Brakelbos

Ankerplaats ID:A40049

Omschrijving

Het Brakelbos is op grondgebied van de gemeente Brakel gelegen, ten zuidwesten van Opbrakel. Het was een groot boscomplex op de kaart van Ferraris en Vandermaelen, dat aansloot bij het Muziekbos dat meer westelijk gelegen is. Het werd op de Ferrariskaart ‘Den Breckel Bosch’ genoemd. Vanaf MGI 1/20,000 herkenbaar in de huidige vorm. Op de Ferrariskaart staat het Brakelbos tot net ten zuiden van het Hof ten Bosse ingetekend. Rond het hof komt akkerland voor. Ten oosten daarvan loopt de Sassegembeek, met in haar vallei enkele percelen bos maar hoofdzakelijk regelmatige, kleine percelen meers, die met perceelsrandbegroeiing afgeboord zijn. Hier en daar komt een groter stuk bos voor. Gedurende de volgende eeuwen verdwijnen deze stukken bos (ten noorden van zowel Hof ten Bosse als Hof te Fransbeke). Vanaf de kaart van 1937 komt het landschapsbeeld met het huidige overeen. Vanaf de tweede helft van de 17de maar vooral in de 18e eeuw werd het oude wegen- en padennet in bossen op vele plaatsen vervangen door rechte exploitatiewegen. Waar de wegen de beken kruisten werden bruggetjes in baksteen gebouwd op de plaats van het vroegere wad, zoals aan het Tsjuuskieshol in het Brakelbos. Ook in het Brakelbos had de evolutie waar Beuk een onnatuurlijk groot aandeel in de boomlaag kon innemen plaats. Dit leidde onherroepelijk tot de omvorming van een monotoon Beukenhooghout, zonder struiklaag en dikwijls is er ook weinig bodemvegetatie. Het Ludwineskruis in het Brakelbos memoriseert de moord op een jonge vrouw in de tweede helft van de 18e eeuw. Kleinschalige zavelwinningen in de bossen op de kamlijn van de Vlaamse Ardennen zijn van alle tijden maar in de 20e eeuw werden ganse toppen afgegraven en kwamen grote kraters in de plaats. In Vlaanderen kan dit nu niet meer maar in Wallonië wel. Aan de overzijde van de gewestgrens is de heuvel deels ontbost en afgegraven. De natuurlijke lokale “veldsteen” of zandsteen uit de Formatie van Gent (vroeger Paniseliaan genoemd) die op de hogere heuvels in de Vlaamse Ardennen voorkomt, werd al in de Gallo- Romeinse periode als bouwmateriaal gehanteerd. De typische roestbruine ijzerzandsteen van de Vlaamse Ardennen zou nog minstens tot de 18e eeuw ontgonnen zijn en werd later ook nog aangewend. Fijn Diestiaan en Lediaan zand werd in verschillende zandgroeven of zavelputten op de heuvel van het Brakelbos tot in de 20ste eeuw uitgegraven. In de Vlaamse Ardennen komt een twaalftal heuvels voor die sterk opvallen in het reliëf omdat ze niet alleen allemaal ongeveer een hoogte van rond de 150 meter bereiken, maar ook doordat ze op één enkele west- oost gerichte lijn zijn gelegen. Men noemt deze heuvels ook nog wel ‘getuigenheuvels’. Hun ijzerrijke toppen zijn beter tegen regen, en dus erosie, bestand. Het Brakelbos ligt op één van deze heuvels, op de helling van de Pottelberg meerbepaald. Er zijn verschillende valleitjes aanwezig in het bos, en er is het brongebied van de Sassegembeek-Molenbeek, een beek met duidelijke taluds. Tijdens de transgressie van de Diestiaanzee, ongeveer 7 miljoen jaar geleden, werden verschillende zandbanken gevormd die allen evenwijdig met de kust lopen en een twintigtal meter boven de zeespiegel uitsteken. Toen de Diestiaan-zee zich terugtrok gebeurde dat zeer geleidelijk en kalm, zodat het patroon van de zandbanken niet verstoord werd en bleef bestaan. De geulen tussen de zandbanken werd grotendeels opgevuld, maar de zandbanken bleven nog lichtjes boven de omgeving uitsteken. De waterlopen op het nieuwe land vormden zich in de laagst gelegen stukken, dus niet op de zandbanken zelf. Naarmate de tijd vorderde sneden de waterlopen zich steeds dieper in en kwamen de voormalige zandbanken steeds hoger boven hun omgeving te liggen. Het feit dat