R20069: Walenbos - Kleefberg - Bensberg - Osseberg - Tieltse Broeken

Verstoring:

Herkenbaarheid: 3

Samenhang: 3

Gaafheid: 3

Wetenschappelijke waarde:

Een vrij uitgestrekt bos dat zowel uit broekbossen bestaat als uit hellingsbossen. Deze variatie geeft een belangrijke bio-ecologische waarde aan dit gebied dat enkel zeldzame soorten huisvest. Aan de rand van de oudere delen van het bos liggen nog veekeringswallen. Op verschillende plaatsen dagzoomt de diestiaanzandsteen. Mesolithische vondsten.

Historische waarde:

De beboste noordelijke helling van de Wingebeek te Sint-Joris-Winge is het zuidelijk restant van een groot bos ten tijde van Ferraris. De vallei lag ten tijde van Ferraris reeds bezaaid met vijvers die nadien deels verdwenen maar na 1900 werden ze terug op dezelfde plaats heraangelegd. De padden doorheen het bos dateren van na Van der Maelen. Boekhout-Motte-Heuvelspanzeel: t.t.v. Ferraris was had het alluvium een gecompartimenteerd beemdenlandschap, waarin vrij vlug nadien percelen bos werden aangeplant. Deze transformatie gaat tot op heden door. Het tracé van de Buurtspoorweg (MGI) is in het landschap nog te herkennen. Ossenberg: Na Ferraris werd de heide met enkel percelen bos omgezet in 1 groot bos. Nadien (MGI) werd een deel van het bos gerooid maar nu is het aandeel bos terug toegenomen op de Ossenberg. Tieltse Motte - De Heuvel - De Vijverkes:Oorspronkelijk (cf. Ferraris ) bestond het uit beemden met perceelsrandbegroeiing en enkele percelen bos, nadien (cf Van der Maelen en MGI)werd het deels bebost. Daar waar de weilanden bewaard zijn, is de perceelsrandbegroeiing deels behouden. De perceelsvormen van de vroegere beemden zijn bewaard gebleven. Grootbroek: De kern van het broek was aanvankelijk (cf.Ferraris) 1 open beemde met aan de rand kleine percelen met perceelsrandbegroeiing. Het noorden was toen al bebost nl. de Haegenbosh. Nadien werd het broek stilaan meer bebost, begin 1900 had het bos ongeveer haar huidige vorm. Het oostelijk deel is sinds Ferraris weinig gewijzigd. De bewoning midden in het bos dateert van na 1900. Walenbos: Ten tijde van Ferraris geheel versnipperd, nadien (Vanaf V.d.m. tot op heden) nam de bebossing (populieraanplantingen), gepaard gaande met drainage werken, toe. Op de rand van de Diestiaanrug in het bos liggen een aantal holle wegen. Het zuidelijk gebied, de Dolaag, is een uitgeveend gebied. Molenbeek-Kleerbeek: het bos is tussen V.d.M. en het MGI deels gerooid geweest,nadien terug voor een deel terug aangeplant. Wegenpatroon is sinds Feraris gewijzigd: tussen F. en V.d.M.werd een weg aangelegd langs het Marienbos (kasteel Kleerberg werd hierdoor van de openbare weg afgescheiden), aanleg van N233 waardoor het gebied afgescheiden werd van het Walenbos. De omgeving van het kasteel wijzigde de laatste 100 jaar ook sterk, enkel de dreef dateert nog van de tijd van Ferraris.

Esthetische waarde:

Een bosrijk gebied met sterke fysische variaties dat wordt weerspiegeld in de vegetaties.

Beleidswenselijkheden:

Populieraanplantingen laten evolueren naar gemengd loofbos eigen aan de plaatselijke fysische gesteldheden.