De Tösh, Langeren en Wurfeld

Ankerplaats ID:A70040

Landschap

Omschrijving

Het gebied strekt zich uit langs de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik. In het noorden wordt het begrensd door de Diestersteenweg en in het zuiden grosso modo door de gemeentegrens met Elen. Het dekzandgebied van Maaseik, waartoe het landschap grotendeels behoort, wordt gekenmerkt door het voorkomen van eolische dekzanden, rustend op grove Maasgrinden, voornamelijk afgezet tijdens de Würmijstijd (zo’n 70 000 tot 10 000 jaar geleden). De beekvalleien van de Kleine Beek en de Sloot zijn weinig ingesneden. Het vlakke reliëf werd plaatselijk gediversifieerd door latere zandverstuivingen en de vorming van landduinen zoals bij Siemkensheuvel. De watertafel is relatief ondiep, nochtans zijn de bodems relatief droog omwille van de hoge permeabiliteit van de ondergrond. De kolonisatie van de Maaslandse Kempen, zoals dit deel van de Maasvallei ook wel genoemd wordt, kan niet los worden gezien van de vlakbij gelegen vruchtbare alluviale vlakte van de Maas. De Salische Franken, vooral veeboeren, zijn waarschijnlijk de eersten geweest die zich in het gebied gevestigd hebben. Slechts in de 11de en 12de eeuw begon men onder impuls van de kloosterorden met grote ontginningen. De bedding van de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik werd waarschijnlijk gedurende de 13de en/of de 14de eeuw gegraven met de bedoeling om de Maaseiker stadswallen van voldoende water te voorzien en om enkele molens, o.a. de Wurfeldermolen en de Langerenmolen te laten draaien. In die periode begon Maaseik (Nieuwe Eyke) aan een periode van bloei, dit in tegenstelling met het net ten noorden van Maaseik gelegen Aldeneik (Alde Eyke). De gegraven Bosbeek bevindt zich tussen Neeroeteren en Maaseik plaatselijk hoger dan het maaiveld. Waarschijnlijk is de nu aanwezige meandering achteraf op natuurlijke wijze ontstaan en werden de dijken voortdurend aangepast en bijgewerkt. Door de dijkenaanleg werd een moerasgebied gevormd ten zuiden van de beek en ten oosten van de Staart en Schootsheide. Ook op morfologische basis kan de loop van de Bosbeek als artificieel beschouwd worden. De natuurlijke loop zou dan zuid-noord geörienteerd geweest zijn, ongeveer gelijklopend met de gemeentegrens Neeroeteren-Maaseik. Hier bevindt zich namelijk een brede ondiepe depressie. Het beoogde landschap vormt een belangrijke schakel in een landschappelijk waardevolle zone die zich uitstrekt tussen Kinrooi en Lanaken. Men treft in de westelijke helft een kleinschalig oud cultuurlandschap op een plaggenbodem aan in het deelgebied Langeren en De Staart, met een grote dichtheid aan houtkanten, graslanden, akkertjes en geriefhoutbossen . Een aantal van deze lijnvormige landschapselementen verdween helaas onder druk van schaalvergroting in de landbouw en de omvorming van weilanden tot (maïs)akker. Een aantal percelen werd opgeplant met populieren. Centraal in het gebied ligt de zogenaamde Tösch, een nat terrein met grote percelen ten zuiden van de Bosbeek. Van noord naar zuid komt achtereenvolgens open moeras, riet, wilgenstruweel en elzenbroekbos en eiken-berkenbos op de hoger gelegen delen voor. Een uitgestrekt gebied van weiden en akkers op een plaggenbodem bepaalt het uitzicht van het oostelijk deel van het beoogde landschap, genaamd Wurfeld. De naam betekent wilgenveld en verwijst naar de vroegere uitgestrekte moerassen en wilgenstruwelen. Na de bouw van een watermolen werden in de omgeving een aantal hoeven opgetrokken van waaruit het omliggende terrein ontgonnen werd. De Siemkensheuvel is een restant van een door erosie grotendeels genivelleerde landduin en aldus nog moeilijk in het landschap herkenbaar. De zeer droge bodem en de daaraan aangepaste plantengroei zijn wel opvallend. Landduinen zijn zeer waardevolle fysische landschappen voor de studie van de landschapsvorming onder invloed van wind en vegetatie. De Siemkensheuvel was de galgenberg van Maaseik. De Langerenmolen te Neeroeteren is niet meer in bedrijf. Het houten waterrad, dat via een eikenhouten as op een traditionele buitenconstructie draait is verdwenen. Enkel het verbouwde molenhuis is aanwezig. De Wurfeldermolen, een boeren- en bakkersgemaal, is nog maalvaardig. Het betreft een zware waterkorenmolen met 19de eeuwse kenmerken en 20ste eeuwse aanpassingen. Het kasteel Wurfeld - met hoeve, park, tuinen en vijver - werd gebouwd omstreeks 1900 in eclectische stijl. Vermeldenswaardige boerderijen met een oudere kern op het grondgebied van Wurfeld zijn de Vergelshoeve in versteende vakwerkbouw, het Engerhof en de Heibloemhoeve. Enkele wandel- en fietsroutes doorkruisen het landschap.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het beoogde landschap maakt de studie van vroegere menselijke beïnvloeding (o.a. het graven van de Bosbeek) op geomorfologische processen mogelijk. De grote verscheidenheid aan landschapstypen heeft een grote ecologische waarde tot gevolg: oude cultuurlandschappen op plaggenbodem met talrijke houtkanten (Langeren) of meer open (Wurfeld), een centraal moersasgebied, een restant van een landduin (Siemkensheuvel) en de gegraven Bosbeek met dijken boven het maaiveld.

