Dorpskom Tervuren en Warandepark

Ankerplaats ID:A20038

Omschrijving

Het omschreven gebied strekt zich uit vanaf de Tervurenlaan tot de Voervallei ter hoogte van de dorpskern van Vossem. Het park van Tervuren fungeert tesamen met het Kapucijnenbos als brongebied van de Voer, die nabij de Vossemvijver het domein uitstroomt. De eerste vermelding van een nederzetting dateert uit de 8ste eeuw. Reeds in de 12de eeuw was deze site al bewoond door de hertogen van Brabant. Het middeleeuwse kasteel werd meermaals verbouwd, de laatste ingrijpende restauratie gebeurde onder Karel van Lotharingen. Het paleis werd in 1782 gesloopt in opdracht van Keizer Jozef II. De overblijfselen van dit kasteel, gelegen aan de vijver nabij de Sint-Hubertuskapel, werden bij opgravingen uitvoerig onderzocht. De ringmuur rond het park werd aangelegd tussen 1625 en 1632, een groot deel van deze muur bestaat nog steeds, vooral langs de kant van Vossem. Op de plaats ‘Hoogvorst’, nabij de Sint-Hubertuskapel, liet Karel van Lotharingen door architect Dewez een nieuw kasteel optrekken, waarvan heden nog de indrukwekkende stallingen, opgetrokken in hoefijzervorm, overblijven. De Sint-Hubertuskapel is een voorbeeld van de overgang van classicistische renaissance naar barok, ze werd in 1617 ingewijd en wordt toegeschreven aan Wenceslas Cobergher, hoofdarchitect van de Aartshertogen. Koning Willem I maakte het park over aan de Prins van Oranje als wederdienst voor zijn bijdrage in de slag van Waterloo. De prins van Oranje liet vanaf 1817 door architect Vander Straeten een ‘paviljoen’ in strenge classicistische stijl optrekken, het zou in 1879 afbranden en op dezelfde plaats - tegenover de huidige Tervurenlaan - verscheen een nieuw paleis in Lodewijk XVIde-stijl, waarin tijdens de Wereldtentoonstelling van 1897 een deel van de Kongolese afdeling onderdak vond. De naam Koloniënpaleis dateert uit deze periode. De landschapsarchitect E.Lainé legde het fraaie park aan in Franse stijl met merkwaardige axiale perspectieven. Er kwam eveneens een groententuin en boomgaard. Het park werd publiek toegankelijk. Ch.L.Girault tekende in 1902 in opdracht van koning Leopold II deplannen voor het huidige Museum voor Midden-Afrika, in een stijl die herinnert aan het grote en kleine Paleis van Parijs. Het werd in 1910 door koning Albert I ingehuldigd. In 1911 werd het grootste deel van het domein overgedragen aan de toenmalige diensten van Waters en Bossen. Het gehele domein, Park van Tervuren of Warande genoemd, is 225 ha groot, de ringmuur is 7 km lang, 8 vijvers volgen mekaar op rond een hoger gelegen deel van waaruit 8 dreven vertrekken, die door Karel van Lotharingen aangelegd werden. Een aantal van deze vijvers kregen een naam: Gorsvijver, Bijvijver, Molenvijver, Vossemvijver, Grote Vaart, Kleine Vaart. Deze zogenaamde ‘zevensterre’ in de Warande weerspiegelt de geometrische vormgeving, kenmerkend voor de in de 17de eeuwse heersende classicistische stijl. De Gordaalmolen in het Warandedomein, ook Spaans huis genoemd, is een verbouwd geheel uit de 17de eeuw. De Tervurenlaan werd in 1897 ook in opdracht van Leopold II aangelegd, waardoor de verbinding met het Brusselse Jubelpark tot stand kwam.. Deze laan werd beplant met meerdere rijen kastanjebomen, zowel in de middenstrook als langs de buitenzijde van de gescheiden rijbanen. Tervuren werd vooral dank zij de wereldtentoonstelling van 1897 een knooppunt van spoor- en tramlijnen. De spoorwegverbinding tussen Brussel-Leopoldswijk en Tervuren kwam tot stand in 1881-1882, aangelegd door een private maatschappij. Het oorspronkelijke eindstation te Tervuren was gelegen aan de Albertlaan maar het werd in 1897 omwille van de wereldtentoonstelling overgeplaatst naar de steenweg naar Leuven, tegenover het park. Het was in 1931 de eerste spoorlijn in ons land die met elektrische tractie geëxploiteerd werd. Het reizigersvervoer werd stopgezet eind 1958, goederenverkeer bleef doorgaan tot 1970. Het mooie houten stationsgebouw is al enkele decennia verdwenen, enkel een voormalige goederenloods blijf over. In 1896 werd aan de maatschappij Ixelles-Boendael de concessie verleend voor de tramlijn van Brussel naar Tervuren, die in 1897 klaar kwam en elektrisch moest geëxploiteerd worden, hetgeen aanvankelijk met accu-rijtuigen gebeurde. Enkele jaren nadien werd de lijn overgenomen door de Tramway Bruxellois. Het pittoreske eindpunt van deze lijn, met een keerlus, is nog steeds in gebruik. Tenslotte kwam in 1897 ook de Buurtspoorweglijn Leuven-Tervuren klaar, deze sloot aan bij het spoorwegstation. Vanuit Vossem kwamen de verbindingen met Brussel via Sterrebeek en met Tienen via Hamme-Mille tot stand. De lijn Vossem Tervuren werd een aftakking van de lijn Leuven-Brussel. De tramverbinding Brussel-Tienen-Luik speelde een belangrijke rol tijdens de tweede wereldoorlog toen de spoorwegverbindingen onderbroken waren. De verbinding Vossem-Tervuren werd opgeheven in 1954, de lijn Leuven-Vossem-Brussel bleef nog in gebruik tot 1961. Het centrum van Tervuren heeft dankzij haar rijk historisch verleden een aantal prachtige historische gebouwen, zoals de Sint-Jan-Evangelistkerk, de pastorij, de 18de eeuwse huizen in de Kasteelstraat, kasteel Stolberg-De Robiano. De Sint-Janskerk, hoofdzakelijk opgetrokken in Brabantse gotische stijl, is gelegen in het midden van een plein dat vroeger omzoomd was met oude huizen.De oudste delen van de kerk stammen uit de 13de en 14de eeuw. Het Robianokasteel werd grotendeels in romatische stijl wederopgebouwd in 1877, de aanpalende maar sterk verbouwde hoeve uit de 18de eeuw, maakte voordien deel uit van het domein. Het oudste deel van de pastorij werd opgetrokken in de 17de eeuw in traditionele bak- en zandsteenstijl, het geheel werd verbouwd in 19de en 20ste eeuw.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Warande werd door een aantal landschapsarchitecten aangelegd, de Franse tuin werd in 1897 door E. Lainé aangelegd. De zevensterre in de Warande weerspiegeld de geometrische vormgeving, kenmerkend voor de in de 17de eeuwse heersende classicistische stijl. Tervuren vormt samen met het kapucijnenbos het brongebied van de Voer.

