Doornzeledries

Ankerplaats ID:A40057

Landschap

Omschrijving

De Doornzeledries vormt het centrum van Doornzele, bij Evergem. Etymologisch zou Doornzele wijzen op een Frankische hoeve (sala) in een doornige streek. In het charter van 966, waarin koning Lotharius de bezittingen van de Sint-Baafsabdij erkende, werd Doornzele reeds vermeld. In 1234 werd te Doornzele een Cisterciënzerinnenabdij opgericht. Dit vrouwenklooster hield zich onder andere bezig met landbouw en de vruchtbaarmaking van de streek. Bij het klooster ontstond een gehucht rond een dries. De omwonenden kregen deze langgerekte strook van 19 ha in gemeenschappelijk vruchtgebruik van de baljuw van de Oudburg, namens de graaf van Vlaanderen. Op de dries waren volgens het gewoonterecht twee oude prerogatieven van kracht: het plant- en het weiderecht; de aangelanden mochten er, met andere woorden, bomen planten en dieren laten grazen. In de Franse tijd werd de dries eigendom van de gemeente, maar de omwonenden bleven het plant- en weiderecht opeisen. Tot op heden hebben deze oude, maar nooit op schrift gestelde voorrechten, aanleiding gegeven tot heel wat eigendomsbetwistingen. In het drieslandschap is het verschil in bodemgebruik nog duidelijk visueel waarneembaar. De percelen met plantrecht bevinden zich rondom het centrale, niet beplante deel. Van het weiderecht wordt door de omwonenden heden geen gebruik meer gemaakt; wel wordt enkele malen per jaar het gras gemaaid, zowel onder de bomen als op het centrale deel waar tot voor kort nog regelmatig een kudde schapen graasde. Alhoewel de omwonenden alleen over plant- en weiderecht beschikten, werden de aangelanden in 1835 als eigenaar van de percelen met plantrecht opgenomen in de leggers van het primitief kadaster (dit is de eerste kadasterkaart van België). In de loop der tijden werd de dries verschillende malen ontgonnen. Tijdens de hongerjaren 1845-1848 en gedurende de Tweede Wereldoorlog werden er groenten en aardappelen geteeld. In historisch landschappelijk opzicht is, naast de nog visuele herkenbaarheid van het plant- en weiderecht, het feit dat de oppervlakte nagenoeg ongewijzigd is gebleven, een belangrijk gegeven. Van de meeste driezen bleef na verloop van tijd immers maar een beperkt deel over en werd de rest verkaveld of bebouwd. Aan de westelijke toegang is op de kabinetskaart van de Ferraris in 1775 een windmolen afgebeeld met ernaast een vijver, vermoedelijk ontstaan door het graven van de molenberg. Dit molensite wordt op recentere kaarten nagenoeg steeds op dezelfde wijze voorgesteld. De vijver werd ook gebruikt als drinkpoel voor het vee. Op de kaart van 1909 zijn ten zuiden van de kerk nog twee andere poelen ingetekend. Centraal verschijnt de in 1777 gebouwde en in 1832 vergrootte kapel. Het kerkhof was met een gracht omzoomd. In de periode 1858-1860 werd op de plaats van de kapel de parochiekerk gebouwd. Een nieuw kerkhof werd aangelegd ten westen van het omgrachte kerksite. De in de Tweede Wereldoorlog verwoeste kerk werd in 1950 heropgebouwd. De omgevende gracht is inmiddels gedempt. Het toenemend gemotoriseerd verkeer veroorzaakte anderzijds een snelle uitbreiding van het wegennet. Een mid-denweg met vijf invalswegen (kaart van 1775) groeit in de periode 1980-1981 uit tot een bijna onoverzichtelijk patroon van sluikwegen die de hoofdweg dwars over de dries verbinden met de weg errond. Het oostelijk uiteinde van de dries moest plaats ruimen voor de verruimingswerken aan het kanaal Gent-Terneuzen en de ermee gepaard gaande verlegging van de spoorweg (kaart van 1909). De randpercelen zijn steeds beplant geweest. Op de meeste kaarten zijn de aanplantingen voorgesteld als bomen met een regelmatig plantpatroon. Langsheen de middenweg worden vanaf 1863 op regelmatige afstand bomen ingetekend. Op de kaart van 1775 staat langs de middenweg ook een tweerijïge aanplant in driehoeksverband afgebeeld. Vermoedelijk gaat het hier om geknotte bomen. Op deze kaart is de volledige dries tevens omzoomd met hagen, dienstig als veekering. Het kasteel op Doornzele Dries, voorheen het Goed ten Oudevoorde werd in het begin van de 16e eeuw voor het eerst vermeld en in 1713 werd het als ‘huys van plaisance’ vermeld. Het park bevond zich grotendeels op grondgebied Evergem. Op dit 10 ha grote domein staan stallingen, een klein poortgebouw, kasteel, koetshuizen en er ligt een vijver. Het huidige kasteel dateert uit 1924 en werd op de plaats van een ouder kasteel gebouwd dat sinds 1687 vermeld wordt en gebouwd was op een motte maar in 1918 verwoest werd. De Doornzelemolen is een stenen graanwindmolen. De oorspronkelijke houten staakmolen werd in 1414 opgericht en behoorde toe aan de abdij van Doornzele tot 1598. In 1839 werd hij vervangen door een stenen windmolen. In 1883-85 werd een stoommachine en later een armgasmotor en nog later een elektromotor geplaatst. Tijdens een storm in 1948 werd hij vernield. De houten molenkap werd in 1957 verwijderd. Naast de molen lag tot voor kort een vijver die ontstaan was door het uitgraven voor de molenberg. De huidige ruïne van de molenromp is gelegen op een begraasde molenberg.

