Ankerplaats ID: | A70056 |
---|
Landschap
Kasteeldomein ‘t Looi is gelegen ten zuiden van de dorpskern van Lummen, op de noordelijke oever van de Demer. Morfologie noch bodemgebruik ondergingen tijdens de laatste eeuwen veel verandering en blijven in de huidige toestand duidelijk herkenbaar. Zoals voorheen is het kasteel, met een nadrukkelijke impact op de vallei van de Demer, ingeplant in een bos- en waterrijk gebied, dat doorkruist wordt door een stelsel van dijken en dreven. Het is dan ook cultuurhistorisch belangrijk, met interessante tuinaanleg en omgeven door bossen, vijvers, wei-, hooi- en bouwland. Ondanks de toenemende bebouwing komen in de ruimere omgeving nog versteende hoeven in vakwerk voor naast schaarse leembouw. Het domein strekt zich over circa 300 ha uit. Vanuit het noorden loopt langs bos en bouwland een toegangsdreef naar het kasteel, die uitmondt op een voorplein aan de kasteelgracht. Het waterkasteel heeft een sterk heterogeen uitzicht door de veschillende verbouwingen uit de periode van de 16de tot de 19de eeuw. De bakstenen gebouwen hebben een nagenoeg U-vormige aanleg rondom een voorts ommuurde binnenplaats met centrale waterput. De zo goed als vierkante omgrachting bleef bewaard, met toegangsbrug en een brug naar het park aan de achterzijde. Ten zuidwesten staat de langgestrekte kasteelhoeve met woonhuis, poortgebouw en duiventil, wagenhuis, stallingen en schuur. De oude moestuinsites bleven behouden: ten noordwesten van het kasteel, langs de toegangsdreef de vijfhoekige omhaagde tuin en een tweede rechthoekige, ten westen van de boerderij, met een bakstenen fruitmuur. Nog ten westen ligt een strook bos waarachter graslanden. De toegangsdreef richting kasteel heeft een dubbele vertakking naar het oosten, omgeven door bossen en uitlopend op een kruispunt van meerdere dreven. Ten zuiden ervan ligt een als lusttuin aangelegd bos, dat een rondpunt omsluit, op te vatten als een ‘salle verte’. Een eilandje siert de driehoekige vijver ernaast. In 1828 werd bij de vijver een Mariakapel gebouwd, de Sterkapel genaamd. Zij is in de meimaand vrij toegankelijk. Oostelijk ligt een complex van bos en - al dan niet verlande - vijvers met centraal in het dijkenstelsel een voormalige waterparterre. De meeste van de vijvers, aangelegd in de aanvankelijk moerassige vallei en mogelijk uitgediept door veenontginning, werden vermoedelijk gebruikt voor de viskweek. Ten zuidoosten tegen het kasteel ligt nu een landschappelijk parkje op de site van een vroegere barokke parterretuin. Het dateert van eind 19de-begin 20ste eeuw en is geopend op de valleibeemden met positiebomen en boomcoulissen aan de rand ervan. De uitgestrekte grasvelden met schaarse bomengroepen ter hoogte van de kasteelgracht lopen tot aan de Demer. De aanleg wordt verder bepaald door een ganzenvoet waarvan de middenas haaks op de tuingevel naar het zuidoosten loopt, in het verlengde van de gekanaliseerde Demer. Eind 18de eeuw reeds lag hier een kanaal dat korte tijd later de hoofdbedding van de Demer zou worden. De oostelijke teen van de ganzevoet valt samen met het tuinpad en de korte dreef naar de ‘salle verte’ in het bosquet, naast de driehoekige vijver. De zuidelijke lijn ligt in het verlengde van de toegangsdreef en loopt, een eind onderbroken, over de Demer verder in het restant van de lange dreef naar de eigen boerderij in de Pannestraat (Schulen). Vanaf de Demerbrug ter hoogte van de kasteelboerderij ligt er een nog schaars beplante veldweg als secundaire verbinding. Op de Demer lag ten westen de Grote Molen, voorheen afhankelijk van kasteel ‘t Looi, en ten oosten de Veldekemolen in Kermt (Hasselt). Opmerkelijk is verder het grote aantal graslanden in de omgeving. De vochtige