deze banken zo erosieresistent waren is te danken aan het glauconiet in de Diestiaanse afzettingen. Het limoniet kitte de korrels aan elkaar zodat er uiteindelijk ijzerzandsteen werd gevormd, een materiaal dat veel weerstand tegen erosie biedt. De ijzerzandsteenkap vormde als het ware een hoed, die de zandbanken tegen erosie beschermde. De depressies tussen de zandbanken bleven onder het waterpeil liggen zodat het glauconiet niet werd omgezet en dus het zand niet aan elkaar kon kitten. Erosie had dan ook vrij spel op deze stukken. De getuigenheuvels van de Vlaamse Heuvelstreek zijn dus de overblijfselen van de Diestiaanse zandbanken. In bepaalde theorieën neemt men aan dat ze op één enkele relatief lange zandbank liggen. De ligging van deze getuigenheuvels, waarvan de helft van deze heuvels zich in de Vlaamse Ardennen bevindt, kan geen toeval zijn. Vandaag zijn de rivieren al verschillende tientallen meters diep ingesneden ten opzichte van het vroegere oppervlak. Dit heeft tot gevolg dat de zandbanken op dit ogenblik als opvallende heuvels in het landschap uitsteken. Hun absolute hoogte neemt af van zuid naar noord. Langs de valleiwanden zijn er verschillende Tertiaire ontsluitingen (Bartoonklei, Lediaanzand, Panesiliaanzand,… ). De heuvels tellen verschillende bronbossen. De uitsijpelingsbronnen zijn in verschillende bronniveaus met bronamfitheaters aanwezig, daar waar de waterhoudende zandlagen en ondoordringbare kleilagen elkaar snijden. Zij voeden de talrijke beekjes en waren ook bepalend voor de oudste bebouwing die op sommige plaatsen precies op de bronnenlijn lag. De huidige kerk van Opbrakel is het resultaat van talrijke bouwfazen. Van het Romaanse kerkje van uit de 11e eeuw is niets overgebleven. Tegen de westgevel ervan werd in het begin van de 13e eeuw een massieve, vierkante toren met achtkantige luikamer aangebouwd. Hij is opgetrokken uit onregelmatige ijzerzandsteen, terwijl latere herstellingen in gekantrechte zandsteen en in baksteen werden uitgevoerd. De overgang van vierkante torenromp naar achtkantige klokkenkamer gebeurt door middel van halve, diagonaal doorgesneden piramiden, wat nog volkomen aansluit bij de Romaanse bouwtraditie. De driebeukige benedenkerk dateert van 1716. Ze werd in 1754 verbouwd. Ook het driezijdig gesloten koor stamt uit de 18e eeuw. Het rechtlijnig tracé van de Romeinse weg Bavay-Blicqui-Velzeke wordt te Opbrakel in een aantal wegen teruggevonden. Deze weg, die als ‘Chaussée Brunehaut’ bekendstaat doorsnijdt de ankerplaats. De kern van de heerlijkheid van Opbrakel zou zeker teruggaan tot in de 9e eeuw. Van de 11 tot de 14e eeuw was de heerlijkheid in handen van de familie ‘van Brakel’. Vier grote pachthoeven waren zetel van een heerlijkheid en een voortzetting van een ontginningshoeve, een daarvan is het “Hof ten Bossche”. Deze imposante historische hoeve kadert in een landschappelijke opmerkelijke omgeving. Ze is ten noorden van het Brakelbos gelegen, niet ver van een beekvalleitje. De vierkantshoeve is toegankelijk via een gekasseide toegangsweg die langs de boomgaard loopt. Deze hoeve was een zetel van de heerlijkheid van het goed ten Bossen die na erfdeling in 1320 een zelfstandige heerlijkheid geworden was die afhing van de hoofdheerlijkheid Opbrakel. Het “Hof te Fransbeke” werd in 1737-1738 gebouwd ter vervanging van het uit 1572 daterende hof. Dat oorspronkelijke hof, dat gesloopt werd, was meer zuidwaarts en lager gelegen. Over deze pachthoeve zijn weinig historische gegevens bekend.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats is gelegen in de Vlaamse Ardennen op uitloper van de getuigenheuvelrug, op de helling van de Pottelberg. Er zijn verschillende valleitjes aanwezig in het bos. Het is het brongebied van de Sassegembeek-Molenbeek, een beek met duidelijke taluds.

