Trimpontbos en Haeyensbos

Ankerplaats ID:A40072

Omschrijving

Deze ankerplaats situeert zich op grondgebied van de gemeente Brakel. De zuidelijke en westelijke grens wordt deels door de gewestgrens gevormd. Het is logisch dat de taalgrens gevormd wordt door de heuvelkammen met hun bossen. Ze waren immers een soort natuurlijke hindernis. In de 13e eeuw en rond 1960 waren er twisten rond de begrenzing. Het woud deed ook als schuilplaats dienst voor misdadigers of bannelingen. In de 15e eeuw werd de streek regelmatig gepluderd. In 1755 werden een troep “Egyptenaren” uit de bossen gehaald en veroordeeld. In de Vlaamse Ardennen komt een twaalftal heuvels voor die sterk opvallen in het reliëf omdat ze niet alleen allemaal ongeveer een hoogte van rond de 150 meter bereiken, maar ook doordat ze op één enkele west- oost gerichte lijn zijn gelegen. Men noemt deze heuvels ook nog wel ‘getuigenheuvels’. Hun ijzerrijke toppen zijn beter tegen regen, en dus erosie, bestand. Het Trimpontbos-Haeyensbos ligt op één van deze heuvels. Er zijn verschillende valleitjes aanwezig in het bos, en er is het brongebied van de Terkleppebeek en de Verrebeek. Op de valleihelling komen duidelijke taluds voor. Tijdens de transgressie van de Diestiaanzee, ongeveer 7 miljoen jaar geleden, werden verschillende zandbanken gevormd die allen evenwijdig met de kust lopen en een twintigtal meter boven de zeespiegel uitsteken. Toen de Diestiaan-zee zich terugtrok gebeurde dat zeer geleidelijk en kalm, zodat het patroon van de zandbanken niet verstoord werd en bleef bestaan. De geulen tussen de zandbanken werd grotendeels opgevuld, maar de zandbanken bleven nog lichtjes boven de omgeving uitsteken. De waterlopen op het nieuwe land vormden zich in de laagst gelegen stukken, dus niet op de zandbanken zelf. Naarmate de tijd vorderde sneden de waterlopen zich steeds dieper in en kwamen de voormalige zandbanken steeds hoger boven hun omgeving te liggen. Het feit dat deze banken zo erosieresistent waren is te danken aan het glauconiet in de Diestiaanse afzettingen. Het limoniet kitte de korrels aan elkaar zodat er uiteindelijk ijzerzandsteen werd gevormd, een materiaal dat veel weerstand tegen erosie biedt. De ijzerzandsteenkap vormde als het ware een hoed, die de zandbanken tegen erosie beschermde. De depressies tussen de zandbanken bleven onder het waterpeil liggen zodat het glauconiet niet werd omgezet en dus het zand niet aan elkaar kon kitten. Erosie had dan ook vrij spel op deze stukken. De getuigenheuvels van de Vlaamse Heuvelstreek zijn dus de overblijfselen van de Diestiaanse zandbanken. In bepaalde theorieën neemt men aan dat ze op één enkele relatief lange zandbank liggen. De ligging van deze getuigenheuvels, waarvan de helft van deze heuvels zich in de Vlaamse Ardennen bevindt, kan geen toeval zijn. Het Trimpontbos is niet zo hoog gelegen als de andere bossen, het hoogste punt van het bos bedraagt 90 meter. De steilste hellingen komen in de buurt van de beek voor. Vandaag zijn de rivieren al verschillende tientallen meters diep ingesneden ten opzichte van het vroegere oppervlak. Dit heeft tot gevolg dat de zandbanken op dit ogenblik als opvallende heuvels in het landschap uitsteken. Hun absolute hoogte neemt af van zuid naar noord. Langs de valleiwanden zijn er verschillende Tertiaire ontsluitingen (Bartoonklei, Lediaanzand, Panesiliaanzand,… ). De heuvels tellen verschillende bronbossen. De uitsijpelingsbronnen zijn in verschillende bronniveaus met bronamfitheaters aanwezig, daar waar de waterhoudende zandlagen en ondoordringbare kleilagen elkaar snijden. Zij voeden de talrijke beekjes en waren ook bepalend voor de oudste bebouwing die op sommige plaatsen precies op de bronnenlijn lag. Het “Hof ter Bruggen” is één van de grote historische pachthoeven van Opbrakel, het werd in 1571 reeds vermeld. In het kaartboek van Hoelman uit 1651-54 staat het als met een bijhorend omgracht opperhof. De bedrijfsgebouwen zijn na een brand in 1976 vervangen. Het boerenhuis bleef gespaard maar werd uitwendig vernieuwd. De Verrebeekmolen is een stenen windmolen, aan de Verrebeekkouter gelegen. Aanvankelijk werd de molen als oliewindmolen gebouwd, de aanvang van de werken startte in 1789 en mogelijks pas in 1803 (omwille van jaartal op staart) voltooid. Eind de 19e eeuw werd hij tot graanmolen gewijzigd. Na de plaatsing van een electrische motor in 1919 was de molen nog tot in 1938 in bedrijf. De afname van de molenkap en het gevlucht in 1953 leidde het verval verder in. Na voorlopige herstellingen van de molen veroorzaakte een storm in 1983 zware schade. Hierdoor was volledige ontmanteling van de molen noodzakelijk. In 1996 werd de molen volledig terug heropgebouwd naar model van de om bouwtechnische redenen voordien afgebroken molen. De voorheen omgrachte ‘oude pastorie’ was vroeger in het bezit van de abdij van Ename, van de pastorie was al vermelding in 1622. In het kaartenboek van 1651-54 werd het als “kuerrenhofstede” aangegeven. In 1666 stond er een leembouw met strodak. In 1679 werd een nieuwbouw neergezet die vermoedelijk in de 18e eeuw werd aangepast. Tot 1780 bleef het pastorie. In 1999-2000 werden renovatiewerken uitgevoerd. Vanaf de kaart van 1895 is de spoorlijn Zottegem- Ronse op de kaarten aangeduid.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats is gelegen in de Vlaamse Ardennen op een uitloper van de getuigenheuvelrug. De bossen zijn voornamelijk in de diep ingesneden valleitjes aanwezig. Het is het brongebied van verschillende beken. Op de valleiwanden zijn er taluds. De bossen sluiten of sloten op het grotere Bois de la Louvière aan.

