Abdijsite Herkenrode

Ankerplaats ID:A70005

Landschap

Omschrijving

De abdijsite Herkenrode ligt in de Demervallei, in een overgangsgebied tussen de Lage Kempen en Haspengouw, ten zuiden van de dorpskern van Stokrooi (Hasselt). Het is een uitgestrekt historisch domein dat teruggaat tot het voormalige abdijcomplex der cisterciënzerinnen. Ten noorden van de Demer situeren zich de beemden, ten zuiden de oude abdij met haar aanhorigheden, neerhof, het oostelijk gelegen kasteelpark en de overige, hoger gelegen landbouwgronden. Behalve niet-bevloeid hooi- en weiland kwamen hier tot in de 20ste eeuw ook grote vloeiweiden voor. Die laatste werden via de Tuilterdemer van water voorzien. De abdij werd gesticht in 1182, toen Geeraard, graaf van Loon, zijn goed Herkenrode schonk aan een zekere broeder Henricus om er een klooster voor vrouwen te bouwen. In 1271 trad de kloostergemeenschap toe tot de orde van Cîteaux. Het werd een bloeiende onderneming die met de loop der jaren talrijke bezittingen vergaarde. Aan de religieuze bestemming kwam met het vertrek van de zusters in 1796 een einde. Begin 19de eeuw werd de nieuwe abdissenvleugel, in 1768 nog gebouwd ten zuiden van het oude abdissenkwartier, ingericht als kasteel. In dezelfde periode werden aan de oostkant een Engelse tuin en aan de westkant een voortuin aangelegd. De 14de eeuwse kerk brandde in 1826 uit en werd samen met het kloosterpand en de conventgebouwen gesloopt in 1843. De gebouwen en de omliggende gronden vormden lang één gedifferentieerd geheel. Mettertijd raakten zij echter in handen van verschillende eigenaars. In 1972 werden 11 ha van de voormalige abdijsite eigendom van de kanunnikcessen van het Heilig Graf. De eigendom omvat de eigenlijke resterende abdijgebouwen met de verblijven van de zusters, het oude abdissenkwartier, de sacristie, de infirmerie, de 18de eeuwse abdisvleugel en het aansluitende Engels park. Verschillende gebouwen werden gerestaureerd en in gebruik genomen. Het verblijf van de zusters, oorspronkelijk opgesplitst in individuele cellen met achterbouw en tuintjes, bleef gedeeltelijk bewaard. Naast het oude neerhof kregen de noordelijke bijgebouwen een boerderijfunctie met de barokke infirmerie als woonhuis. De landbouwactiviteiten worden nu afgebouwd. De 18de eeuwse abdisvleugel kreeg een nieuwe bestemming als bezinningshuis maar behield haar residentiële functie. Het Engels park, dat in de loop van de 19de en 20ste eeuw verschillende aanpassingen onderging, strekt zich uit ten oosten van het oude en nieuwe abdissenkwartier. Het is een langgerekt park in landschappelijke stijl met monumentale bomengroepen en enkele 18de eeuwse relicten. Het ligt namelijk deels ter plaatse van de vroegere abdistuin, waarvan de omgrachting deels bewaard, deels gedempt maar in het reliëf nog zichtbaar bleef. Het Engels park is ontworpen vanuit het kasteel met als vormgevende elementen een centraal, langgerekt grasveld, omgeven door een brede bomengordel, plaatselijk opengewerkt met zicht op het omliggende landschap. Op een open plek in de noordoostelijke hoek van het park is een mout, een groene uitkijkheuvel, beplant met jonge, spiraalvormige coniferen. Aan de noordzijde is het 18de eeuwse tuinpaviljoen in classicistische stijl bewaard gebleven en in gebruik als kapel. De zuidelijke tegenhanger van het paviljoen, in 1860 verbouwd tot romantische torenruïne, is nu nog slechts aanwezig in het verhoogd bodemreliëf en in de grondvesten. De kluis achteraan is vermoedelijk verdwenen in 1865. Ten zuiden, bij het toenmalige kasteel, liggen enkele aanhorigheden gebouwd als koetshuis en stallingen met zadelkamer. Tegen de zuidelijke afsluitmuur staat een paviljoentje