Vallei van de Oude Kale, Vinderhoutse Bossen en Slindonk

Ankerplaats ID:A40036

Omschrijving

De vallei van de Oude Kale met het kouter en bulkenlandschap en de Vinderhoutse bossen met de omliggende kasteeldomeinen situeren zich op de grens van de gemeenten Nevele, Lovendegem en Gent. In het landschap kunnen verschillende componenten onderscheiden worden; de Molenkouter met de gerestaureerde Vanvlaanderensmolen. Deze kouter is op een dekzandrug, waarvan de top 5 meter boven de omgeving uitsteekt, gelegen. Het is landschappelijk een open en bewoningsarm gebied dat tot voor enkele decennia uitsluitend door akkerland was ingenomen. De Kalevallei is een depressie waar uitsluitend hooilanden voorkomen op rivieralluvium. Het landschap is er gesloten door knotwilgenrijen langs de grachten; het grondwater komt tegen het maaiveld en in regenrijke periodes staan grote delen blank. Het bulkengebied is een vrij vlak gebied met een intermediaire topografische positie: de gronden zijn er niet droog zoals op de dekzandrug van de kouter maar ook niet nat zoals in de Kalevallei. Het is oorspronkelijk eveneens een gesloten landschap, gekenmerkt door knotwilgenrijen langs blok- en strookvormige percelen waarop zowel gras- als akkerland voorkomt. Sedert de laatste jaren is door het afzagen van de knotwilgen het landschap meer open geworden en op enkele plaatsen heeft de kaalslag op het landschapsbeeld het effect gehad van een uitkleding. De Molenkouter vertegenwoordigt het oudste bouwland van de agrarische gemeenschap Vinderhoute; het is vroeg- middeleeuws, zoniet vroeger ontgonnen en het tekent zich sedert de 13e eeuw af als een open cel in een door bulken (percelen met knotbomen omgeven) omsloten omgeving. Het open kouterlandschap getuigt nog van het specifieke landbouwstelsel dat er vanaf de volle middeleeuwen werd toegepast: het had een collectief- dwingend karakter doordat door de dorpsgemeenschap werd beslist waar welke teelten zouden komen. In het braakjaar moet de kouter toegankelijk blijven voor het vee van de dorpskudde zodat de percelen niet konden worden afgesloten en de kouter in zijn geheel open bleef. In de lagergelegen bulken, deze werden later ontgonnen en de boeren konden hier individueel beslissen wat ze gingen verbouwen en niets belette hen hun percelen door levende afsluitingen zoals houtkanten of knotwilgen af te boorden. De hooilanden in de Kalevallei waren in de Middeleeuwen van grote betekenis voor de landbouwers omdat alleen hier het hooi kon worden gehaald dat voor de wintervoeding van de dieren onontbeerlijk was. Een ver doorgedreven opdeling van deze gronden tussen de verschillende boeren in zeer smalle percelen (repels), wijst op de grote interesse voor dit hooiland dat maar beperkt voorradig was. De grachten zijn zoals in de Bulkengebied door knotwilgen afgezoomd doch door de grote dichtheid van het grachtenstelsel vertoont het geheel een nog meer gesloten karakter. Het ‘Drieselke’ te Merendree is een driehoekig pleintje dat op de overgang ligt tussen de kouter en de vallei van de Oude Kale. Deze dries en de bebouwing errond waren oorspronkelijk nauw verbonden met het koutersysteem: in de vroege middeleeuwen was het een verzamel-, voeder- en drinkplaats voor de gemeenschappelijke veekudde. Slindonk, op een zandige opduiking (donk) gelegen in de vallei van de Meirebeek, is ook een voorbeeld van een goed bewaarde middeleeuwse driesnederzetting. De Poekstraat loopt er middendoor. De vallei van de Kale heeft een specifieke geomorfologische betekenis omdat ze op de meest duidelijke wijze de twee fasen van de postglaciale rivierontwikkeling in Zandig Vlaanderen bevat. De eerste - laatglaciale fase- kenmerkt zich door diep ingesneden geulen die zich op de bodemkaart aftekenen als vochtige banden die van de ene valleioever naar de andere slingeren. Het opvullingsmateriaal van deze geulen (veen en gyttja) bevat interessante informatie over de evolutie in de periode 13000 tot 7000 jaar BP. De Kale was in deze fase een veel belangrijker rivier dan thans, aangezien ze toen de bovenloop was van de Mandel. De tweede, postatlantische periode, bevat het ontstaan van de huidige loop die zich onafhankelijk van de vorige heeft ontwikkeld. In die periode is de laag van venig en kleiig alluvium afgezet die over een dikte van ongeveer 1 meter de gehele valleibodem bedekt. Deze