Burreken en vallei van de Maarkebeek stroomopwaarts Maarke

Ankerplaats ID:A40047

Landschap

Omschrijving

Deze ankerplaats strekt zich over het grondgebied van de gemeenten Brakel, Horebeke en Schorisse uit. Het omvat de bronhoofden van de Maarkebeek en een deel van de loop van de Maarkebeek. Het heuvelig karakter van dit gebied wordt veroorzaakt door de sterke erosiewerking van talrijke kleine waterlopen. Het Burreken wordt door de kleine Krombeek, die door een vijftal bronhoofden gevoed wordt, doorsneden. Deze bronnen bevinden zich in een grote kom waaraan de naam Burreken ontleend is. Vanop de hogere gebieden heeft men een weids uitzicht, terwijl in de depressies het landschap erg gesloten is. Dit gebied behoort hydrografisch tot de Maarkebeek, deze mondt in de Schelde uit. De andere zijde van de heuvel, de noordzijde, wordt via de Perlinckbeek in de Zwalm ontwaterd. Het landschap rond Burreken bevat een aantal unieke bronbossen met een waardevolle bronbosflora. De bronbossen zijn in de diepere delen van de valleien gelegen. Het gave landschap is een complex van bronbossen, vochtige weiden, houtkanten, beken, taluds, akkers, perceelsrandbegroeiing, kaphagen, poelen, hoeves…. Het reliëf is sterk golvend, de hoogte varieert tussen de 115 en 38 meter. De oostelijke kam die het gebied begrensd en tevens de waterscheiding met het Perlinckbekken vormt, ligt op een hoogte tussen de 116 en 100 meter. Op de dalwanden komen verschillende verglijdingen door. Zo worden de taluds veroorzaakt. Op de steile hellingen is de Kwartaire leemmantel dikwijls grotendeels weg geërodeerd en ligt een keienvloer aan de oppervlakte die tot het Tertiair behoord. Dit heeft zijn weerslag in het bodemgebruik. Op Ferraris is dit gebied een gecompartimenteerd landschap dat uit meersen, weiden, vele bospercelen en akkers bestaat. Deze zijn door perceelsrandbegroeiing omzoomd. Daartussen is wat verspreide bewoning aanwezig. Juist ten zuiden en ten oosten van Schorisse is de bosoppervlakte wat afbenomen ten opzichte van Ferraris. Dit werd vanaf de kaart van Vandermaelen (1851) zo ingetekend. In de kern van het Burreken zijn de bosarealen van oppervlakte wat uitgebreid ten opzichte van Ferraris. Op de kaarten na Ferraris schommelt het aantal beboste percelen wat maar het landschapsbeeld blijft gedurende de eeuwen behouden. De bewoning kent op de verschillende topografisch kaarten wel een uitbreiding. In de Vlaamse Ardennen komen kaphagen van es of Haagbeuk voor. Ze onderscheiden zich van gewone knotbomenrijen omdat ze bestaan uit lage knotbomen met een erg kleine plantafstand. Ze staan steeds in de buurt van het erf, en het loof ervan werd in de tweede helft van de 18e eeuw en in de 19e eeuw waarschijnlijk aan het vee gevoederd. De voormalige hoeve met molenaarshuis en watermolen; de ‘Kasteelmolen’, is aan de Molenbeek gelegen. Tijdens het Ancien Régime was het een korenwatermolen in bezit van de heren van Schorisse en gelegen in de nabijheid van hun verdwenen waterkasteel. De oudste vermelding van hun watermolen dateert uit 1456. De hoeve werd in 1968 stopgezet. Nu is het een boerengemaal met bijhorende handelszaak. De L- vormige constructie tussen de straat en beek is sinds de 19e eeuw tot een U- vormig complex uitgegroeid. Ten oosten ervan is een klein spaarbekken en een nieuw bakstenen boogbrugje over de beek. De dorpskerk van Schorisse is in drie fazen opgebouwd. De bouwgeschiedenis is niet volledig bekend. De oudste gegevens dateren uit 1177 en zijn van de Sint- Amandusabdij die er patronaatsrecht had. De heren van Schorisse hadden een aandeel in de bouwprocessen van de kerk die in 1627 gesloopt werd. De kerk werd in verschillende fazen gedurende de 18e eeuw terug opgebouwd. Het ‘kasteel Grootveld’ ligt juist buiten de bebouwde kom van Schorisse. De villa met koetshuis en tuinmuur is in 1870-1871 gebouwd. In 1876 werd nog uitgebreid met een orangerie, omheiningsmuur enen een tuinpaviljoen. Dit domein met gebouwen in eclectische stijl werd recent gerestaureerd.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het Burreken en de Krombeek zijn in het brongebied van de Maarkebeek gelegen. Het landschap rond Burreken bevat een aantal unieke bronbossen met een waardevolle bronbosflora. De bronbossen zijn in de diepere delen van de valleien gelegen. Het reliëf is sterk golvend, de hoogte varieert tussen de 115 en 38 meter. De oostelijke kam die het gebied begrensd en tevens de waterscheiding met het Perlinckbekken vormt, ligt op een hoogte tussen de 116 en 100 meter. Op de dalwanden komen verschillende verglijdingen door. Zo worden de taluds veroorzaakt. Op de steile hellingen is de Kwartaire leemmantel dikwijls grotendeels weg geërodeerd en ligt een keienvloer aan de oppervlakte die tot het Tertiair behoord. Dit heeft zijn weerslag in het bodemgebruik.

