R40040: Leievallei van Gent tot Deinze

Verstoring:

Herkenbaarheid: 3

Samenhang: 3

Gaafheid: 3

Wetenschappelijke waarde:

Vallei met meanderende rivier, reliëf van de valleiranden is structuurversterkend. Brede vlakte waarin de Leie vrij meandert (gave meanders). Microreliëf met donken (oa Valkenhuis en Ooidonk) en oeverwallen. De oeverwallen zijn opgebouwd uit zandlemig materiaal, naar de diepte toe wordt het zandiger. Vormt een opvullingsvlakte van de Vlaamse Vallei, hoofdzakelijk opgebouwd uit kleiig alluvium. Plaatselijk smalle strookvormige oeverwallen uit kleiig zand. Leiemeersen ter hoogte van Sint-Martens-Latem geven de evolutie van een riviervlakte van het Laat-Glaciaal tot op heden weer, alle kenmerken zijn aanwezig: oeverwal, komgronden, Pleistocene donk, duinvoet, duin. Relict van de Warande: Relatief gaaf gebleven duinrelict van de Golf: geomorfologisch belang: het grootste herkenbare duinrelict van Oost-Vlaanderen.

Historische waarde:

Alluviale vlakte van de Leie: potentiële afgedekte archeologische vindplaats. Gebied Drongen, Assels : grafvelden uit de bronstijd. Vorm en structuur van de vallei zijn gaaf en herkenbaar volgens Ferraris, landgebruik niet gewijzigd : natte weilanden en kleine bospercelen. Oostelijke Leiemeersen ter hoogte van Sint-Martens-Latem heeft tot vóór 1960 langgerekte repelpercelen. Nadien werd het grootste gedeelte samengenomen. Gebied rond Drongen : toestand gaaf volgens Ferraris: meersgebied met weinig perceelsrandbegroeiing. Loop van de Oude Leie volgens Ferraris, Vandermaelen, MGI 1/20,000

Esthetische waarde:

Sterk gerichte, smalle vergezichten met grote afwisseling. De afgesneden meanders met lineair groen zijn sterk structurerend. In de meersen op de natte gronden hoofdzakelijk grasland, percelering repelvormig in de natte delen. Overwegend open landschap. Gebied rond Drongen : Meersgebied, overwegend weilanden met weinig perceelsrandbegroeiing. Gebied “De Drie Leien” : waterrijk gebied.

Sociaal-culturele waarde: Golden River Latemse School

Beleidswenselijkheden:

Vrijwaren van bebouwing van om het even welke aard in de valleigebieden. Bijzondere aandacht voor de gradiënten en toposequenties in het landschap. Accentueren van de waardevolle sites (kastelen, meanders, donken) in hun omgeving. Gedifferentieerde aanpak voor de verschillende riviersegmenten