Landschapswaarden

Historische waarde

Het gehucht Doornzele is één der oudste nederzettingen van Evergem, en zou etymologisch wijzen op een Frankische hoeve (sala) in een doornige streek. Bij de cisterciënzerabdij van Doornzele (1234-1796) groeide een gehucht rond een dries. De omwonenden kregen deze oppervlakte in gemeenschappelijk vruchtgebruik. Op de dries bestonden volgens het gewoonterecht twee prerogatieven: het plantrecht en het weiderecht. In het drieslandschap is dit verschil in bodemgebruik nog duidelijk visueel waarneembaar. De beplante delen, de percelen met plantrecht, bevinden zich rond het centrale niet beplante deel van de dries. Het weide-recht wordt door de omwonenden niet meer gebruikt. Zowel onder de bomen als op het centrale plein groeit er gras. Uit de vorm en ligging van de dries blijkt dat het hier een oorspronkelijke landelijke agglomeratie betreft, gegroeid rond een open ruimte die gebruikt werd door de errond wonende agrarische gemeenschap. De voornaamste functie van het ‘plein’ was deze van verzamelplaats voor het vee; het werd er gemolken, gedrenkt. De centrale ligging vergemakkelijkte het afzonderen van het omgevende landschap en het vergaren van mest. Een goed bewaarde dries mag een zeldzaamheid genoemd worden daar de meeste bebouwd of verka-veld werden na het privatiseringsproces van dergelijke ‘gemene gronden’ in de 18de en de 19de eeuw.

Esthetische waarde

Doornzele is vooral bekend om zijn mooie en zeer goed bewaarde dries. In de schaduw van de bomen heerst er nog een landelijke rust. Centraal domineert de Sint-Petrus en Pauluskerk. De westzijde wordt beheerst door de molenwal met bakstenen molenromp.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei

Molenvaardeke

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park
Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • dries
  • plein

Doornzeledries

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
Molens:
  • windmolen

Oude Molen van Doornzele

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
Kunstmatige waters:
  • vijver

vijver in kasteelpark

Topografie:
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • voormalige communautaire akker

Opmerkingen en knelpunten

Doornzeledries ligt in de schaduw van de Gentse Kanaalzone. De ruimteverslindende activiteiten rond het kanaal Gent- Terneuzen nemen steeds meer uitbreiding. Net ten noorden van Doornzeledries wordt een nieuw havendok aangelegd. Een groot deel van het kasteelpark wordt daarbij ingenomen. In het park zelf is nu een dierentuin gevestigd. Door de havenuitbreidingen neemt de druk op Doornzeledries toe. Het is van belang om het zicht van de dries te bewaren. Daarom is onder andere herstel van de molensite van belang. Ook het bomenbestand op de dries dient goed beheerd te worden.