Antitankgracht

Ankerplaats ID:A10074

Omschrijving

De antitankgracht situeert zich ter hoogte van de tweede fortengordel rond de stad Antwerpen en loopt van de Antwerpse Baan te Stabroek via de gemeenten Kapellen, Brecht en Schilde tot aan het Albertkanaal te Ranst. Daarmee volgt het traject in grote lijnen de voormalige hoofdverdedigingslinie rond Antwerpen: vanaf de Schelde ten noorden van het oude fort Frederik-Hendrik, langs het fortje van Berendrecht, de schans van Smoutakker, het fort van Brasschaat tot aan het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten en vandaar langs het fort van ‘s Gravenwezel, de schans van Schilde en het fort van Oelegem tot het Albertkanaal nabij de schans van Massenhoven. Na de onafhankelijkheid van België in 1830, was de overheid verplicht een eigen verdedigingsstelsel uit te bouwen. Omwille van een gebrek aan natuurlijke grenzen en hindernissen moest de tactiek van de geconcentreerde versterking aangewend worden: een aantal plaatsen, waaronder Antwerpen, zouden versterkt worden om in tijd van oorlog als toevluchtsoord voor de regering en het leger dienst te kunnen doen. Zo kwamen o.a. de Brialmontvesting, de veiligheidsgordel van forten en de defensieve dijk op linkeroever tot stand. Door een evolutie in de aanvalstactieken en de gebruikte artillerie, was bij elke vijandige aanval een aanpassing of verbetering van de verdedigingslinie nodig. Toen na de Eerste Wereldoorlog de tactiek van de geconcentreerde versterking en daarmee ook de rol van het verschanste Antwerpen, was uitgespeeld en er reeds nieuw oorlogsgevaar dreigde, werd besloten 3 ‘anti-Duitse stellingen’ op te richten. Deze stellingen zouden vanaf 1936 worden voorzien van een ‘antitanksysteem’, de zogenaamde ‘antitankgracht’. Zo werd in 1936 gestart met de studie voor de aanleg van een antitankgracht en in 1937 werden de graafwerken toegewezen aan enkele grote Antwerpse bouwondernemingen. Er werd gekozen voor een ‘natte gracht’, die werd gegraven in een ‘getenailleerd tracé’. Dit is een zaagtandvormig tracé, waarin de rechte stukken door stompe hoeken met elkaar verbonden zijn om afweergeschut, geplaatst in betonnen bunkers, mogelijk te maken. Daar het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten de waterscheidingslijn vormde, konden het noordelijke en zuidelijke deel van de gracht via twee tapsluizen met kanaalwater gevoed worden. Sluisbunkers of stuwsluizen deelden de gracht op in 16 panden en zorgden voor een ‘overbrugging’ van het natuurlijke hoogteverschil op het tracé. Een bodem van ten minste 6 meter breedte, een diepte van minstens 3 meter met een minimum waterstand van 2 meter en taluds van 45° maakten de doorgang van een toenmalige pantserwagen onmogelijk, zodat de vijand gedwongen werd per boot aan te vallen. De totale lengte van de gracht bedroeg oorspronkelijk om en bij de 40 km. Bij de havenuitbreidingen verdween echter een stuk tussen de Schelde en de rijksweg Blauwhof-Berendrecht en bij de aanleg van de aanzet van het duwvaartkanaal verdween het meest zuidelijke deel. De forten en schansen die mee in de ankerplaats zijn opgenomen, zijn al ouder dan de antitankgracht. Het merendeel werd gebouwd tussen 1906 & 1914 als deel van de Hoofdweerstelling van de vesting Antwerpen, een fortengordel die de stad tijdens WOI tegen vijandelijke bombardementen moest beschermen. Na zijn demilitarisatie verloor de antitankgracht -net als de forten en schansen- haar oorspronkelijke functie en groeide uit tot een natuurwetenschappelijk en esthetisch waardevol lineair landschapselement. Daar het tracé doorheen verschillende bodemtypes loopt, omvat het verschillende vegetatietypes, wat een gevarieerde fauna en flora meebrengt. Tevens sluit deze lintvormige ankerplaats bij enkele andere ankerplaatsen aan, waardoor grotere natuur- en boscomplexen worden gevormd. Als militair bouwkundig element, met een kenmerkende opbouw en tracé en als restant van een verdedigingstactiek die de stad Antwerpen heeft moeten beschermen tegen vijandelijke aanvallen tijdens WOII kunnen we tevens een belangrijke historische waarde aan de antitankgracht toekennen. Maar samen met de functie, gingen jammer genoeg ook het onderhoud en beheer verloren, wat ongunstig was en is voor het voorbestaan van het geheel. Eerder genomen initiatieven voor herstel en beheer dienen daarom gecoördineerd en bestendigd te worden teneinde het voortbestaan van de antitankgracht en haar intrinsieke waarden te verzekeren.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Langsheen de antitankgracht vindt men een rijk gevarieerde begroeiing terug daar zij voor een groot deel van de in het Kempens district voorkomende begroeiingtypes een toevluchtsoord betekent. Tegelijkertijd weerspiegelen de oevers van de antitankgracht dan ook vrij representatief de typische begroeiingen van de Kempen. De aanwezigheid van open water, in combinatie met de begroeide oevers gaat gepaard met een rijke, -al dan niet permanent- aan water gebonden fauna en de forten, bunkers en schansen bieden mogelijkheden als overwinteringplaats voor vleermuizen.

