Bogaarden en Bellingen

Ankerplaats ID:A20029

Omschrijving

Het omschreven gebied ligt ten zuiden van Pepingen, in de vork gevormd door de wegen Asse-Leerbeek-Edingen en Ninove-Leerbeek-Halle. Leemgronden zijn kenmerkend in dit sterk heuvelend landschap, met holle wegen en ruggen tot 70 meter hoog en meer, met de Roskambeek, de Bellingenbeek en de Teleweidebeek, die afwateren naar de Zuunbeek, welke op haar beurt deel uit maakt van het Zennebekken. Naast Bogaarden en Bellingen omvat het afgebakende gebied ook de gehuchten Hoesnaeke, Geiling, Plutsingen, Teleweide en Terheugen. Bogaarden en het landschap in de omgeving ervan zijn gedurende twee eeuwen nagenoeg ongewijzigd gebleven. De woningspreiding, wegeninfrastructuur en het bodemgebruik bleven onveranderd, met uitzondering van een deel van de hooilanden waar canadapopulieren werden aangeplant. De boerderijen van waaruit in de 18de eeuw het gebied werd uitgebaat bestaan nog en zijn nog in bedrijf. Het hof Ter Kammen met een imposant rococowoonhuis was eertijds een brouwerij van de abdij van Cantimpré. Het is een gesloten hoeve met gewitte bakstenen gebouwen omheen een geplaveide binnenplaats. Vermelden we verder in de omgeving het Hof te Plutsingen, het Hof van Sergeantens, het Hof Tasseneirs en de Kamsmolen bij Heikruis. De omgeving van de Sint-Theodarduskerk heeft een sfeervolle aankleding met o.m. een aantal fraai neoclassicistische gevels uit de 19de eeuw. De Romaanse kerktoren dateert vermoedelijk uit de 11de eeuw en werd opgetrokken uit groenachtige breuksteen, ontgonnen in de omgeving. Hij is in alle richtingen als een baken in het landschap herkenbaar. Het kerkhof ligt hoger dan de straat en is met een muur omgeven. Bellingen is een landelijke dorp zonder echte kern maar met een aantal Brabantse vierkantshoeves aan de Roskambeek. Het centrum omvat een 19de eeuwse pastorij, de laatgotische kerk, enkele imposante vierkantshoeves en de overblijfselen van de O.L.Vrouwpriorij. Deze priorij werd in 1182 gesticht als afhankelijkheid van de augustijnerabdij van Cantimpré (Kamerijk), ze kende een snelle bloei dank zij de steun van de heren van Edingen. Na de verwoesting van de abdij van Cantimpré werd Bellingen een tijdlang verheven tot abdij maar werd in 1796 opgeheven. Heel wat gebouwen getuigen nog van de welstand ten tijde van het bestaan van de priorij. In de omgeving liggen ook de hoeve Roskam en het Klooster Terloo. Het dorpsgezicht is er de laatste 150 jaar nagenoeg niet gewijzigd. De 17de-eeuwse gotische O.L.Vrouwkerk vormt met de voormalige abdijhoeve een indrukwekkend geheel in het landschap. De meeste van de huidige hoevegebouwen stammen uit de 19de eeuw. Een omheiningsmuur uit natuur-en baksteen verbindt de hoeve met de kerk. Ten zuiden van Bellingen ligt op een helling het Moeliebos (Mouilliebos) en het Daleveld. Het Moeliebos is een typisch voorbeeld van de bron- en beekbegeleidende bosjes in de leemstreek, het bestaat uit een diep ingesneden, asymmetrisch , bebost beekdal omgeven door glooiende weiden. Deze alluviale bosjes zijn tevens zeer soortenrijk. Het zijn delen van het diep ingesneden leemplateau ten zuidwesten van Halle. De westflank van het valleitje, het Daleveld, bestaat uit zwak of matig gleyige leemgronden, die weinig doorlatend zijn. De dorpskernen van Bogaarden en Bellingen evenals het gehucht Hoesnake zijn als dorpsgezicht beschermd, de respectievelijke kerken, de hoeve Cantimpré en het Hof ter Kammen zijn als monument beschermd.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De beboste delen van de beekvalleien (in het bijzonder het Moulliebos) herbergen waardevolle vegetaties. Het kasteelpark Den Daal heeft dendrologische waarde.

Historische waarde

De dorpskernen van Bogaarden en Bellingen (waarvan het ontstaan samenhangt met de priorij van Cantimpré) zijn in de loop van de eeuwen weinig veranderd. Historische hoeves vormen een ongewoon belangrijk deel van het gebouwenpatrimonium. Het in zijn huidige vorm vooral 19de-eeuwse kasteeldomein Den Daal is een typisch voorbeeld van domeinaanleg uit die periode.

Esthetische waarde

Het golvend landschap met diep ingesneden beekdalen en bosjes en de kleine dorpskernen met talrijke oude gebouwen geven het gebied een hoge esthetische waarde.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • beek

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • gehucht
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • muur
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
Molens:
  • windmolen
Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • abdij
  • klooster
  • pastorie

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Historisch stabiel landgebruik:
  • kouters
Bos:
  • loof

Opmerkingen en knelpunten

In het ganse gebied komt verspreide bebouwing voor, naast talrijke grote hoeven, de dorpskernen en gehuchten zijn tevens in de omschrijving begrepen