Historische waarde

Reeds in de 12 eeuw was deze site al bewoond door de hertogen van Brabant. Tervuren genoot een grote belangstelling van de hertogen van Brabant die het uitbouwde tot een luxueuze residentie. De paar gebouwen die ervan overbleven bevinden zich aan de Rijkunstdreef nl. Het “Hoefijzer” en de Sint-Hubertuskapel. De Warande hoorde bij het hertogelijk paleis en kreeg haar stervorm midden de 18e eeuw. Het paleis werd in 1782 gesloopt in opdracht van Keizer Jozef II. Het Museum voor Midden Afrika werd op het eind van de negentiende eeuw aangelegd in opdracht van Leopold II evenals het Koloniënpaleis dat dateert van 1879. Er zijn nog sporen van de middeleeuwse burcht te bespeuren. De Tervuurse dreef werd in 1897 ook in opdracht van Leopold II aangelegd.

Esthetische waarde

Het park van Tervuren heeft gezien zijn schaal en ontwerpkwaliteit een hoge esthetische waarde.

Sociaal-culturele waarde

Sinds de 12de eeuw is Tervuren, dat verweven is met het koloniaal verleden van België, een oord met een hoge vorstelijke interesse.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • plein
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • muur
  • kasteelgracht
Molens:
  • watermolen
Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
  • pastorie

Archeologische elementen:

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
  • Oostenrijkse periode
Spoorweg:
  • verlaten spoorweg
  • oude tramroute

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
Kunstmatige waters:
  • vijver
Bos:
  • naald
  • loof

Opmerkingen en knelpunten

Bebouwing in dorpskern, bebouwing ter hoogte van Lokaartsveld