R20065: Hellingsbossen van Noord-Haspengouw

Verstoring: Vaak zijn de hellingsbossen verkaveld. Kloesebos: R25

Herkenbaarheid: 2

Samenhang: 1

Gaafheid: 2

Wetenschappelijke waarde:

Vaak komen in deze restbossen nog zeldzame vegetaties voor. Doordat de tertiaire ondergrond hier vaak dagzoomt geeft dit vaak een aparte vegetatie. Op sommige plaatsen komt er als ondergroei nog heidevegetatie voor, elders werd de tot in de 19de eeuw hier veelvuldig voorkomende heide hersteld. Paleolithische en Mesolithische vondsten.

Historische waarde:

Verspreid over het Hageland liggen er op de steile randen van de Diestiaanruggen restanten van grote bossen die vaak de hele rug omvatten ten tijde van Ferraris. In noordelijk Hageland waren zij op hun beurt restanten van het Kolenbos dat in noordelijk Hageland tot voor 1100 quasi ongerept was (cf. toponiemen). De bossen werden in het zuiden van Het Hageland veel vroeger gerooid omdat ze op een vruchtbare bodem stonden. Hasenberg: tussen V.d.M. en begin 1900 volledig ontbost op de steilste hellingen na. De bebouwing kwam nadien. Konijnenberg:Van op de heuvel loopt parallel met de beek enkel taluds door de mens aangelegd. De noordelijke zijde van de berg was 20 jaar terug ook bebost. Tienbunderbos: het restant van het grote bos t.t.v. F. werd door de aanlag van de A2 nog eens opgedeeld. Montenakenbos: restanten van het grote “Montenakenbos” Dat geheel het gehucht omvatte en waarvan er nog meerder resten rond het gehucht verspreid liggen. Dit is het grootste restant. Mostingbos-Peperbos-Kaaskorf:Begin twintigste eeuw was 3/4 van het bos gerooid, de rest van het bos was erg versnipperd. Nadien is het aantal percelen bos terug toegenomen waardoor terug een groter aaneengesloten bos onstond met daar rond nog enkele losse percelen bos. Houwaertsberg: de flanken van de “berg” waren tot V.d.M. bebost. Begin twintigste eeuw waren er nog enkele percelen bos. Tussen de akkers lagen/liggen taluds en holle wegen. Hertogenbos-Kloesebos: Tot na V.d.M. bos met middenin wat heide, nadien werd het door perceelsgewijze rooiing volledig versnipperd. De schaapsvijver wijzigde gedurende de 230 laatste jaren van ligging en vorm en stond perioden droog. Eikelberg: T.t.v. F. heide, nadien bebost. De bewoning nam aanvang vanaf begin de twintigste eeuw. Liedeberg:Volledig bebost tot na V.d.M., nadien perceelsgewijs gerooid en omgezet naar akker, na WOII aan de noordelijke zijde een verkaveling. Na 1965 werden nog bepaalde delen gerooid, andere delen werden terug aan geplant. Benninksberg-Kratenberg: wegen over de Benninksberg dateren van de laatste 50 jaar. De zuidelijke hellingen van de Kratenberg behield haar bebossing en haar begroeide taluds, meer naar het oosten van de helling is de zone meer aangetast door bebouwing en bebossing. Wijngaardberg: was tot na V.d.M. bebost, nadien werd de top gerooid en werden er boomgaarden (laagstam) op geplant. Op de top van de wijngaard berg staat een kilometerlange muur ter bescherming van het fruit. (aan noordelijke zijde een verlaten Diestiaangroeve) Waaiberg: was ten tijde van Ferraris heide, werd nadien ontgonnen maar sinds begin de twintigste eeuw werd het perceelsgewijs bebost waardoor het een versnipperde indruk geeft.

Esthetische waarde:

Van op de vaak ongerepte diestiaanruggen en de hellingen heeft men in een beboste omgeving een panoramisch uitzicht. Tevens zorgen de bossen op de hellingen voor een variatie in het landschap. Op de hellingen lopen vaak nog holle wegen met een grote planten- en bloemenrijkdom.

Beleidswenselijkheden:

Behoud van de hellingsbossen en uitbreiding van het bosareaal. Onderhoud van de holle wegen, niet asfalteren en behoud van de taluds.