Damme en omgevende polders

Ankerplaats ID:A30018

Omschrijving

Deze ankerplaats ligt rond de stadskern van Damme en grenst aan ankerplaatsen “Polders van Dudzele” , “Fort van Beieren” en “kreken Lapscheure”. Ze ligt nagenoeg volledig in zgn. Oudland en toont nog het typisch grondgebruik gerelateerd aan de fysische structuur van kreekruggronden en komgronden. Het Schipdonkkanaal in het noorden ligt quasi op de grens van Oud- naar Middelland. We bespreken eerst het polderlandschap van Damme en daarna Damme zelf met zijn vestingswallen. Tijdens de Duinkerke-II-transgressies (3e-8e eeuw) was hier een slikke-schorre-systeem aanwezig. Bij de volgende transgressies werd dit gebied niet meer overstroomd en bleven de Duinkerke-II-afzettingen aan de oppervlakte liggen. De kreken slibten toe met aanvankelijk zand en bovenaan klei, maar door inklinking van het veen in de aansluitende komgronden, werden deze vroegere kreekgeulen in reliëf gezet en vormen nu ruggen tussen de omliggende komgronden. Dit gebied werd vrij vroeg ingepolderd en als landbouwland gebruikt. De huidige percelering komt goed overeen met de toestand op Ferrariskaart. Op de drogere kreekruggronden treft men nog (vooral) akkerland aan. Hierop komen ook de verspreide bebouwing en de wegen voor. De komgronden zijn van oudsher grasland (historishc permanent grasland) en vertonen microreliëf (typisch voor Oudland). Tussen de onregelmatige weilandpercelen zijn talrijke grachtjes gegraven waarin rietkragen staan. Deze weilanden hebben vaak een veedrinkput. Deze historisch permanente graslanden hebben een grote floristische en faunistische waarde. Oorspronkelijk moet er langs de weilandpercelen meer perceelsrandbegroeiing geweest zijn, maar de afwezigheid ervan zorgt voor het open karakter van het gebied. Waar akkerland grenst aan kreekoevers, worden de oevers en de vegetatie vaak schade berokkend door de intensieve bewerking (o.a. door te ploegen tot zeer dicht tegen de oevers). Dit moet vermeden worden. Deze ankerplaats wordt vooral begrensd door dijken waarop vaak meerdere opgaande bomenrijen staan. Deze bomen bakenen de polders zowel visueel als in historisch oogpunt goed af. Ook langs de dijken van de kanalen (Schipdonk en Damse Vaart) staan bomenrijen. De zuidoostelijke uitloper is aan de ene kant begrensd door het vroegere Lievekanaal (verbinding Damme en Gent). De wegen situeren zich op de kreekruggronden en op de dijken. In het gebied komen nog talrijke historische hoeves voor zoals Hoeve Bonem (met een opperkamer), Hoeve Wederjunste en hoeve Mikkem. Hier en daar staat ook een kapelletje (zoals bij Hoeve ter Mikkem). Vlakbij Hoeve Bonem lijkt een perceel uitgebrikt (misschien ontveend) en is waarschijnlijk nog een kreekrestant. Vanuit deze ankerplaats heeft men een zicht op het beboste Fort van Beieren (dat zeer in het oog springt) en op de stadswallen van Damme. Op sommige plaatsen trekken windmolens (turbines) ter hoogte van de haven van Zeebrugge de aandacht. Vanuit Koolkerke rukt de bebouwing op richting deze ankerplaats. Om het zicht op de ankerplaats te bewaren moet men dit verhinderen. De stadskern van Damme wordt enerzijds gestructureerd door de zeer goed bewaarde stadswallen en anderzijds door de Damse Vaart. De stervormige stadsverdediging dateert uit de Tachtigjarige Oorlog tussen de Noordelijke Nederlanden en Spanje, en bestaat uit een enkele omwalling en een dubbele begrachting. Op de wallen heeft men hier en daar (waar geen bomenrijen staan) een vergezicht op de omgevende polders en tevens een zicht op de stad zelf. Langs deze grachten en de wal staan hier en daar opgaande bomenrijen die deze structuren benadrukken en van ver zichtbaar zijn in dit vlakke polderlandschap. Men moet echter enkele doorkijken in deze bomenrijen zeker vrijwaren. Een deel van de oude omwalling is nu natuurreservaat waar men in de grachten de opeenvolgende stadia van verlandingsvegetatie tracht te bekomen (o.a. rietkragen, moerasbos). De stadswallen zijn grotendeels als landbouwland aangewend waarbij het microreliëf van de grachten nog goed herkenbaar is. Nabij de zuidervaart zijn in het weiland waarschijnlijk nog enkele restanten van een kreek te zien. Op deze zuidervaart staat een vrij vervallen sluisje “de sluispoort” dat men nauwelijks herkent door de opslag van struiken en bomen errond. Dwars door de stadskern van Damme loopt de Damse Vaart. Tijdens de Middeleeuwen lag Damme immers aan de Zwingeul die tot Brugge reikte. Naarmate de geul verzandde, nam Damme de havenfunctie van Brugge over maar dat was van korte duur door verdere toeslibbing. De dijken langs de Damse Vaart zijn beplant met opgaande bomen die het kanaal van verre zichtbaar maken in het landschap. In de kern liggen nog enkele zeer waardevolle gebouwen zoals de ruïnes van de OLV-kerk, het stadhuis, de St-Kristoffelhoeve (met toegangspoort uit de 18e eeuw), het museum van St-Janshospitaal. Dit laatste bestond reeds in de 13e eeuw en lag vlakbij de OLV-kerk. Verder is de stompe toren van de kerk zeer kenmerkend; de dorpen die eertijds langs de Zwingeul lagen (zoals Lissewege, Hoeke en Damme), worden getypeerd door monumentale stompe kerktorens, vermoedelijk oude lichtbakens ten behoeve van de scheepvaart. De markt was tijdens de middeleeuwen aan de geul gelegen en ook het huidige stratenpatroon is nog vrij gelijkend op de middeleeuwse structuur. Ter hoogte van Damme was en is tevens een brug over de Damse Vaart. Buiten de stadskern langs de Damse Vaart staat de windmolen “Schellemolen” die echter weinig opvalt door de bomenrijen langs de Vaart. Op de stadswallen wordt ook aan akkerbouw gedaan; door de bewerking van het land worden de oevers en onrechtstreeks ook de wallen zelf schade berokkend. Op zijn minst één of meerdere meters van de oevers vandaan dienen onbewerkt te blijven om het oeverprofiel te bewaren. Daarenboven berokkent deze bewerking ook schade aan mogelijkse archeologische sporen. Het Leopold- of Schipdonkkanaal vormt een visuele grens door de begeleidende bomenrijen langs haar loop en door de dijken.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Grote floristische en faunistische waarde van nat graslandgebied in polder. Oude stadswallen goed herkenbaar in het reliëf. Floristische waarde van de oude wallen : zeer waardevolle moeras- en moerasbosvegetatie met drijftillen.