Historische waarde

De bedding van de Bosbeek tussen Neeroeteren en Maaseik werd waarschijnlijk gedurende de 13de en/of de 14de eeuw gegraven met de bedoeling om de Maaseiker stadswallen van voldoende water te voorzien en om enkele molens, o.a. de Wurfeldermolen en de Langerenmolen, te laten draaien. In die periode begon Maaseik (Nieuwe Eyke) aan een periode van bloei, dit in tegenstelling met het net ten noorden van Maaseik gelegen Aldeneik (Alde Eyke). De Siemkensheuvel was de galgenberg van Maaseik. Behalve het voorkomen van voornoemde watermolens zijn ook verschillende hoeven met historische kern (Vergelshoeve, Engerhof, Heibloemhoeve) van belang.

Esthetische waarde

Bepalend voor de esthetische waarden van het beoogde landschap zijn de beslotenheid van het kleinschalige oude cultuurlandschap met talrijke houtkanten te Langeren en de Staart, de afwisseling in de begroeiing onder invloed van een vochtgradient in de Tösch en de meanderende Bosbeek met zijn hoge dijken. Ook het kontrast tussen dit gesloten landschap en het meer open karakter van Wurfeld is relevant.

Sociaal-culturele waarde

Fietspaden en wandelroutes doorkruisen het gebied.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Bosbeek is bepalend voor de structuur van het landschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • landduin
Hydrografische Elementen:
  • beek
  • vallei
  • meander

o.a. Bosbeek

Moerassige gronden:
  • moeras
  • rietland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park

kasteel Wurfeld

Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • gehucht

Wurfeld

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • landgoed

kasteel Wurfeld

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
Molens:
  • watermolen

Langerenmolen, Wurfeldermolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel

o.a. grot Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • pad
Spoorweg:
  • verlaten spoorweg
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • houtwal
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • poel
  • vijver
Topografie:
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • plaggenbodems
Bos:
  • loof
  • broek
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Bedreigingen voor het landschap zijn schaalvergroting in de landbouw met slechten van houtkanten, omvormen van weiden naar akkers, overbemesting en gebruik van pesticiden. Problematisch zijn ook de dijkdoorbraken en het doorsijpelen van water langs de Bosbeek.