Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos

Ankerplaats ID:A40061

Landschap

Omschrijving

Deze ankerplaats beslaat de Dendervallei tussen Idegem en Ninove. De Dender heeft hier rond haar oevers een vrij breed meersengebied. Ter hoogte van Zandbergen staat juist op de grens van het alluvium het kasteeldomein van de Lalaing. De grachten rond het kasteel worden gevoed door een beekje dat uit het Geitebos komt. Ten zuiden van het kasteeldomein ligt een steile helling waar dit waterloopje zich heeft ingesneden. Het Geitebos ligt op een steile helling ten zuiden van Zandbergen. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen juist buiten het alluvium. De overgang van de Dendermeersen naar de beboste steile helling is een markante terreinovergang. Het Geitebos maakte ooit deel uit van het Kolenwoud. In de 11e tot 13e eeuw kende deze streek kleine boscomplexen die door cultuurlandschap versnipperd waren. Op de oudste kaart van het gebied (Horenbout in 1606) wordt naar het bos verwezen. Op de kaart van Sanderus uit 1644, staat het bos echter niet ingetekend. In een archief uit 1673 wordt er wel verwezen naar het ‘bois de Geete’. Vanaf de 18e eeuw wordt het bos steeds vaker vermeld oa in 1713- 1715 omtrend een zandsteenuitbating en in 1734-1791 omtrent hakhoutbeheer en op de Ferrariskaart (1775). Op deze laatste kaart wordt vrij nauwkeurig de grenzen van het bos weergegeven. Wanneer deze kaart met die van Vandermaelen vergeleken wordt (1840-1850) valt onmiddellijk op hoe sterk het noordoosten van het gebied aan bosoppervlakte heeft ingeboet. Het Geitebos wordt nog verder aangetast op topografische kaarten van 1892. Het weideoppervlak was toen ongeveer verdubbeld. De rooiingen tussen 1850 en 1880 troffen vooral het oostelijk gedeelte. Bepaalde stukken werden later opnieuw bebost zodat het bos in zijn huidige vorm ongeveer 44 ha beslaat. Relatief steile taluds en houtwallen duiden de oude bosgrenzen aan. In het bos gebeurde zandsteenuitbatingen. De talrijk verspreid voorkomende kleine kraters en enkele grote groeven in het oostelijk gedeelte getuigen hiervan. In de 18e en 19e eeuw werd een hakhoutbeheer gevoerd. Het hout werd verkocht. Op de kaart van Ferraris is de vallei zeer duidelijk te onderscheiden aan de hand van meersen, natte weilanden, gedeeltelijk met bomenrijen. Ook op de kaart van Vandermaelen (1850) en de kaart van MGI 1/20,000 (1947) was dit zo. Op MGI 1/20,000 was er in het noordelijk gedeelte, tussen Idegem en Zandberegen, enkele percelen bos (dit gebied was nog meersgebied op vroegere kaarten en wordt daarna terug meersgebied). Nu is er meer perceelsindeling en perceelsrandbegroeiing, maar het is nog steeds een onbebouwd weilandgebied. De wegenstructuur ten tijde van Ferraris rond de ankerplaats (Grimminge-Zandbergen) is nog goed herkenbaar. Aan de Schuitstraat in Pollare ligt een brugje over de Dender; dit vakwerkboogbrugje, via opleggingen rustend op bakstenen pijlers met natuurstenen decoratie. Het brugje dateert uit begin de 20e eeuw, waarschijnlijk uit 1910. De Wildermolen te Appeltere- Eichem is een korenmolen, een houten staakmolen op lage teerlingen, die werd aangekocht in Elingen en naar hier overgebracht in 1801. Reeds in 1571 was er hier sprake van een windmolen in Appelterre. Vermoedelijk is de huidige molen dus niet de eerste op deze plaats. Hij was tot in 1953 in bedrijf. Het molenkot heeft een kapeldak bedekt met leien en voorzien van een balkon. De molen is niet meer in gebruik. Het ‘Kasteel de Lalaing’ of ook wel ‘Hof van Lier’ genoemd, bevindt zich te Zandbergen, in een groot park dat tot grondgebied Denderwindeke uitloopt, op de grens van het Denderalluvium. De naam ‘Hof van Lier’ werd afgeleid van de titel gouverneur van Lier van één der vorige eigenaars. Het complex bestaat uit een kasteel met in U- vorm opgestelde dienstgebouwen omgeven door een vierkante omwalling met twee vaste bruggen. Er zijn twee beboomde toegangsdreven met hekkens en gietijzeren zuiltjes. Het was de zetel van de heren van Zandbergen. Vanaf de 16e eeuw is het in bezit van de familie de Lalaing. De bouwgeschiedenis is niet gekend. Vermoedelijk stond er in de 12e eeuw een versterkt kasteel en zou het verwoest geweest zijn door de geuzen in de 16e eeuw en door de hertog van Malborough in 1708. Het werd in de 18e eeuw hersteld. Oorspronkelijk was het een gesloten en versterkt kasteel dat in de 18e eeuw aangepast werd aan de toenmalige normen van betere bewoonbaarheid en opengewerkt als residentie. De sterk gerestaureerde toren klimt tot in de 16e eeuw op. Recht over het kasteel ligt de “Kasteelhoeve”, een rozebeschilderde semi- gesloten hoeve, mooi gelegen in een groen en beboomd landschap. Er loopt een beboomde dreef en er ligt een groot grasveld aan de straatzijde. De bakstenen gebouwen dateren uit de 18e, 19e en 20e eeuw en zijn gegroepeerd rondom een rechthoekige aarden erf. Er is een inrijpoort in het noordoosten. Het woonhuis is verankerd op het jaar 1752. De voormalige abdij van Beaupré ligt ten westen van Grimminge in een landelijke omgeving. Het complex is deels omwald en ommuurd. Het poortgebouw is dmv een beboomde dreef met de Klakvijverstraat verbonden. De voormalige Cisterciënzenabdij was afhankelijk van de abdij van Clairvaux, gesticht door Alix Van Boelare, vrouw van Grimminge, in 1228. De eerste religieuzen kwamen uit de abdij van Kameren. In 1578, tijdens de beeldenstorm, werd het klooster verlaten. Begin de 17e eeuw, was er de terugkeer en wederopbouw van de grotendeels verwoeste abdij. Tijdens de Franse aanval op Geraardsbergen waren het moeilijke tijden (17e eeuw). Het monumentale poortgebouw, het abdissenhuis en een poort bleven bewaard. Het poortgebouw werd gerestaureerd en wordt door een kunstschilder bewoond, in 1965 brandde het deels uit. Het centrum van Grimminge ligt net buiten het Denderalluvium, aan de voet van de Kakelenberg. Rond de verbreding van de hoofdstraat zijn de parochiekerk met pastorij ingeplant, het oud gemeentehuis, een semi-gesloten hoeve met recent woonhuis en bakstenen dienstgebouwen uit de 19e eeuw. De neoclassicistische kerk is opgericht in 1842-43, de oudere delen, uit de 12e eeuw daterend, werden geïntegreerd. Ook het gemeentehuis is in neoclassicistische stijl opgetrokken. De oudste delen van de kerk van Idegem dateren uit de 15e eeuw. De meeste delen van de huidige kerk dateren uit de 18e en de 19e eeuw.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Dendervallei ligt op alluviale gronden, het Geitebos ligt op een steile helling waar Tertiaire lagen dagzomen.

