Ankerplaats ID: | A10047 |
---|
De ankerplaats ‘Kasteel en Kleine Netebeemden van Grobbendonk’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Grobbendonk, Vorselaar en Herentals. De begrenzing van dit landschap wordt gevormd door het centrum van Grobbendonk in het westen, de bewoning van Vorselaar in het noorden, de gemeentegrens met Herentals in het oosten en tot slot het Albertkanaal in het zuiden. In dit landschap in de vallei van de Kleine Nete en de Aa vinden we talrijke sporen die de geschiedenis van het gebied weerspiegelen. Op de historische kaart van Ferraris (1777) herkennen we de ankerplaats als een aaneengesloten beemdengebied langsheen de Kleine Nete en de Aa. Op de hogere gronden worden vooral in het noorden akkers en weilanden weergegeven, hier en daar afgewisseld met kleine percelen loofbos; het zuidelijke deel -ter hoogte van de ‘Britse Basis’ betrof heide. Naast de priorij O.-L.-Vrouw -ten-Troon wordt ook het ‘Hof van Grobbendonk’ is op deze kaart weergegeven, samen met een aantal omliggende dreven. De Kleine Nete volgde op dat moment nog zijn oorspronkelijke loop. De kanalisatie van deze waterloop startte halfweg de eerste helft van de 19de eeuw. Net iets vroeger, rond 1772, begon de ontginningsgolf van de zogenaamde ‘woeste’ gronden, onder Keizerin Maria-Theresia. Op de kaarten uit de 2de helft van de 19de eeuw (MGI, 1869-1870) zien we dan ook dat in het oostelijke gedeelte van het gebied en ook in het zuidwestelijke deel -voormalige heide- werd gestart met het aanplanten van naaldhout. Tevens herkennen we de nu nog in het landschap zichtbare verlaten meanders van de Kleine Nete. In het begin van de 20ste eeuw (MGI, 1909) heeft het gebied ongeveer zijn huidige structuur bereikt. De huidige beemden vertonen nog een relatief gave perceelsstructuur met veel perceelsrandbegroeiingen in vergelijking tot wat we terugvinden op de historische kaart uit 1909. Ook het wegenpatroon en een aantal dreven zijn mooi bewaard gebleven. Enkel de voormalige Britse Basis, gelegen in het zuidoosten, is van latere datum en gaat terug tot de periode van 1951 tot 1992. Zij liet haar sporen achter onder vorm van wegen in beton, betonnen platforms voor olietanks, diepe vierkante blusputten, loodsen, e.d. en wordt verder gekenmerkt door bos, afgewisseld met open grasland, heide, moerassen en struwelen. Naast de geschiedenis van het landschap op zich, is er ook die van het bouwkundig erfgoed. Zeker te vermelden is de stichting en vestiging van de priorij O.-L.-Vrouw-ten-Troon in 1414, net ten zuiden van de Kleine Nete. Deze priorij, bestemd voor de broedergemeente van de Reguliere Kanunniken van Sint-Augustinus, werd na haar oprichting in 1414 al vlug een wetenschappelijk en literair centrum -een zogenaamd scriptorium- ter verspreiding van de geestescultuur. De kerkruïne, en de bewaarde oostelijke kloostervleugel en afsluitingsmuur gaan allen terug tot de 15de eeuw. De watermolen en de voorgebouwen van het oude kasteel vormen de historische kern van de noordwestelijke helft van het gebied. De molen werd voor de eerste keer vermeld in 1254; doch de huidige molen dateert van de 17de eeuw. De nog resterende gebouwen van het voormalige Hof van Grobbendonk werden opgericht in 1540. Achter het Hof ligt nog steeds ‘het domein van de graaf’ of de ‘beemden’. Ook op andere plaatsen in het gebied komen historische bouwwerken voor. Ter hoogte van Heiken staat de z.g. ‘Kapel Heiken’, een neotraditionele constructie die in 1905 werd opgericht als dankkapel. Verder vermelden we een hoeve met losstaande stal en schuur, opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, alsook een alleenstaand woonhuis, teruggaande tot het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw. Tussen de Nete en de Aa liggen de voorgebouwen en afhankelijkheden van