in rustieke stijl. In 1998 werd een ander belangrijk deel van de abdijsite aangekocht door het Vlaamse Gewest. De 105 ha omvatten, verspreid over het gebied, een aantal historisch zeer waardevolle gebouwen waaronder o.a. de Tuiltermolen, de hoevegebouwen en de watermolen van de abdij evenals de omliggende landbouwgronden. Dat zijn van oudsher hoofdzakelijk natte weilanden en akkers, afgeboord met struwelen en bomenrijen en doorsneden door grachten. Het gebied had echter wel gedeeltelijk zijn historische percelering behouden maar toch enkele gedaanteveranderingen ondergaan. De meeste gronden waren als maïsakker in gebruik en wijzigingen in de waterhuishouding, zoals het rechttrekken van de Demer, hadden gezorgd voor een verlaging van het grondwaterpeil en de verdroging van de zanderige bodem. De afdeling Natuur van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap werkte een natuurontwikkelingsprogramma uit met als kern de herwaardering van het historische bodemgebruik en het verrijken van de fauna en flora. De voormalige hoevegebouwen en de watermolen van de abdij worden thans gerestaureerd en met de aansluitende gronden, samen ongeveer 8 ha, beheerd door de Stichting Vlaams Erfgoed. De hoevegebouwen zijn U-vormig gegroepeerd rond een rechthoekig erf, open aan de oostzijde. Zij bestaan o.a. uit de monumentale tiendeschuur uit 1656, het paviljoen in de westelijke vleugel en een pachterwoning. Het aansluitende 16de eeuwse poortgebouw is de voormalige hoofdingang van de abdij. Vanaf de Kuringersteenweg loopt in de richting van het poortgebouw een monumentale dreef van vier rijen geknotte linden gemengd met witte paardekastanjes. De zogenaamde Herkenrodedreef wordt echter halverwege doorsneden door de autostrade E-313. Een aftakking voert nu via een brug over de autosnelweg en loopt vanaf de Sacramentstraat als een tweede toegangsdreef naar de huidige abdij. Ten noorden van de hoeve ligt het langgestrekte gebouw van de molen op de Demer. Westwaarts, langs de Tuilterdemer, ligt de tweede molen van de voormalige abdij, de Tuiltermolen. Dit gebouwencomplex heeft een losse, U-vormige schikking met een L-vormige vleugel en een monumentale dwarsschuur. Op de akkers ten oosten van de Tuiltermolen, tussen de Demer en de Tuilterdemer, komen plaggenbodems voor met een reliëf dat te vergelijken is met de bolle akkers in het Waasland. Verder westelijk ligt, tussen de E313 en de dorpskern van Stokrooie, een ingesloten gebied met een intacte historische percelering. Het wordt gekenmerkt door vochtige graslanden, enkele populieren- en elzenbroekbosjes en bomenrijen op de perceelgrenzen. Verspreid over het gebied liggen enkele geïsoleerde woningen. In de zuidoosthoek loopt de rechtgetrokken Demer. De oude, gedempte meanders zijn echter nog waarneembaar. De zone ten zuidoosten van de abdijsite tot aan de E313 bestaat hoofdzakelijk uit een open akkergebied. In het oosten wordt dit gebied begrensd door een smalle, noordzuid georiënteerde strook van zeer arm, zuur eikenbos. Verder oostelijk wordt het landschap opnieuw gekenmerkt door weilanden en bomenrijen. De meest opvallende boomsoort is er echter populier. Woonuitbreiding is hier storend het rurale landschap binnengedrongen. Langs de Demer werd tevens een waterzuiveringsinstallatie gebouwd. In de uiterste zuidoost hoek, langs de autosnelweg, ligt het ‘Altenhof’, een voormalige hoeve van de abdij van Herkenrode. Eertijds was deze hoeve gelegen aan de weg Diest -Hasselt. Alleen het verbouwde woonhuis en omvangrijke bakhuis bleven bewaard.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het Engels park uit het tweede kwart van de 19de eeuw bezit een dendrologische waarde.

