Scheldemeersen tussen Bevere, Petegem en Melden en kouter van Petegem

Ankerplaats ID:A40055

Omschrijving

Deze ankerplaats situeert zich ten oosten van Petegem-aan-de-Schelde. De oostelijke grens wordt door de Schelde gevormd, de dorpskom Melden. Deze bevindt zich op de steilrand van de vallei van de Schelde. Aan de kant van Petegem valt de steilrand op omdat hij de grens vormt tussen de meersen en de kouter van Petegem. De meersen liggen onder grasland en worden door een grachtenstelsel afgewaterd. Midden het meersengebied, ongeveer parallel aan de Schelde, loopt de Rietgracht of Coupure. Deze werd in de 18e eeuw gegraven voor de ontwatering van het gebied. De kouter, tussen het dorp en het meersengebied gelegen, ligt buiten het alluvium. De overgang van alluviaal gedeelte naar kouterlandschap wordt geaccentueerd door de aanwezigheid van rijgehuchten, zoals Huiwede in Wortegem- Petegem. De dominantie van weiland als grondgebruik en het schaarse voorkomen van populieren- of wilgenrijen geven in de Scheldemeersen bovendien aanleiding tot een open meerslandschap met mooie perspectieven naar Oudenaarde (kathedraal), Melden (kerk), de Vlaamse Ardennen en het voormalige klooster van Beaulieu. De overgang naar het koutergebied is zeer duidelijk en voelbaar aanwezig. Het meersengebied is een open zone rond de Schelde op de Ferrariskaart (1775). De kouter is open landbouwland. Dit beeld blijft op de volgende topografische kaarten behouden. Vanaf 1973 werden er aan de Schelde te Melden kanalisatiewerken uitgevoerd in een zone tussen Waarde en Meers gelegen. Hierbij kwam een vrij rijke meersperiodensite aan het licht, wijzend op menselijke occupatie vanaf het laat- Mesolithicum. Het dorp van Melden is ontstaan op een licht verhevenheid waartegen de Schelde eertijds haar bedding had, het resultaat van erosie. De Sint- Martinuskerk springt hier in het oog. In de onmiddellijke omgeving treffen we een kouter aan, deze landbouwgrond ligt op een hoge zandleemrug, net buiten de ankerplaats. Melden, dat in 1047 door de graaf van Vlaanderen veroverd en ingelijfd werd, behoorde toe aan het Land van Aalst en vormde een eigen administratieve- en belastingseenheid. In 1452 werd het dorp geplunderd door de Gentenaars in opstand tegen hertog Filips de Goede. De heerlijkheid Melden vormde het kerngebied van de heren van Pamele en werd in 1651 verkocht aan de heren van Melden. Het huidige grondgebied van de oude heerlijkheid kwam nog grotendeels overeen de huidige heerlijkheid. Één van de grote crisismomenten was de periode van de Hervorming, veel Meldenaars bekeerden zich tot het protestantisme. De parochie was aan Sint- Maarten gewijd. Melden leefde vooral van de veeteelt, de schapenteelt leverde de wol voor de lakennijverheid. De Meldenstraat, waar ook de kerk gelegen is, bestaat voornamelijk uit boerenarbeidershuisjes uit het midden van de 19e eeuw, burgenhuizen van het midden van de 19e eeuw en huizen aangepast in de 20e eeuw, ook de pastorie, uit 1856 daterend, ligt in deze straat. De kerk, op een natuurlijke verhevenheid ingeplant, profileert zich strek aan de zuid en oostzijde. Ze is omringd door het ommuurde kerkhof. De oorspronkelijke Romaanse kerk zou uit de 12e eeuw dateren. In de 16e eeuw gebeurden sterke verbouwingen. De belangrijkste herstellingen dateren van 1871. De abdij van Beaulieu is een historische site met restanten van de voormalige abdij. Begin de jaren 1290 stichtte Isabella van Namen een vrouwenabdij waar zij kort nadien de clarissenzusters uit het nonnenklooster instaleerde. Zijn noemde deze plaats ‘Bello Locco’ of ‘Beaulieu’. In 1296-1297 werd er een hospitaal gesticht. Isabella van Namen overleed in 1298 en werd begraven onder het koor van de verdwenen abdijkapel. Meer dan 50 dorpen schatplichtig aan deze abdij die rechtstreeks onder het gezag van de paus stond. In 1331 werd de benedictijnerproosdij verkocht aan de clarissenabdij, de benedictijnen kregen toen de “Proosdijabdij” als onderdak. In de 15e- 16e eeuw ontwikkelde de abdij zich tot één van de rijkste van Vlaanderen, bezat een aanzienlijk scriptorium en bibliotheek en onderging verschillende recontructies in 1525. In het midden van de 16e eeuw kende ze een vervalperiode gevolgd door een bloeiperiode in de 17e eeuw. Rond 1750 onderging het complex een grondige restauratie en vernieuwing der gebouwen, op een anoniem 18e eeuws schilderij zijn de thans bewaarde gebouwen te herkennen. Het klooster van Beaulieu bleef gedurende vijf eeuwen bestaan, tot het onder Jozef II in 1783 verbeurd werd verklaard. Kort nadien werd alle gebouwen verkocht en grotendeels afgebroken om als materiaal te worden verkocht, goederen en archiefstukken verhuisden grotendeels naar Wenen, en een deel raakte verspreid en verloren. Vandaag resten enkel nog enkele delen uit de 17e en 18e eeuw van de voormalige abdij: het poortgebouw, het gastenkwartier, het kapelaanshuis en bijgebouwen. Vele delen raakten in beide wereldoorlogen beschadigd en werden eind de jaren tachtig gerestaureerd. Het poortwachtershuis, uit 1738, werd zwaar beschadig tijdens WO II en is nadien grondig gerestaureerd tot taverne in de jaren 1980.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats is in de Scheldevallei gelegen, op een brede alluviale vlakte. Het steilrandje toont de overgang van het alluvium naar de zandleemruggen aan. Er bevinden zich een antropogeen afgesneden meander in het gebied.

