Sint- Baafsabdij in 1559 werd het eigendom van de bisschoppen van Gent en werd het een leen van de Sint-Pietersabdij. In 1653 richtte bisschop Triest er een eendenkooi op, van de eendenkooi is niet veel meer te zien, enkel het toponiem staat op de topografische kaarten vermeld. Einde 18e eeuw werd het als zwart goed verkocht. Weduwe Zaman liet het bestaande kasteel tussen 1864 en 1868 slopen en er een nieuw kasteel op bouwen in neo-classicitische stijl. Het kasteel werd in 1962 afgebroken en vervangen door de huidige landhuizen. Er rest enkel het sierlijke toegangshek met aansluitend hekwerk tegenover de toegangsdreef die met linden afgeboord is. De herberg- boerderij “Etboshoeve” is bij de Etbosbrug over de Zuidlede gelegen. Op het voorerf staan drie lindebomen. De Etboshoeve, aan de rand van het Etbos gelegen, zou een ontmoetingsplaats voor stropers geweest zijn. Het Etbos ligt op de overgang van de Moervaardepressie naar het zandige gebied. Op Ferraris is het te zien als kleine percelen bos en kleine, natte weilanden. De huidige, strookvormige percelering is duidelijk herkenbaar, het vormt een gecompartimenteerd landschap.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Moervaartdepressie is ontstaan na het afsluiten van de Vlaamse Vallei met een dekzandrug. Er ontstonden grote meren, op de bodem werd moeraskalk (gyttja) gevormd. Wulfsdonk is gelegen op een zandige donk. In de Turfmeersen loopt een oude arm van de Zuidlede. Het Etbos is langs de rand van de Moervaartdepressie, op de overgang naar het zandig gebied.

Historische waarde

In de 13de eeuw waren de gronden van Wulfsdonk in beheer van de Sint-Baafsabdij van Gent. In de 16de eeuw werd Wulfsdonk bestuurd vanuit Moerbeke en later vanuit het bisdom. Het landgoed werd gebouwd in de 17de eeuw. Het Etbos is op de Ferrrariskaart (ca.1775) als kleine percelen bos en kleine natte weilanden te zien.

Esthetische waarde

Van Wulfsdonk zijn de resten van vroegere walgrachten, vijver en ommuring nog te zien in de huidige site. De Turfmeersen is een open landschap met duidelijk microreliëf. Het open landschap is onderbroken door bomenrijen. Het Etbos is een gecompartimenteerd landschap met een strookvormige percelering met kleine percelen bos en resten van perceelsranden.

Sociaal-culturele waarde

De Etboshoeve was een ontmoetingsplaats voor stropers.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Moervaartdepressie wordt door twee waterlopen begrensd; de Moervaart en Zuidlede. Het voormalige meersengebied werd in akkers en weiden omgezet. Bij de ontginning van de oorspronkelijke wastine zijn lange, recht dreven aangelegd. De ontginning gebeurde systematisch. Op de donk ligt de bewoning. Het Etbos ligt net buiten de Moervaartdepressie, de opgaande percelering is strookvormig.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud

Macroreliëf: donk

Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • vallei
  • meander

Moervaartdepressie, Zuidlede

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen

Geologie:

moeraskalk (gyttja), Vlaamse Vallei

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • landgoed

Kasteel Wulfsdonk, sinds 1962 vervangen door villa

Bouwkundig erfgoed:
  • villa
  • herberg

ijzeren toegangshek, wolfskop naast voordeur en gevelsteen van het vroeger kasteel Zamans

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve

Etboshoeve

Klein historisch erfgoed:
  • eendenkooi

restanten van een eendenkooi

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

kasseiweg ‘Etboswegel’

Spoorweg:
  • verlaten spoorweg
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • dijk
  • brug
  • pompgemaal

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • turfput
  • vijver
Topografie:
  • repelvormig
  • blokvormig
  • opstrekkend
  • onregelmatig

Historisch stabiel landgebruik:

vroegere meersen

Bos:
  • naald
  • loof
  • middelhout
  • hooghout
  • struweel
Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering

Opmerkingen en knelpunten

Door ontwatering werd grasland gescheurd en omgezet naar akkerland. Hierdoor verdween het oorspronkelijke meersenlandschap.De kunstmatige beheersing van het grondwaterpeil heeft een belangrijke verdroging van de lager gelegen gebieden teweeg gebracht. Deze verdroging was gunstig voor een intensiever landbouwgebruik gezien de fyschische barrière van wateroverlast werd opgeheven . Een groot deel van het extensief gebruik als aaneengesloten hooilandcoplex ging verloren, deze gebieden werden in akkers en weiden omgezet. Hiermee gaat ook een hogere bemestingsdruk gepaard. De verdroging bedrijgt ook enkele abiotische elementen; de moeraskalk ontbindt en het veen mineraliseert als het milieu te droog wordt. Deze twee processen zijn onomkeerbaar. Een groot deel van de wegen bestaat uit kasseiwegen en onverharde wegen.