fase toont aan hoe door de mens de valleibodem vochtiger is geworden en hoe de vallei naar haar huidige situatie is geëvolueerd. Wellicht sedert het Neoliticum heeft de mens vooral door ontbossing een algemene stijging van het grondwaterpeil veroorzaakt. Het kasteel ‘Blauw Huys’ ligt in een uitgestrekt park met vijver in de Engelse stijl aangelegd. Bij het domein hoort ook een portierswoning met orangerie en het voormalige wagenhuis. De orangerie is een fraai onderkelderd gebouw in empirestijl daterend van 1845. Het voormalige wagenhuis dateert eveneens van 1845 en is thans ingericht als woonhuis. Het kasteel zelf werd in 1807 opgetrokken en in 1817 uitgebreid. Het voormalige ‘Opperhof’, ‘Kasteel Haemerlinck’ of ‘de Campagne’ wordt thans ingericht als cultureel centrum. Het kasteel ligt in een omwal park met grillige vijver (18e eeuwse tuinaanleg). Reeds in het landboek van 1694 werd het domein vermeld als omwald goed met bijhorende hofstede of hoveniershuis. In het landboek van 1739 werd het beschreven als het ‘Jonckershof’. In 1765 aan de heer Haemelinck, naar wie het goed genoemd werd. In 1903, toen reeds buitengoed ‘de Campagne’ van de paters jezuïeten, werd het uitgebreid met een refter, kapel, speelzaal en twee slaapzalen. In 1972-73 wordt het buitengoed aangekocht door de gemeente voor cultuur, sport- en recreatiecentrum. Bij het domein hoort een hoveniershuisje. De stenen korenwindmolen ‘Van Vlaenderensmolen’ is een ronde bakstenen beltmolen die in 1905 gebouwd werd ter vervanging van een houten molen die reeds in 1607 vermeld werd. De molen bleef tot in 1958 in gebruik en werd in 1973-74 gerestaureerd. De Sint- Annakapel is een bakstenen wegkapel die aan een vijfsprong en aan het einde van een beukendreef naar het kasteel van Vinderhoute gelegen is. De kapel is in traditionele stijl opgericht rond 1648. Later werd ze aangepast en voorzien van een nieuwe puntgevel. Het Kasteel van Vinderhoute is een oud heerlijk kasteel dat rond 1544 zou gesloopt zijn en vervangen door het huidige dat rond 1840 opnieuw gedeeltelijk verbouwd werd. Het is in een omgrachte park met ijzeren toegangspoort gelegen. Rond het kasteel was een complex grachtenstelsel gelegen dat met de Oude en de Nieuwe Kale verbonden was. Twee dreven leidden naar de weg Brugge- Gent, een eikendreef leidde naar de kerk (de huidige Kasteellaan) en één naar de Kale. Het ‘Kasteel van Schouwbroek’ is omringd door wallen en dreven. Een kaart van 1755 toont het oude leen dat toen eigendom was van de heer van Eeckhove, in een prachtig park met o.m. een amfitheater gelegen. Het park is aan de kant van de Schouwbroekstraat afgesloten door een imponerend ijzeren hek over de walbrug met balustrade. Achter het hek staan drie monumentale kastanjebomen; een daarvan zou de dikste kastanjeboom van België zijn. Het park werd eind de 19e eeuw in landschapsstijl heraangelegd. Ten oosten naast de vijver, staat een ijskelder en een paviljoen. Ten westen van de vijver ligt een brug over een imitatiegrot en een boothuis in beton. Voorts zijn er diverse brugjes met leuningen in ijzerwerk of betonnen imitatieboomstammen en tuinbeelden uit beton of zandsteen. Indrukwekkend is het merkwaardige eclectische kasteel dat in bak- en hardsteen is opgetrokken. Op het domein staan verschillende bijgebouwen: dienstwoningen met stallen, koetshuis en paardenstallen. De Vinderhoutse bossen zijn op de Ferrariskaart te zien als een versnipperd nat bos met verschillende meersen ertussen. Vooral ten zuidwesten van het bos komen er meersen voor. Meer aan de rand van het bos komen er tussen de bospercelen enkele akkers voor. Het huidige boscomplex is veel groter dan op Ferraris. Op de kaarten tussen Ferraris en de recentste topografische kaarten neemt de oppervlakte bos gestaag uitbreiding.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Vinderhoutse bossen zijn in een beekdepressie gelegen die aansluit bij de Merebeek. De vallei van de Oude Kale situeert zich op het zuidelijke deel van de Vlaamse Vallei op de overgang naar de zuidelijke uitlopers van de oorspronkelijke Leie- en Scheldebovenloop. De vallei getuigt van de wisselende insnijdings- en afzettingsperiodes uit de opeenvolgende ijstijden. De meersen stonden onder invloed van de winterse overstromingen. De bewoning en beste landbouwgrond situeert zich op donken en kouters.