Historische waarde

Op Ferraris (ca. 1775) is dit gebied een gecompartimenteerd landschap dat uit meersen, weiden, vele bospercelen en akkers bestaat. Deze zijn door perceelsrandbegroeiing omzoomd. Daartussen is wat verspreide bewoning aanwezig. Juist ten zuiden en ten oosten van Schorisse is de bosoppervlakte wat afbenomen ten opzichte van Ferraris. Dit werd vanaf de kaart van Vandermaelen (1851) zo ingetekend. In de kern van het Burreken zijn de bosarealen van oppervlakte wat uitgebreid ten opzichte van Ferraris. Op de kaarten na Ferraris schommelt het aantal beboste percelen wat maar het landschapsbeeld blijft gedurende de eeuwen behouden. De bewoning kent op de verschillende topografisch kaarten wel een uitbreiding. Het landschapsbeeld vanop de Ferrariskaarten is nu nog altijd te herkennen. De kasteelmolen op de Molenbeek wordt voor het eerst in 1456 vermeld.

Esthetische waarde

Het reliëfrijk landschap is een geheel van steile hellingen, hooilanden, weiden en bronbosjes. Het betreft een kleinschalig landschap met verschillende percelen bos en landbouwlandschap met gedeeltelijk perceelsranden. Er zijn zichtpunten in verschillende richtingen over de Vlaamse Ardennen en de Zwalmstreek.

Sociaal-culturele waarde

De bossen rond het Burreken deden vroeger o.a. dienst als schuilplaats van bosgeuzen.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het Burreken wordt door de kleine Krombeek, die door een vijftal bronhoofden gevoed wordt, doorsneden. Deze bronnen bevinden zich in een grote kom waaraan de naam Burreken ontleend is. Vanop de hogere gebieden, onder akkerland, heeft men een weids uitzicht, terwijl in de depressies het landschap erg gesloten is door perceelsrandbegroeiing rond vochtige weiden en (bron)bossen.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • markante terreinovergang
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • orangerie
  • muur
  • omheining
  • ijskelder

Kasteel Grootveld, koetshuis, tuinpaviljoentje

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
Molens:
  • watermolen

Kasteelmolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel

school Schorisse

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • knotbomenrij
  • kaphaag
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver
Topografie:
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
Bos:
  • loof
  • hakhout
  • middelhout
  • hooghout

Opmerkingen en knelpunten

De bodemerosie die met afspoelingen, verglijdingen en, al dan niet extreme, betredingsdruk gepaard gaat, dient bestreden te worden. De typische kleine landschapselementen bepalen voor een deel het karakter van het Burreken. Het intact houden en het herstellen van de kleine landschapselementen en het bocagekarakter in de valleien verdient zeker aandacht.Het behoud en herstel van bossen en graslandcomplexen, brongebieden, kasseiwegen en de erfgoedwaarde van de dorpskernen zijn eveneens prioriteiten.