Staatsbossen van Ravels

Ankerplaats ID:A10020

Omschrijving

De Staatsbossen van Ravels zijn gelegen in het noorden van de provincie Antwerpen, tegen de Nederlandse grens. De begrenzing wordt gevormd door de gemeentegrens met Weelde in het noorden, de landbouwzone ‘Kijkverdriet’, de gemeentegrens met Arendonk en de rijksgrens met Nederland in het oosten, het zijkanaal Dessel-Turnhout met het Zwartwater in het zuiden, en tot slot de Wouwerloop en de Marelse Loop in het oosten. Bij Ferraris (1777) is deze ankerplaats aangeduid als ‘Bruyère de Raevels’, een uitgestrekt heidegebied met vennen en moerassen. In 1903-1904 werd het gebied aangekocht door de Belgische staat met als doel er economisch rendabele bossen aan te planten. Vanaf 1906 werd gestart met de effectieve bebossing met bodembewerkingen zoals diepploegen, het graven van afwateringskanalen en het bemesten. Op de kaarten van het MGI, die de toestand weergeven in 1909, zien we dat het zuidelijke deel van de ankerplaats reeds is bebost. De landschappelijke structuur en het uitzicht met rechthoekige blokken, van elkaar gescheiden door dreven en aarden wegen, zijn tot vandaag nagenoeg onveranderd gebleven. De noordelijke helft van de Staatsbossen werd iets later aangeplant en is sindsdien eveneens nagenoeg onveranderd gebleven. Binnen de dichte boscomplexen verwijzen diverse vennen en heiderelicten nog naar het landschap in de 18de en 19de eeuw; van de oorspronkelijke vennen bleven er immers een 7-tal bewaard. Ter hoogte van het Kijkverdriet heeft de geschiedenis een andere invloed gehad. Eertijds eveneens heide, herkennen we bij het MGI een aaneengesloten weidegebied. Het huidige rectangulaire kavelpatroon is een overblijfsel van eerder recente landbouwontginningen net voor de helft van de 20ste eeuw. De Staatsbossen van Ravels zijn gesitueerd op voormalige heide met vennen in de Antwerpse Noorderkempen. Het is een uitgestrekt en rustig gebied met een grote landschappelijke en abiotische diversiteit die gepaard gaat met een aanzienlijke biologische diversiteit. De rijke afwisseling in zowel loof- als naaldhout hangt samen met de aanwezigheid van bosbouwkundige proefzones. De heide- en venrestanten herbergen een typische flora en op mycologisch vlak behoren de bossen van Ravels tot de rijkste van de streek. Men vindt er bovendien typische vogelsoorten voor naaldhoutcomplexen, alsook een behoorlijke reeënpopulatie. Het in het zuidoosten gelegen ‘Kijkverdriet’ wordt gekenmerkt door een zeer specifieke hydrologie met opkwellend grondwater en herbergt als gevolg daarvan een typische botanische rijkdom. Bovendien biedt het ideaal habitat voor verschillende amfibie- en insectensoorten. Voor het grootste deel gedomineerd door aaneengesloten bosgebied, is deze ankerplaats, dankzij het voorkomen van heiderelicten en venrestanten toch gevarieerd in structuur. Het centrale gesloten gedeelte vormt bovendien een sterk contrast met de omgevende open ruimte, waar ook het Kijkverdriet deel van uitmaakt. De uitgestrektheid, de rust en de afwisseling die dit landschap te bieden heeft, geeft het een aanzienlijke belevings- en esthetische waarde. In het noordoosten aansluitend op boscomplexen op Nederlands grondgebied maakt het deel uit van een veel meer uitgestrekte, gesloten entiteit. Teneinde de belevingswaarde van dit landschap te verzekeren dient de structuur, en daarmee ook het contrast tussen het gesloten boscomplex en de omgevende open ruimte, bewaard te blijven.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Staatsbossen van Ravels zijn gesitueerd op voormalige heide met vennen in de Antwerpse Noorderkempen. Het is een uitgestrekt en rustig gebied met een grote landschappelijke en abiotische diversiteit die gepaard gaat met een grote biologische diversiteit. De rijke afwisseling in zowel loof- als naaldhout hangt samen met de aanwezigheid van bosbouwkundige proefzones. De heide- en venrestanten herbergen een typische flora en op mycologisch vlak behoren de bossen van Ravels tot de rijkste van de streek. Men vindt er typische vogelsoorten voor naaldhoutcomplexen, alsook een behoorlijke reeënpopulatie. Het in het zuidoosten gelegen ‘Kijkverdriet’ wordt gekenmerkt door een zeer specifieke hydrologie met opkwellend grondwater en herbergt als gevolg daarvan een zeer typische botanische rijkdom. Bovendien biedt het ideaal habitat voor verschillende amfibie- en insectensoorten.

Historische waarde

Bij Ferraris (1777) en Vandermaelen (1854) herkennen we het gebied van de huidige ‘Staatsbossen van Ravels’ als heide met vennen. Vanaf 1906 werd gestart met de effectieve bebossing. Op de kaarten van het MGI, die de toestand weergeven in 1909, zien we dat het zuidelijke deel van de ankerplaats reeds is bebost. De landschappelijke structuur en het uitzicht van dit deel zijn tot vandaag nagenoeg onveranderd gebleven. De noordelijke helft van de Staatsbossen werd iets later aangeplant en is sindsdien eveneens nagenoeg onveranderd gebleven. Binnen de dichte boscomplexen verwijzen diverse vennen en heiderelicten nog naar het landschap in de 18de en 19de eeuw. Ter hoogte van het Kijkverdriet herkennen we bij het MGI een aaneengesloten weidegebied; het huidige rectangulaire kavelpatroon is een overblijfsel van eerder recente ontginningen net voor de helft van de 20ste eeuw.

Esthetische waarde

De Staatsbossen van Ravels betreffen een groot, aaneengesloten bosgebied, doch gevarieerd door het voorkomen van heiderelicten en venrestanten. De dichte bosstructuur vormt een sterk contrast met de omgevende open ruimte, waar ook het Kijkverdriet deel van uitmaakt. De uitgestrektheid, de rust en de afwisseling die dit landschap te bieden heeft, geeft het een aanzienlijke belevings- en esthetische waarde.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Deze ankerplaats betreft voor het grootste deel een gesloten bosgebied, de Staatsbossen, dat in sterk contrast staat met de openheid van de landelijke omgeving. Opvallend is de blokvormige structuur die wordt doorsneden door aarden wegen en dreven. Naar het noordenoosten sluit het gebied aan op boscomplexen op Nederlands grondgebied waardoor het deel is van een veel uitgestrekter complex.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • waterloop

Marelse Loop, Witvenloop

Moerassige gronden:
  • moeras
  • ven

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
Klein historisch erfgoed:
  • grenspaal

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
Topografie:
  • blokvormig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • heide

heiderelicten

Bos:
  • naald
  • loof
  • hooghout
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Een ruilverkaveling ‘oude stijl’ heeft in de jaren ‘80 ter hoogte van het Kijkverdriet de oorspronkelijke situatie van zeer gevarieerde landschappelijke en abiotische kenmerken enigszins vervlakt. De nu nog in het gebied voorkomende landbouw heeft door een weinig gevarieerde cultuur een nadelig effect op de landschapsbeleving. Ook op te merken is de Arendonkse Steenweg, die de Staatsbossen ruimtelijk, maar ook functioneel in twee aparte entiteiten verdeelt. Behoud van de aarden wegen en dreven die de Staatsbossen doorkruisen is vanuit cultuurhistorisch en ruimtelijk oogpunt ten zeerste gewenst.