Historische waarde

Op de kaart van Ferraris (ca.1775) is de vallei zeer duidelijk te onderscheiden aan de hand van meersen, natte weilanden, gedeeltelijk met bomenrijen. Ook op de kaart van Vandermaelen (1850) en de kaart van MGI 1/20,000 (1947) was dit zo. Op MGI 1/20,000 was er in het noordelijk gedeelte, tussen Idegem en Zandberegen, enkele percelen bos (dit gebied was nog meersgebied op vroegere kaarten en wordt daarna terug meersgebied). Nu is er meer perceelsindeling en perceelsrandbegroeiing, maar het is nog steeds een onbebouwd weilandgebied. De wegenstructuur ten tijde van Ferraris rond de ankerplaats (Grimminge-Zandbergen) is nog goed herkenbaar. Het Geitebos maakte ooit deel uit van het Kolenwoud. In de 11e tot 13e eeuw kende deze streek kleine boscomplexen die door cultuurlandschap versnipperd waren. Wanneer de Ferrariskaart met die van Vandermaelen vergeleken wordt (1840-1850) valt onmiddellijk op hoe sterk het noordoosten van het gebied aan bosoppervlakte heeft ingeboet. Het Geitebos wordt nog verder aangetast op topografische kaarten van 1892. Het weideoppervlak was toen ongeveer verdubbeld. De rooiingen tussen 1850 en 1880 troffen vooral het oostelijk gedeelte. Bepaalde stukken werden later opnieuw bebost zodat het bos in zijn huidige vorm ongeveer 44 ha beslaat. Relatief steile taluds en houtwallen duiden de oude bosgrenzen aan. In het bos gebeurde zandsteenuitbatingen. In de 18e en 19e eeuw werd een hakhoutbeheer gevoerd. De Wildermolen te Appeltere- Eichem is een korenmolen, reeds in 1571 was er hier sprake van een windmolen. Vanaf de 16e eeuw is het ‘Hof van Lier’ in het bezit van de familie de Lalaing. De bouwgeschiedenis is niet gekend. Vermoedelijk stond er in de 12e eeuw een versterkt kasteel en zou het verwoest geweest zijn door de geuzen in de 16e eeuw en door de hertog van Malborough in 1708. Het werd in de 18e eeuw hersteld.

Esthetische waarde

Dender heeft een vrijwel recht verloop, vallei duidelijk te onderscheiden aan grondgebruik (overwegend weilanden), kleine regelmatige percelen en perceelsranden. Loop van de Dender wordt geaccentueerd door verschillende delen van bomenrijen langs de oever.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Dender heeft hier rond haar oevers een vrij breed meersengebied. Ter hoogte van Zandbergen staat juist op de grens van het alluvium het kasteeldomein van de Lalaing. De grachten rond het kasteel worden door een beekje, die uit het Geitebos komt, gevoed. Ten zuiden van het kasteeldomein ligt een steile helling waar dit waterloopje zich heeft ingesneden. Het Geitebos ligt op een steile helling ten zuiden van Zandbergen. Nederzettingen, zoals Grimmige, Pollare en Idegem, liggen juist buiten het alluvium.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud

ontginningen in Geitebos

Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • steilrand
  • markante terreinovergang
  • holle weg

ontginningen in Geitebos

Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • beek
  • vallei
  • meander

bronniveau’s

Geologie:
  • ontsluitingen

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • toren
  • kasteelgracht

Hof van Lier, dienstgebouwen

Bouwkundig erfgoed:
  • (heren)woning
  • huis
  • villa
Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • abdij
  • pastorie

Grimminge en Idegem

Klein historisch erfgoed:
  • schandpaal

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Spoorweg: Waterbouwkundige infrastructuur:

  • dijk
  • brug
  • pompgemaal
  • grachtenstelsel
  • lijnpad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • houtwal
  • hagen
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver
Topografie:
  • repelvormig
  • opstrekkend
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
Typische landbouwteelten:
  • hoogstam
Bos:
  • loof
  • middelhout
  • hooghout
  • struweel
Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering