Dijlevallei tussen Mechelen en Rijmenam

Ankerplaats ID:A12001

Omschrijving

De ankerplaats ‘Dijlevallei tussen Mechelen en Rijmenam’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Mechelen, Bonheiden en Boortmeerbeek in Kerngebied Brabant. Het wordt begrensd door de bewoning van Mechelen in het westen, Bonheiden en Rijmenam in het noorden, Keerbergen in het oosten en Boortmeerbeek, Hever en Muizen in het zuiden.Het betreft een uitgestrekt, kleinschalig rivierlandschap langsheen beide oevers van de Dijle. De nog talrijk aanwezige relicten van het oorspronkelijk alluvium, geven dit rivierlandschap een bijzondere historische waarde. Een aanzienlijk deel van de vandaag nog voorkomende heggen en houtwallen kunnen worden teruggevonden op de historische kaarten uit de 18de eeuw (cfr. Ferraris, 1777) en het kleinschalige karakter weerspiegelt de eeuwenoude functie als landbouwgebied van dit landschap. Van oudsher werden de natte gronden in dit gedeelte van de Dijlevallei gebruikt als graas- en hooiland. Men kan terecht stellen dat de perceelsstructuur en topografie in een aanzienlijk deel van de ankerplaats historisch stabiel zijn gebleven. Niet alleen landschappelijk, maar ook bouwkundig vertegenwoordigt deze ankerplaats een belangrijke historische waarde. Kasteel Befferhof is reeds herkenbaar bij Ferraris, doch aangeduid als ‘Kasteel Diepenbeek’; de huidige driehoekige domeinstructuur komt nog overeen met wat we op de historische kaarten zien. Het oude kasteelgebouw heeft ondertussen wel plaats moeten maken voor een nieuw in neo-Vlaamse renaissancestijl. Kasteel Hollaken werd reeds in een akte van 1528 beschreven als herenhoeve; in1536 was er sprake van een slot. Vandaag betreft het een neogotisch geïnspireerd kasteel. Kasteel Hollaken werd reeds in een akte van 1528 beschreven als herenhoeve; in 1536 was sprake van een slot. Vandaag betreft het een neogotisch geïnspireerd kasteel dat werd opgetrokken in de eerste helft van de 19de eeuw, maar sindsdien nog verschillende keren ingrijpend werd aangepast. Het Muizenhof of ook ‘Muysenhuys’ was volgens de overlevering in de 9de-10de eeuw een schans in de Dijlemeander, die later uitgroeide tot waterburcht en vol leen in de middeleeuwen. De oorspronkelijke omgrachting verdween en het kasteel, waarvan de oudste vermelding opklimt tot de 13de eeuw, werd herhaaldelijk heropgebouwd. Het huidige uitzicht dateert uit het midden van de 20ste eeuw; de bijgebouwen gaan terug tot de 19de eeuw, doch werden ook reeds aangepast. Naast de kasteeldomeinen, zijn er ook een aantal hoeves met een aanzienlijke waarde. De Mispeldonkhoeve werd reeds vermeld in 1474. Tot in de 18de eeuw betrof het een lemen hoeve bedekt met stro; werd toen versteend en later verbouwd en vergroot. De Hottentothoeve zou oorspronkelijk bij het oud goed van Calsterbroek hebben gehoord en opklimmen tot het begin van de 18de eeuw. Ook te vermelden is het tolhuisje, gelegen ter hoogte van de Dijlebrug, dat vermoedelijk werd opgericht rond 1786 toen ook de houten Dijlebrug werd gelegd. Het tolhuisje was de woning voor de ontvanger die de brug moest openen en tol moest heffen voor de overzet van de rivier en deed tegelijkertijd dienst als herberg. Naast deze historische waarde, moet ook zeker de natuurwetenschappelijke waarde van dit gebied worden besproken. Deze wordt in de eerste plaats bepaald door de geologische herkenbaarheid en het gaaf gebleven microreliëf. De geleidelijke overgang van alluviale en zware kleigrond, over drassige veenbodems, naar droge zandgrond en van oeverwalmateriaal en komgronden, tot plaatselijke zandopduikingen -zie toponiemen als Berendonk en Pikhakendonk- heeft een grote vegetatiekundige diversiteit tot gevolg. De ouderdom van talrijke heggen en houtwallen resulteert in een hoge ecologische rijpheid van deze landschapselementen, wat zich uit in de aanwezigheid van heel wat verschillende en soms zeldzame bomen en struiken. Langs de randen van de zandige opduikingen heeft men dan weer te maken met ecologisch interessante randsituatie. Ook vanuit faunistisch opzicht is dit landschap buitengewoon interessant. Vooral vogels maar ook zeker amfibieën en insecten vinden er hun uitverkoren biotoop. Dit gebied in de Dijlevallei bezit nog alle ingrediënten van het oorspronkelijke kleinschalige, oude rivierlandschap met dijken, afgesneden meanders, natte hooi- en graasweiden, broekbosjes, talrijke kleine landschapselementen die de geslotenheid benadrukken. Al deze kenmerken samen vormen een gevarieerd en schilderachtig geheel, waarin de Dijle met haar dijken en oude meanders, alsook de zijlopen zoals de Molenbeek, de Boeimeerbeek, de Hollakenbeek en de Leibeek belangrijke ruimtelijk-structurerende elementen zijn. De esthetische waarde van deze ankerplaats wordt dan ook bepaald door de afwisseling in structuur en begroeiing, aangevuld met heel wat bouwkundig erfgoed. Een steeds toenemende recreatiedruk -die zich landschappelijk uit onder vorm van visvijvers en maneges-, alsook verspreid voorkomende atypische bebouwing vormen echter een bedreiging voor het behoud van dit typische en zeer waardevolle landschap.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De natuurwetenschappelijke waarde van dit gebied wordt in de eerste plaats bepaald door de geologische herkenbaarheid en het gaaf gebleven microreliëf. De geleidelijke overgang van alluviale en zware kleigrond, over drassige veenbodems, naar droge zandgrond en van oeverwalmateriaal en komgronden, tot plaatselijke zandopduikingen heeft een grote vegetatiekundige diversiteit tot gevolg. De hoge ouderdom van talrijke heggen en houtwallen resulteert in een hoge ecologische rijpheid van deze landschapselementen, wat zich uit in de aanwezigheid van heel wat verschillende en soms zeldzame bomen en struiken. Langs de randen van de zandige opduikingen heeft men dan weer te maken met ecologisch interessante randsituatie. Ook vanuit faunistisch opzicht is dit landschap buitengewoon interessant.Vooral vogels maar ook zeker amfibieën en insecten vinden er hun uitverkoren biotoop.