valleigronden, hier broeken genoemd, werden eertijds in cultuur gebracht als hooi- en weiland. Elke winter liepen de laagst gelegen delen van het land onder water. Daarnaast kwamen grote bevloeiingen voor, veelal buiten het bereik van de winterse overstromingen en gevoed door de talrijke kleine beken. Bijna alle bevloeide percelen lagen in bedden. Waar een bevloeiingsbed in de Kempen hooguit enkele tientallen meter lang was, bestonden er in de Demervallei panden tot 10 m breed en 200 m lang. Zo lag er een groep bevloeide percelen in de Keesdijken tussen de Grote Molen en kasteel ‘t Looi. Het was een bevloeid complex dat deel uitmaakte van het kasteeldomein en dat door werklui in loondienst uitgebaat werd. Er werd water genomen uit de Demer en geloosd op de Voortbeek. De eerste snede bestond uit ca. 1 m hoog pakhooi, dat daar als inpakmateriaal werd geteeld en geoogst. In de Demervallei, waar grootgrondbezit frequent voorkwam, was het gebruikelijk dat een landbouwer elk jaar hetzelfde hooilandperceel huurde. Hij mocht er het hooi en de toemaat winnen. Bovendien werden zowel in de lente als in het najaar de niet gevrijde beemden met koeien beweid. Dagelijks werden de beesten naar weidegronden in de randen van de grote Demerbroeken gedreven, zoals bijvoorbeeld in de Muggenhoek. Geleidelijk aan werden beemdpercelen met prikkeldraad afgezet en evolueerden een aantal ervan tot graasweiden. Thans worden zij gekenmerkt door ijle bomenrijen of houtkanten op de perceelsgrenzen. Elk jaar opnieuw op de laatste zondag van mei wordt ‘t Looi uitzonderlijk opengesteld voor het brede publiek tijdens de Lummense kastelenwandeling. Onder begeleiding van natuur- en cultuurgidsen kan de onmiddelllijke omgeving van het kasteel bezocht worden en de bloemenpracht van de grote collectie rododendrons bewonderd. Het kasteeldomein bezit bovendien een dendrologische waarde omwille van zijn omhaagde lanen, uitzonderlijke solitairen en tunnels.
Het kasteeldomein bezit een dendrologische waarde omwille van zijn omhaagde lanen, uitzonderlijke solitairen en tunnels.
Morfologie noch bodemgebruik ondergingen tijdens de laatste eeuwen veel verandering en blijven in de huidige toestand duidelijk herkenbaar. Zoals voorheen is het kasteel ingeplant in een bos- en waterrijk gebied, dat doorkruist wordt door een stelsel van dijken en dreven. Het is dan ook cultuurhistorisch belangrijk, met interessante tuinaanleg en omgeven door bossen, vijvers, wei-, hooi- en bouwland. Als integrerend onderdeel van dat landschap liggen op de Demer de Grote Molen en de Veldekemolen.
Het kasteeldomein biedt een aangename variatie van bouwkundig erfgoed, tuinaanleg, bossen en waterpartijen. Het geheel is ingebed in een omgeving van weilanden met half-open zichten door de ijle bomenrijen of houtkanten op de perceelsgrenzen.
Elk jaar opnieuw op de laatste zondag van mei wordt ‘t Looi opengesteld voor het brede publiek tijdens de Lummense kastelenwandeling, onder begeleiding van natuur- en cultuurgidsen. De Sterkapel is in de meimaand vrij toegankelijk.
In eerste instantie was de Demer met zijn zijbeken bepalend voor de opbouw en organisatie van het landschap. Het kasteeldomein, dat zich over circa 300 ha uitstrekt, had hier een nadrukkelijke impact op de vallei van de Demer.
o.a. Demer, Voortbeek en verschillende zijbeken
valleibeemden van de Demer
kasteelpark ‘t Looi
kasteel ‘t Looi
o.a. kasteelhoeve ‘t Looi
Grote Molen, Veldekemolen
tuinpaden, dreven en wegen van kasteeldomein ‘t Looi
gekanaliseerde Demer, vijvercomplex, molens, stelsel van beken en grachten
hooi- en weiland van de Demerbroeken, graspartijen in het park
beemden en bevloeiingen in de Demervallei
De recente bebouwing levert geen bijdrage tot de landschapswaarden.