Historische waarde

Toestand op de kaart van Ferraris (ca. 1775): een groot meersgebied, natte weilanden met grachtenstelsel dat zorgt voor afwatering. Er is een strookvormige tot rechthoekige percelering. Er ligt een klein rijgehucht aan de rand van de vallei, parallel aan de steilrand. De Scheldemeander is nog niet afgesneden. De toestand is sterk vergelijkbaar op de kaart van Vandermaelen (ca. 1850). Inmiddels is het gebied sterk gedraineerd en deels bebost en gebouwd. De abdij van Beaulieu is een historische site met restanten van de voormalige abdij. Begin de jaren 1290 stichtte Isabella van Namen een vrouwenabdij waar zij kort nadien de clarissenzusters uit het nonnenklooster instaleerde. Rond 1750 onderging het complex een grondige restauratie en vernieuwing der gebouwen. Vandaag resten enkel nog enkele delen uit de 17e en 18e eeuw van de voormalige abdij: het poortgebouw, het gastenkwartier, het kapelaanshuis en bijgebouwen. Vele delen raakten in beide wereldoorlogen beschadigd en werden eind de jaren tachtig gerestaureerd.

Esthetische waarde

De dominantie van weiland als grondgebruik en het schaarse voorkomen van populieren- of wilgenrijen geven in de Scheldemeersen bovendien aanleiding tot een open meerslandschap met mooie perspectieven naar Oudenaarde (kathedraal), Melden (kerk), de Vlaamse Ardennen en het voormalige klooster van Beaulieu. De overgang naar het koutergebied is zeer duidelijk en voelbaar aanwezig. Open landschap met strookvormige percelen, enkele alleenstaande bomen, geen bebouwing in de meersen zelf aanwezig. Verschillende panoramische zichten gericht op de Scheldevallei, de Vlaamse Ardennen. Zichten naar de Scheldemeersen vanop het lemig Leie-Scheldeinterfluvium.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Deze ankerplaats situeert zich ten oosten van Petegem-aan-de-Schelde. De oostelijke grens wordt door de Schelde gevormd, de dorpskom Melden. Deze bevindt zich op de steilrand van de vallei van de Schelde. Aan de kant van Petegem valt de steilrand op omdat hij de grens vormt tussen de meersen en de kouter van Petegem. De meersen liggen onder grasland en worden door een grachtenstelsel afgewaterd. Midden het meersengebied, ongeveer parallel aan de Schelde, loopt de Rietgracht of Coupure. Deze werd in de 18e eeuw gegraven voor de ontwatering van het gebied. De kouter, tussen het dorp en het meersengebied gelegen, ligt buiten het alluvium. De overgang van alluviaal gedeelte naar kouterlandschap wordt geaccentueerd door de aanwezigheid van rijgehuchten, zoals Huiwede in Wortegem- Petegem.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • steilrand
  • markante terreinovergang
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • beek
  • vallei
  • meander
  • oude rivierarm
Moerassige gronden:
  • rietland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park

abdij van Beaulieu

Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • gehucht

Melden

Bouwkundig erfgoed:
  • (heren)woning
  • huis
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
Kerkelijk erfgoed:
  • abdij
  • pastorie

voormalige abdij van Beaulieu

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
  • kerkwegel
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • dijk
  • sas
  • grachtenstelsel

Rietgracht of Coupure

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • knotbomenrij
Topografie:
  • repelvormig
  • opstrekkend
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • voormalige communautaire akker
  • permanent grasland
  • kouters
  • meersen
Bos:
  • loof
  • hooghout
  • struweel
Bijzondere waterhuishouding:
  • watering

Opmerkingen en knelpunten

Ten westen van de ankerplaats bevindt zich een golfterrein. Op die plaats is de topografie totaal gewijzigd en is het voormalige landschap niet meer te herkennen. De ankerplaats grenst in het oosten aan een opgespoten terrein. Ook hier is de topografie volledig getransformeerd. In het meersengebied van Petegem komen enkele geïsoleerde akkers voor, die niet in het landschap passen.