Historische waarde

Het Brakelbos is een groot boscomplex op de kaart van Ferraris (ca. 1775) en Vandermaelen (ca. 1850), en sluit aan bij het Muziekbos meer westelijk gelegen is. Op de Ferrariskaart noemt het ‘Den Breckel Bosch’ en staat het Brakelbos tot net ten zuiden van het Hof ten Bosse ingetekend. Rond het hof komt akkerland voor. Ten oosten daarvan loopt de Sassegembeek, met in haar vallei enkele percelen bos maar hoofdzakelijk regelmatige, kleine percelen meers, die met perceelsrandbegroeiing afgeboord zijn. Hier en daar komt een groter stuk bos voor. Gedurende de volgende eeuwen verdwijnen deze stukken bos (ten noorden van zowel Hof ten Bosse als Hof te Fransbeke). Vanaf de kaart van 1937 komt het landschapsbeeld met het huidige overeen, het landschapsbeeld van de Ferrarristijd is nog altijd goed herkenbaar. Het rechtlijnig tracé van de Romeinse weg Bavay-Blicqui-Velzeke wordt te Opbrakel in een aantal wegen teruggevonden. Deze weg, die als ‘Chaussée Brunehaut’ bekendstaat doorsnijdt de ankerplaats. De ontginningshoeve, het “Hof ten Bossche” is een imposante historische hoeve die kadert in een landschappelijke opmerkelijke omgeving. Ze is ten noorden van het Brakelbos gelegen, niet ver van een beekvallei.

Esthetische waarde

Het betreft hier een groot boscomplex gelegen op een helling. Er zijn verschillende beken aanwezig met duidelijk talud. Aan de rand van het bos zijn verschillende gezichtspunten gelegen. Aan het einde van de vallei staat de kerk van Opbrakel.

Sociaal-culturele waarde

Het Ludwineskruis in het Brakelbos memoriseert de moord op een jonge vrouw in de tweede helft van de 18e eeuw.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het Brakelbos ligt op een uitloper van de Pottelberg, een van de heuvels van de Vlaamse Ardennen. Deze heuvel is, net als de andere, bebost. In het bos zijn enkele beekvalleitjes diep ingesneden. De ontginningshoeve ‘Hof ten Bosse’ ligt juist ten noorden van het bos op een vlakker, open stuk. De vallei van de Sassegembeek- Molenbeek loopt ten noordoosten van het bos, richting Opbrakel. De vallei ligt onder grasland met perceelsrandbegroeiing en enkele percelen bos.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • markante terreinovergang
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
  • meander
Geologie:
  • ontsluitingen

Diestiaanzand, zavel, ijzerzandsteen

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • hof
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal

Hof ten Bosse, Hof te Fransbeke

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk

kerk van 0pbrakel

Klein historisch erfgoed:
  • kruis

Ludwineskruis

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
  • Romeinse weg
  • Oostenrijkse periode

Chaussée de Brunehaut

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • brug

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • knotbomenrij
  • kaphaag
  • perceelsrandbegroeiing
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
Bos:
  • loof
  • hooghout

Opmerkingen en knelpunten

De hoogspanningsleiding loopt dwars door de ankerplaats. Aan de ontginningshoeve ‘Hof ten Bosse’ zijn wat verbouwingswerken gebeurd (oa aan schuur), die het zicht wat schaden. Juist aan grens met het Waalse gewest, aan Waalse zijde ligt een grote zandontginningsput.