Historische waarde

De kenmerkende opbouw en het typische tracé van de antitankgracht geeft dit inventief, militair bouwkundig element een belangrijke historische waarde. Tevens hebben de binnen de ankerplaats nog aanwezige militaire kunstwerken als forten, schansen, sluizen en sluisbunkers op zich ook een historische waarde als restant van een verdedigingstactiek die sinds de Belgische onafhankelijkheid de stad Antwerpen heeft moeten beschermen tegen vijandelijke aanvallen.

Esthetische waarde

De antitankgracht kent een grote variatie over haar kilometers lange traject. Als waterbouwkundig element is zij soms breed, dan weer vrij smal; en hoge, steile oevers wisselen af met eerder zachthellende of zelfs vlakke oevers. Als onderdeel van een landschap doorkruist zij vele verschillende bergroeiingtypes. Dit alles samen resulteert in een lijnvormig element met vele verschillende verschijningsvormen, wat dit oorspronkelijk militair bouwwerk een unieke esthetische waarde geeft.

Sociaal-culturele waarde

De antitankgracht en de bijhorende militaire bouwwerken weerspiegelen vandaag de belangrijke rol die de stad Antwerpen doorheen de geschiedenis van het onafhankelijke België en in tijden van oorlog kreeg toebedeeld. Antwerpen had de functie van toevluchtsoord dat tot op het laatste moment gevrijwaard moest blijven van vijandelijke invallen.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De antitankgracht betreft een opvallend lineair landschapselement dat zich van noordwest richting zuidoost doorheen de Antwerpse Scheldepolders en Kempen slingert. Over een deel van haar traject vormt de antitankgracht een dominerend element in het landschap, maar op andere plaatsen gaat ze dan weer helemaal op in de omgeving.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • markante terreinovergang
Moerassige gronden:
  • rietland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Militair erfgoed:
  • fort
  • schans
  • bunker
  • verdedingingslinie

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • brug
  • sluis
  • grachtenstelsel
  • lijnpad

Antitankgracht, grachten rondom de forten en schansen

Andere:

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
Historisch stabiel landgebruik:
  • heide
Bos:
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Een gebrek aan onderhoud en beheer hebben ongunstige gevolgen voor de antitankgracht als natuurwetenschappelijk en esthetisch waardevol landschapselement. Eerder genomen initiatieven voor herstel en beheer dienen gecoördineerd en bestendigd te worden teneinde het voortbestaan van de antitankgracht te verzekeren. Het probleem met betrekking tot de reservatiestrook voor het duwvaartkanaal, dat voorzien was op de plaats van de antitankgracht, behoort sinds de afschaffing van de plannen voor het duwvaartkanaal door de Vlaamse Regering tot het verleden.