Historische waarde

Huidige percelering en landgebruik zijn zeer goed vergelijkbaar met de toestand op Ferraris en Vandermaelen waarbij een groot deel van de huidige graslanden een historisch permanent karakter heeft. De bodemgesteldheid bepaalt nog grotendeels het landgebruik waarbij grasland in de lagere komgronden voorkomt en de wegen , akkers en bebouwing op de hogere zandige geulgronden. Damme lag tijdens de middeleeuwen als voorhaven van Brugge aan de Zwingeul. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Damme tot een omwalde stervormige vesting met zevens bastions uitgebouwd. Gedeelten van deze omwalling zijn bewaard gebleven en de volledige structuur is nog herkenbaar aan kleine hoogteverschillen en percelering. Damme en omgeving vormen een relict van een vestigingslandschap. Verschillende historische belangrijke gebouwen : ruïne van de O.L.V.-kerk, stadhuis, museum Sint-Janshospitaal. Sint-Kristoffelhoeve gelegen aan de Damse Vaart met 18de eeuwse toegangspoort.

Esthetische waarde

Landelijke stad met middeleeuws uitzicht. Omwalling bestaat uit een aarden wal en een dubbele grachtt in de vorm van een zevenster. Dijken en kanalen, beiden geaccentueerd door begeleidende bomenrijen, delen de ruimte in grote open ruimte gebieden met wijdse zichten. Het Schipdonkkanaal of Leopoldkanaal vormt een visuele grens door de bedijking en de begeleidende bomenrijen die samenvalt met de grens van de ankerplaats.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Damse Vaart zorgt voor afwatering van gebied.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf

typisch voor Oudlandpolder

Hydrografische Elementen:
  • kreek
Moerassige gronden:
  • rietland

in verlande stukken van kreek

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Nederzettingspatronen: stad Damme

Bouwkundig erfgoed:

St-Janshospitaal

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve

St-Christoffelhoeve, Hoeve Bonem

Molens:
  • windmolen

Schellemolen

Militair erfgoed:
  • verdedingingslinie

Vaubanvestingswallen bewaard

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel

kerk te Damme: toren met plat dak; kapel Ter Mikkem

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • dijk
  • brug
  • sluis

Damse Vaart in oude Zwingeul; o.a. Romboutswervedijk;

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing

rond hoeves: bomenrijen; af en toe resten van perceelsrandbegroeiing

Kunstmatige waters:
  • poel

veedrinkput

Topografie:
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland

in de komgronden

Bijzondere waterhuishouding:
  • polder

Opmerkingen en knelpunten

Door de bewerking met zwaar landbouwmateriaal worden de oevers van kreken met waardevolle rietvegetatie schade berokkend. Door de open ruimte heeft men vanuit het gebied een zicht op Damme zelf en op het beboste Fort van Beieren (aangrenzende ankerplaats). Oprukkende lintbebouwing vanuit Koolkerke bedreigt zicht vanop wegen op het gebied en zou een beperking vormen van deze open ruimte.