Hallerbos

Ankerplaats ID:A20032

Omschrijving

Het Hallerbos is gelegen ten zuiden van Dworp en ten zuidoosten van Halle. Het is een restant van het zogenaamde grote kolenwoud en vormde één geheel tesamen met het Lembeekbos en het Zoniënwoud, waarvan het twee eeuwen geleden afgesplitst werd. Het terrein is sterk heuvelend, waardoor markante terreinovergangen voorkomen met holle wegen en taluds. Het was eeuwenlang eigendom van adellijke families, sinds 1649 van de familie Arenbergs, zoals ook het Edingenbos en het bos van Strihoux. Vanaf het begin van de 19de eeuw ontwikkelde zich ten westen van het Kapittelbos, het noordelijk deel van het Hallerbos, een nieuwe woonkern. De vorm van inplanting van de bewoning langsheen de weg midden het vroegere bos wijst op een ontginningsproject uit het begin van de 19de eeuw dat nadien niet verder is uitgevoerd. Tijdens de eerste wereldoorlog werd het gehele bos gerooid, enkel de jonge bomen bleven staan. Na de oorlog werd het bos staatseigendom en werd het in 1932 herbebost, de meeste bomen zijn dus niet ouder dan 70 jaar. Door zijn semi-permanent karakter heeft het een grote rijkdom aan fauna en flora. Het Hallerbos heeft een zeer grote variatie bomen hoewel ze voor het grootse deel uit eiken en beuk bestaat. Het is een mooi bos met heel wat ondergroei die voor heel wat variatie zorgt. Begin mei kleuren duizenden hyacinten de bodem van het Hallerbos blauw. Delen van het bos worden aangeduid met toponiemen zoals Kluisberg, Pipaanshoek en Tranendal. In het noordoostelijk deel ligt het gehucht Keldergat. Een deel van het Hallerbos werd van het complex afgezonderd door de aanleg van de autosnelweg Brussel-Mons. Ten noorden ervan ligt de bebouwde agglomeratie van Dworp. Het omvat een viertal diep uitgesneden en noord-zuid georiënteerde valleien met ondermeer de Steenputbeek, de Rulroheidebeek en de Zoniënbosbeek. In het bos komen nog een aantal klassieke strukturen voor die aan parkaanleg herinneren evenals in het zuidelijk deel een stervormig wegenpatroon, dat vermoedelijk pas op het einde van de 19de eeuw aangelegd werd.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het bos herbergt een rijke fauna en flora, voioral in debrongebieden en beekvalleitjes. Het heeft ook dendrologische waarde.

Historische waarde

Het is een restant van het grote kolenwoud maar het werd na Ferraris gesplitst van het Zoniënwoud. Het was eeuwenlang eigendom van de adel, sinds 1652 van de familie Arenberg. Na Ferraris ontwikkelde zich ten westen van het kapittelbos een nieuwe concentratie bewoning. De vorm van inplanting van de bewoning langsheen de weg midden het vroegere bos wijst op een ontginningproject van begin vorige eeuw dat nadien niet verder is uitgegroeid. Tijdens de eerste wereldoorlog rooide het Duitse leger het gehele bos, enkel de jonge bomen bleven staan. Na de oorlog werd het bos staatseigendom en werd het in 1932 herbebost, de meeste bossen zijn dus niet ouder dan 70 jaar.

Esthetische waarde

Een mooi bos met heel wat ondergroei dat voor heel wat variatie zorgt. Begin mei kleuren duizenden hyacinten de bodem van het Hallerbos blauw.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • markante terreinovergang
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
Moerassige gronden:
  • moeras

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
Bos:
  • naald
  • loof

Opmerkingen en knelpunten

Verspreide bebouwing vooral op de ruggen tussen de noordelijk gelegen valleitjes en in het gehucht Keldergat.