het voormalige Hof van Grobbendonk, waarvan het kasteel in 1579 volledig werd verwoest. De nog resterende gebouwen gaan terug tot 1540. Achter het Hof, tot aan de monding van de Tweede Beek, ligt nog steeds het ‘domein van de graaf’ of de ‘beemden’. De watermolen werd voor de eerste keer vermeld in 1254 en gaat dus in oorsprong terug tot de middeleeuwen. Het was toen een banmolen wat wilde zeggen dat alle inwoners van de heerlijkheid er hun graan moesten laten malen. De huidige molen dateert echter van de 17 eeuw en betreft een graan- en een smoutmolen, gevestigd in twee afzonderlijke gebouwen aan weerszijden van het waterrad. Van groot belang voor de werking van de molen is de sluis tegenover de monding van de Aa, waarvan de constructie dateert van voor WO II. Ter hoogte van Heiken staat de z.g. ‘Kapel Heiken’, een neotraditionele constructie die in 1905 werd opgericht als dankkapel. Verder vermelden we een hoeve met losstaande stal en schuur, opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, alsook een alleenstaand woonhuis, gelegen ter hoogte van het voormalige Sas 12, teruggaande tot het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw. Deze ankerplaats vertegenwoordigt met het alluvium van de Kleine Nete en de Aa en de heuvel- en duinenrug die de waterscheiding vormt tussen beide rivieren, in de eerste plaats een belangrijke geomorfologische waarde. Ten gevolge van deze geomorfologie, vertoont dit gebied een rijke verscheidenheid aan abiotische condities met nattere, alluviale bodems in de valleien en drogere gronden op de heuvel- en duinenrug. De variatie in abiotiek geeft ontstaan aan een rijke plantengroei die tot uiting komt in een zeer afwisselende vegetatiestructuur. Daarnaast vinden ook verschillende faunasoorten geschikt voedsel- en broedhabitat in dit valleilandschap. Het landschapsbeeld van deze ankerplaats wordt zeer sterk beïnvloed door het hydrografisch net, waarbij vooral de Kleine Nete en de Aa met hun respectievelijke valleien belangrijke structurerende elementen zijn. Samen met de variatie in vegetatietypes met gesloten naald- en loofbossen en struwelen en open, natte weilanden bepalen zij de esthetische waarde van deze ankerplaats.. Talrijke lintvormige en andere kleine landschapselementen als beken, grachten, bomenrijen, dreven, e.d., alsook de nog aanwezige duinrestanten geven het landschap een visueel erg aantrekkelijk karakter. Het verspreid doorheen het gebied voorkomend bouwkundig erfgoed draagt eveneens bij tot de belevingswaarde van dit valleilandschap. In het oosten aansluitend op de het landschap van de ‘Heuvelrug tussen Herentals en Lichtaart met Netevallei’, maakt deze ankerplaats deel uit van een groter aaneengesloten gebied met stuifduinen en valleien. De vallei van de Kleine Nete en de Aa tussen Grobbendonk en Herentals behoort ongetwijfeld tot de minst verstoorde grotere landschapsentiteiten in de Antwerpse Kempen. De invloed van de mens kan er als vrij gering worden beschouwd. Doch dienen er enkele knelpunten in deze ankerplaats te worden vermeld, m.n. een centraal gelegen serrecomplex, alsook verspreid voorkomende recreatieve infrastructuur.
Deze ankerplaats vertegenwoordigt met het alluvium van de Kleine Nete en de Aa en de heuvel- en duinenrug die de waterscheiding vormt tussen beide rivieren, in de eerste plaats een belangrijke geomorfologische waarde. Ten gevolge van deze geomorfologie, vertoont dit gebied een rijke verscheidenheid aan abiotische condities met nattere, alluviale bodems in de valleien en drogere gronden op de heuvel- en duinenrug. De variatie in abiotiek geeft ontstaan aan een rijke plantengroei die tot uiting komt in een zeer afwisselende vegetatiestructuur. Daarnaast vinden ook verschillende faunasoorten geschikt voedsel- en broedhabitat in dit valleilandschap.