Historische waarde

De nog talrijk aanwezige relicten van het oorspronkelijk alluvium, geven dit rivierlandschap een bijzondere historische waarde. Een aanzienlijk deel van de vandaag nog aanwezige heggen en houtwallen kunnen worden teruggevonden op de historische kaarten uit de 18de eeuw (cfr. Ferraris, 1777) en het kleinschalige karakter weerspiegelt de eeuwenoude functie als landbouwgebied van dit landschap. Niet alleen landschappelijk, maar ook bouwkundig vertegenwoordigt deze ankerplaats een belangrijke historische waarde. Kasteel Befferhof is reeds herkenbaar bij Ferraris; de driehoekige domeinstructuur komt nog overeen met wat we op de historische kaarten zien. Kasteel hollaken werd reeds in een akte van 1528 beschreven als herenhoeve; in 1536 was sprake van een slot. Vandaag betreft het een neogotisch geïnspireerd kasteel. Verder omvat het gebied verschillende oude hoeven. We vermelden de Mispeldonkhoeve die teruggaat tot in de 15de eeuw, alsook de Hottentothoeve uit het begin van de 18de eeuw. Ook te vermelden is het tolhuisje, gelegen ter hoogte van de Dijlebrug, dat vermoedelijk werd opgericht rond 1786 toen ook de houten Dijlebrug werd gelegd.

Esthetische waarde

Dit landschap in de Dijlevallei bezit nog alle ingrediënten van het oorspronkelijke oude rivierlandschap met dijken, afgesneden meanders, natte hooi- en graasweiden, broekbosjes, talrijke kleine landschapselementen, e.d. Al deze elementen samen vormen een gevarieerd en schilderachtig geheel. De esthetische waarde van deze ankerplaats wordt dan ook vooral bepaald door de afwisseling in structuur en begroeiing, aangevuld met heel wat bouwkundig erfgoed. Mooi ensemble van kasteel met bos en valleilandschap. Mooi gesloten bosgebied (Essen-Eikenbos, Elzen-Berkenbroekbos en Wilgenbroekbos) in vallei van de Dijle. Een relict van een landschappelijke geheel gevormd door restanten van elzenbossen, beboste zandopduikingen, akkers, weiden en hooilanden; vrij open landschap dat visueel ingedeeld door talrijke heggen, houtkanten en bossen; grenzend aan verstedelijkte omgeving, Duidelijk herkenbare beemdenstructuur langsheen meanderende beken (Molenbeek, Leybeek, Binnebeek, Dambeek - cf. MGI), gaaf grachtenpatroon en bosrestanten (cf. Ferraris); op grens met Vlaams-Brabant gelegen.

Ruimtelijk-structurerende waarde

We herkennen in deze ankerplaats direct het typische kleinschalige rivierlandschap, waar weilanden en broekbosjes elkaar afwisselen en talrijke visuele schermen als houtwallen, bomenrijen en hagen de geslotenheid benadrukken. De Dijle vormt met haar dijken en oude meanders een belangrijk ruimtelijk-structurerend element in het geheel. Opvallend zijn ook de oude domeinen als Befferhof, Hollaken, Muizenhof en de Hottentothoeve.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • beek
  • vallei

Dijle, Boeimeerbeek, Molenbeek, Platte Beek

Moerassige gronden:
  • veen
  • rietland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park
  • hof

kasteelpark

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • kasteelgracht
Bouwkundig erfgoed:
  • huis
  • herberg

tolhuisje

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis

Hottentothoeve, Mispeldonkhoeve

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • houtwal
  • hagen
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver

zandwinningsput, bomkrater

Topografie:
  • onregelmatig
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • heide

heiderelicten

Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • hooghout
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Op te merken knelpunten voor dit landschap zijn een steeds toenemende recreatiedruk -die zich landschappelijk uit onder vorm van visvijvers en maneges-, alsook verspreid voorkomende atypische bebouwing. Om de waarden van dit landschap te behouden moet een verdere aantastingen door wooninfrastructuur of recreatie ten stelligste worden vermeden.