Historische waarde

De abdijsite Herkenrode is een uitgestrekt historisch domein dat teruggaat tot het voormalig abdijcomplex der Cisterciënzerinnen, een stichting van de graven van Loon in 1182. Verspreid over het gebied komt een cluster van historisch zeer waardevolle, voornamelijk 16de tot 18de eeuwse gebouwen voor. In relatie daarmee wordt de waarde van het omgevende landschap bepaald door de historische percelering en het bodemgebruik. Die uiten zich in de akkers en weilanden, de dreven en andere lineaire elementen, de oude wegverbindingen, het grachtenstelsel en de verschillende rivierarmen, het voorkomen van plaggenbodems, de tuinrestanten en het Engels park.

Esthetische waarde

De abdijsite vormt een structureel geheel van historische gebouwen, omringd door een variatie aan beemden, akkers, boomgaarden, bossen en dreven. Opmerkelijk daarin zijn de monumentale toegangsdreef vanaf de Kuringersteenweg en het uitgestrekt Engels park ten oosten van het gebouwencomplex.

Sociaal-culturele waarde

De 18de eeuwse abdisvleugel kreeg in 1972 een nieuwe bestemming als bezinningshuis. De hoevegebouwen worden gerestaureerd en heringericht in functie van activiteiten op het sociale en/of culturele vlak. Het domein is grotendeels toegankelijk voor wandelaars die er verpozing vinden aan de rand van de Hasseltse agglomeratie.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Demer was medebepalend voor de organisatie van het landschap rond de abdij, die na haar stichting zelf uitgroeide tot een monumentaal en structurerend geheel.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • rivier
  • beek
  • vallei
  • meander
  • oude rivierarm

o.a. Demer, Tuilterdemer

Moerassige gronden:
  • moeras
  • rietland

vochtig grasland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • landgoed
  • muur
  • omheining
  • kasteelgracht

restanten van het gebruik van de abdissenvleugel e

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis

abdijhoeve, Altenhof

Molens:
  • watermolen

abdijmolen, Tuiltermolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
  • abdij
  • klooster

voormalige abdij Herkenrode

Archeologische elementen:

voormalige abdijkerk

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • pad

verbindingen met het Altenhof en met Stokrooie

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • brug
  • grachtenstelsel
  • stuw

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
Kunstmatige waters:
  • vijver

telkens een molenvijver achter de twee watermolens

Topografie:
  • onregelmatig
  • historisch stabiel
  • bolle akkers
Historisch stabiel landgebruik:
  • plaggenbodems
Typische landbouwteelten:
  • hoogstam
Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • hooghout
  • struweel
Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering
  • vloeiweide

uitgebreid grachtensysteem voor bevloeiing en ontwatering

Opmerkingen en knelpunten

De landbouwactiviteiten van de laatste decennia hadden als voornaamste gevolg de omzetting van weiden en hooilanden naar maïsakkers. Daarnaast veroorzaakten ingrijpende veranderingen in de waterhuishouding een verlaging van het grondwaterpeil en de verdroging van de zandige bodem. Het gebied ten zuidwesten van de dorpskern van Stokrooie wordt ontsierd door de aanplanting van kerstdennen. Aan het waterzuiveringstation langs de Demer werd in 2000 reeds een tweede uitbreiding gepland. De E-313 veroorzaakt geluids- en visuele hinder. De bebouwing in de Sacramentsstraat, langs de E313 en geïsoleerd van de dorpskern van Tuilt, is storend voor de directe omgeving van de monumentale toegangsdreef. Recente bebouwing levert geen bijdrage tot de landschapswaarden.