In dit landschap in de vallei van de Kleine Nete en de Aa vinden we talrijke sporen die de geschiedenis van het gebied weerspiegelen. De beemden vertonen nog een relatief gave perceelsstructuur met veel perceelsrandbegroeiing in vergelijking tot wat we terugvinden op de historische kaart van het MGI uit het begin van de 20ste eeuw. Ook het wegenpatroon en een aantal dreven zijn mooi bewaard gebleven. Verder herkennen we langsheen de Kleine Nete verschillende oude meanders die verwijzen naar de oorspronkelijke loop van deze rivier. Op verschillende plaatsen treffen we bovendien plaggenbodems aan, wat wijst op vroegere landbouwactiviteiten. Ook belangrijk voor de geschiedenis van het gebied was de stichting en vestiging van de priorij O.-L.-Vrouw -ten-Troon in 1414, net ten zuiden van de Kleine Nete. De kerkruïne, en de bewaarde oostelijke kloostervleugel en afsluitingsmuur gaan allen terug tot de 15de eeuw. De watermolen en de voorgebouwen van het oude kasteel vormen de historische kern van de noordwestelijke helft van het gebied. De molen werd voor de eerste keer vermeld in 1254; doch de huidige molen dateert van de 17de eeuw. De nog resterende gebouwen van het voormalige Hof van Grobbendonk werden opgericht in 1540. Achter het Hof ligt nog steeds ‘het domein van de graaf’ of de ‘beemden’. Ook op andere plaatsen in het gebied komen historische bouwwerken voor. Ter hoogte van Heiken staat de z.g. ‘Kapel Heiken’, een neotraditionele constructie die in 1905 werd opgericht als dankkapel. Verder vermelden we een hoeve met losstaande stal en schuur, opklimmend tot de eerste helft van de 19de eeuw, alsook een alleenstaand woonhuis, teruggaande tot het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw.
De esthetische waarde van deze ankerplaats wordt in de eerste plaats bepaald door de variatie in vegetatietypes met gesloten naald- en loofbossen en struwelen en open, natte weilanden. Talrijke lintvormige en andere kleine landschapselementen als beken, grachten, bomenrijen, dreven, e.d., alsook de nog aanwezige duinrestanten geven het landschap een visueel erg aantrekkelijk karakter. Het verspreid doorheen het gebied voorkomend bouwkundig erfgoed draagt eveneens bij tot de belevingswaarde van dit valleilandschap.
De priorij O.-L.-Vrouw-ten-Troon, bestemd voor de broedergemeente van de Reguliere Kanunniken van Sint-Augustinus, werd na haar oprichting in 1414 al vlug een wetenschappelijk en literair centrum -een zogenaamd scriptorium- ter verspreiding van de geestescultuur.
Het landschapsbeeld van deze ankerplaats wordt zeer sterk beïnvloed door het hydrografisch net, waarbij vooral de Kleine Nete en de Aa met hun respectievelijke valleien belangrijke structurerende elementen zijn. De onregelmatige perceelsvormen en de afwisseling in vegetatie met dichte, gesloten bossen en open weilanden geven ontstaan aan een gevarieerd, kleinschalig en typisch Kempisch valleilandschap. In het oosten aansluitend op de het landschap van de ‘Heuvelrug tussen Herentals en Lichtaart met Netevallei’, maakt deze ankerplaats deel uit van een groter aaneengesloten gebied met stuifduinen en valleien.
stuifzandduin
Kleine Nete, Aa, Oorlandse Loop, Gravenweide beek, Tweede beek, Schupleerloop
Voormalig voorgebouw v/h kasteel van Grobbendonk
plaatselijk oud wegenpatroon
heiderelicten
Te vermelden knelpunten in deze ankerplaats zijn een centraal gelegen serrecomplex, alsook verspreid voorkomende recreatieve infrastructuur.