Kravaalbos

Ankerplaats ID:A24004

Omschrijving

Het overgrote deel van het Kravaalbos, op grondgebied van Aalst, Opwijk en Asse, maakte sinds de 14e eeuw deel uit van het domein van de benedictinessenabdij van Vorst, een stichting van de abdij van Affligem. De boscomplexen Kravaalbos en Affligembos waren eens delen van eenzelfde bosgebied, het Asscherholt, dat op zijn beurt kan beschouwd worden als een restant van het Kolenwoud. Het Kravaalbos ligt langs een grote cuesta op een hoogte van 50 à 70 m, in een golvend of bij wijlen sterk heuvelachtig landschap. Het beslaat momenteel een oppervlakte van ruim 100 ha binnen een relatief landelijk gebleven gebied tussen de dorpskernen Meldert, Baardegem, Mazenzele en Asse-ter- Heide. Zowat op de overgangszone van de zandleem- naar de leemstreek, zijn de bosbodems er toch hoofdzakelijk lemig. Plaatselijk echter dagzoomt er Tertiaire klei of bevindt de kleilaag zich op geringe diepte. Tijdelijk opgehouden grondwatertafels en een reeks bronniveaus zijn daarvan het gevolg. Elders dan weer komen al dan niet kalkrijke tertiaire zandlagen aan de oppervlakte. Vooral in het zuidwestelijk deel van het bos werd in het verleden sterk gegraven ten behoeve van de zandsteenexploitatie door de abdij van Affligem. Het Kravaalbos (bois d’Assche) ten tijde van Roucel lag er zeker niet uiterst florissant bij, als men het bekijkt vanuit bosbouwoogpunt. Het was flink wat groter in oppervlakte dan het huidige en van de 105 ha die de abdij van Vorst er toen bezat kennen we enkele details uit archiefstukken: ruim een derde deel ervan bestond uit wastines en moerassige gronden. De voorstelling van het Kravaalbos aan de hand van archiefstukken wijkt dus in belangrijke mate af van het beeld dat de Ferrariskaart van dit bosgebied geeft. Op deze kaart wordt het als een aaneengesloten geheel voorgesteld. Het hoeft dus niet te verbazen dat de bosplanten die Roucel voor het Kravaalbos beschrijft weerom betrekking hebben op open- bossituaties en bos- wastineraakvlakken. In en rond het Kravaalbos waren (en zijn trouwens nog) aan wastine verwante vegetaties aanwezig. Hun oorsprong houdt verband met grondstoffenexploitatie, meer bepaald met winning van (kalk)zandsteen en zand. De abdij van Affligem bezat reeds in 1151 steengroeven te Meldert, onder meer in de omgeving van Hof te Putte, nabij de grens Asse- Meldert. Uit het kaartenboek van 1727 van de hand van J. De Deken blijkt dat de zuidwestlijke uitoper van het Kravaalbos, in eigendom van de abdij van Affligem, sterk vergraven werd. Een deel daarvan wordt omschreven als bosschage, wat lijkt te wijzen op spontane bosvorming. Ook het toponiem Putberg, een grondophoging die het gevolg is van uitgraving, lijkt in dezelfde zin te wijzen. Uit bodemkaart blijkt eveneens dat er sterk vergraven is. Door het uitzanden en de exploitatie van de kalkachtige Balegemse zandsteen en de vergravingen die hiermee gepaard gingen, is de samenstelling van de bovengrond er relatief wisselend en plaatselijk vrij kalkrijk. Nu nog vindt men vooral langs de bosrand naar Meldert toe, een sterk gevarieerde plantengroei. De gemeente Meldert werd voor het eerst in 1168 vermeld. De abdij van Affligem speelde er een grote rol; patronaat van de kerk, bezit van de hoeven ‘te Putte’ en ‘te Mutsereel’, de steengroeven in de Putstraat, de Nedermolen met hoeve en vijvermolen. Het dorp bleef lange tijd geïsoleerd wegens de omringende bossen en moerassen waarvan nu nog het Kravaalbos, de omgeving van de Aalsterse dreef en de Faluintjes getuigen. De parochiekerk Sint- Walburga is op een lichte verhevenheid gelegen bij het kruispunt van de hoofdstraten van het dorp. Ze is omgeven door een bak- en zandstenen muur. De gotische pseudo- basiliek met transept, is opgetrokken uit Meldertse zandsteen en heeft een leien dakbekleding. De kerk werd in 1180 voor de eerste maal opgetrokken in opdracht van de abdij van Affligem. In 1363 werd ze werderopgebouwd door de abt van Affligem bij de afsplitsing met Baardegem als zelfstandige parochie. De toren wordt in 1608 hersteld, er zijn nog verdere aanpassingen en restauraties in 1891en 1969.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

In vochtige delen van het bos vindt men veenmos, aan de rand van het bos heiderelicten. Er is een klein brongebied aanwezig. Dit bos maakte deel uit van het Kolenwoud.

Historische waarde

Dit bos is een overblijfsel van het vroegere grote Kolenwoud. Later was het eigendom van de vrouwenabdij van Vorst bij Brussel, in 1808 was een gedeelte in privébezit. Op de kaart van Ferraris (ca. 1775) van Vandermaelen (ca. 1850) had het bos een grotere oppervlakte. De steengroeves ontstonden in de 18de eeuw voor het ontginnen van kalksteen. Een groot deel van het Kravaalbos is gekapt in WOII. De kerk van Meldert is in de plaatselijke zandsteen gebouwd.

Esthetische waarde

Het betreft hier een groot boscomplex dat door landbouwgronden omgeven is. Het landschap is zacht golvend. Er zijn delen van het gebied vergraven bij het ontginnen van de zandsteen.

Sociaal-culturele waarde

In de 17e en 18e eeuw was er een befaamd bezembindercentrum rond de heiden en bossen van Asse, o.a. het Kravaalbos.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het Kravaalbos- Herenbos, op een cuesta gelegen, bestaat uit loof- naaldhout. Aan de rand van het bos is het bos wat versnipperd. Er bevinden zich verschillende percelen akker- weiland tussen bospercelen. Nog verder van het bos is er wat open landbouwgebied en liggen er verschillende dorpjes. Langs de Putstraat komen enkele zandsteengroeven voor.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud

bij groeves

Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • markante terreinovergang
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
Geologie:
  • ontsluitingen

twee zandsteengroeven

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Nederzettingspatronen:
  • plein
  • gehucht

driehoekig dorpsplein van Meldert, Meisberg

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve

Hof te Putte

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel

kerk van Meldert

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver
Topografie:
  • blokvormig
  • onregelmatig
Typische landbouwteelten:
  • hoogstam
Bos:
  • naald
  • loof
  • middelhout
  • hooghout

Opmerkingen en knelpunten

De verbouwde Kiekenvilla ligt midden in het gebied.