Historische waarde

Het Trimpontbos bestond reeds ten tijde van Ferraris uit drie aparte stukken, deze zijn nu wel iets in oppervlakte afgenomen en meer gefragmenteerd (tov Ferraris en Vandermaelen). Het zuidelijk bosfragment is het meest herkenbaar gebleven. Moet oorspronkelijk aangesloten hebben op het Bois de la Louvière, maar dit was ten tijde van Ferraris bijna niet meer het geval. De wegenstructuur is gelijk gebleven. Het Haeyensbos is goed bewaard tov Vandermaelen. Het heeft geen vernippering ondergaan. De wegenstructuur is nog identiek tov Vandermaelen. Vanaf 1851 is de spoorlijn Ronse- Zottegem op kaart te zien. De site van de Verrebroekmolen dateert van begin de 19e eeuw.

Esthetische waarde

De bossen bevinden zich op de steile hellingen. Daarrond ligt verspreide bewoning en akker- en weilanden.

Sociaal-culturele waarde

De bossen deden voor het Ancien Regime dienst als schuilplaats voor roversbenden.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De bossen waren oorspronkelijk aan het bois de la Louvière aangesloten. Nu zijn voornamelijk de steile hellingen en diep ingesneden valleitjes bebost. De overige gronden liggen onder weiden en akkerland. Er komt aan de oostzijde lintbebouwing voor. Ter hoogte van Maandag komt een kouter voor. Het gebied tussen Trimpont en Parike wordt gekenmerkt door valleitjes met bospercelen. De spoorwegberm van de voormalige lijn Ronse- Zottegem loopt door het gebied.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • markante terreinovergang
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
  • meander
Geologie:
  • ontsluitingen

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • hof

Hof ter Bruggen

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal

Hof ter Bruggen

Molens:
  • windmolen

Verrebeekmolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
  • pastorie

Oude Pastorie

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
Spoorweg:
  • verlaten spoorweg

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • kaphaag
Topografie:
  • onregelmatig
Bos:
  • loof
  • middelhout
  • hooghout