Historische waarde

De vallei van de Oude Kale is rijk aan archeologische vondsten uit de Romeinse tijd, ook uit de Bronstijd, Ijzertijd, neo- en mesolithische sporen zijn aan de oppervlakte gevonden. Gedurende de laatste eeuwen werd de hydrografie in de ruime omgeving van de Kale grondig gewijzigd (oorspronkelijk een complex met Poekebeek en Durme). De Ringvaart, het Kanaal Gent-Brugge en het Schipdonkkanaal werden in de vallei van de Oude Kale aangelegd. De Vallei is herkenbaar volgens Ferraris: strookvormige percelen, natte weilanden, perceelsrandbegroeiing. In het gebied komen twee driesen voor waarvan de structuur nog duidelijk te herkennen is (Drieselken en Slindonk). Verschillende kasteeldomeinen komen voor; deze behoren tot de kastelengordel rond Gent (kasteel Blauwhuis, Liefshof, Campagne, Jongensstad, Kasteel van Vinderhoute en kasteel Schoubroek). Het patroon van de Vinderhoutse bossen is wel veranderd t.o.v. Ferraris. De hoeveelheid bos is uitgebreid en de oppervlakte meersen gedaald. Het blijft wel een nat gebied. De perceleringsrichting is goed herkenbaar.

Esthetische waarde

Het gedeelte van de Oude Kale tussen Merendree en Vinderhoute heeft door haar vrijwel oorspronkelijke vorm een hoge belevingswaarde. Hier en daar wordt de waterloop nog afgelijnd door bomen en/of struiken die deze vorm benadrukken. De Oude Kale slingert zich tussen een afwisseling van open kouters en gesloten bulken. Meersen zijn op verschillende plaatsen aanwezig. Er komen verschillende kasteelparken voor in de vallei. De Vinderhoutse bossen is een bosgebied met omliggende langgerekte percelen en weinig perceelsranden.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Oude Kale meandert in de vallei. Aansluitend op de waterloop komen de meersen voor. De overgang tussen de natte meersen, strookvormig met perceelsrandbegroeiing, en de hogere delen wordt door de matig natte bulken gevormd. De percelen zijn groter dan de meersen, er is ook perceelsrandbegroeiing. De kouters zijn open en hoog gelegen. Een typische nederzettingsvorm zijn de driesen met hun centrale gemeenschappelijke plein (Slindonk en Drieselken). Deze nederzettingen bevinden zich eveneens op een verhevenheid. In de vallei van de Merebeek en Oude Kale en rond de Vinderhoudse bossen bevinden zich verschillende kasteeldomeinen.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • steilrand
  • markante terreinovergang

Vinderhoutse Bossen en Kastelensites

Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
  • meander

Merebeek, Oude Kale

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen

Geologie:

Vlaamse Vallei

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park

Kasteelparken

Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • dries
  • gehucht

Drieselken, Slindonk

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • toren
  • orangerie
  • hovenierswoning
  • landgoed
  • muur
  • omheining
  • ijskelder
  • kasteelgracht

portierswoning, wagenhuis

Bouwkundig erfgoed:
  • huis
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis
Molens:
  • windmolen

Van Vlaenderensmolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • pastorie

Sint- Annakapel, kerk en pastorie Vinderhoute

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • brug
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver

bij kastelen

Topografie:
  • repelvormig
  • blokvormig
  • onregelmatig
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • kouters
  • meersen

bulken

Typische landbouwteelten:
  • hoogstam
Bos:
  • loof
  • broek
  • hakhout
  • middelhout
  • hooghout
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

In het gebied van de ankerplaats zijn enkele stortplaatsen die ook terreinverhogingen met zich meebrengen. Rond de driesen is de traditionele bebouwing wel wat aangetast. Op de rand van de dries van Slindonk is een serrecomplex neergeplaatst die de structuur van de dries aantast. Om de bulkenstructuur in stand te houden is een goed onderhoud van de knotbomen noodzakelijk.