Hageven

Ankerplaats ID:A70033

Landschap

Omschrijving

Het Hageven is gelegen aan de Dommel, tussen de gemeenten Lommel en Neerpelt en tegen de Nederlandse grens. Grind, afgezet tijdens het kwartair (Mindel) door de Maas en gedurende de Würmijstijd bedekt met een niveo-eolische laag dekzanden, vormt het materiaal waaruit de verschillende bodems zich ontwikkeld heben. In de vallei van de Dommel werd tijdens het holoceen laagveen gevormd en overdekt met alluviaal materiaal; zand of lemig zand. De grote verscheidenheid in de textuur van de bodem (dekzanden, stuifzanden, maasgrind), de grote verscheidenheid aan bodems (regosolen, plaggenbodems, veen, alluviale gronden enz.), extreme vochtgradiënten van zeer droog tot uiterst nat, maken van het landschap een bodemkundig reservaat. Deze variatie heeft een grote verscheidenheid in flora en (avi)fauna voor gevolg. De Dommel werd rond 1950 rechtgetrokken en uitgediept, met een daling van het grondwaterpeil in de onmiddellijke omgeving tot gevolg. De laterale kavelsloten, greppels,en leigrachten buiten beschouwing gelaten, ontvangt deze rivier geen belangrijke beken. Langs de westelijke oever van de Dommel, tussen het Kempens kanaal en de Stenen Brug, werden talrijke vijvers gegraven met permanente hoge waterstand. De meeste authentieke vennen bevinden zich tussen de Stenen Brug en de Nederlandse grens. Zij worden gevoed met oppervlaktewater, dat op het maasgrind stagneert. De veenformaties zijn overwegend begroeid met rietvelden. Ten oosten van de Dommel komen overwegend kleinschalige vochtige weidepercelen, al dan niet beplant met populieren, voor. In oostelijke richting gaan deze geleidelijk over in een meer open akkerbouwgebied op plaggenbodems. De riet- vijver- en vennenzone ten westen van de Dommel sluit zeer nauw aan bij het heidelandschap met landduinen en deflatiekommen met soms stagnerend water. Het open karakter van dit gebied wordt plaatselijk onderbroken door zaailingen van grove den en door heesterwallen, vooral berk, in de deflatiekommen. Grote delen van dit gebied zijn vergrast, waarschijnlijk door verontreiniging met zware metalen. Aan de randen van dit geheel zijn er enkele kleine naaldhoutbossen. Grote delen van het duinencomplex werden geëgaliseerd voor akkerbouw. De vegetatie in het deel van het landschap ten zuiden van het kruis de Verkeerde Lieveheer wordt in sterke mate negatief beïnvloed door verontreiniging met zware metalen. Van de grote heidegebieden uit het begin van de 20ste eeuw aan weerszijden van de Dommel bleven slechts fragmenten behouden. In het van oudsher kleinschalig weidegebied langs de oevers van de Dommel werden vijvers gegraven, weekend-huisjes gebouwd en populieren geplant. Om de droge, zure Kempense zandgronden te verbeteren voor de landbouw werd rond 1850 het kalkrijke water uit kanaal Bocholt - Herentals gebruikt als irrigatiewater. Via een ingewikkeld systeem van kanaaltjes en stuwen werden enkele tientallen hectaren in de omgeving van de Bergeikse dijk tweemaal per jaar bevloeid. Deze zogenaamde wateringen of vloeiweiden werden als hooiland gebruikt. Na de tweede wereldoorlog geraakten zij in verval. Na de aanleg van de expresweg bleven ongeveer 11 ha in het landschap herkenbaar als populieraanplantingen. Ten gevolge van de aanleg van de vloeiweiden in de 19de eeuw komt in het gebied kalkrijk en licht basisch kanaalwater voor naast het zure en zachte streekeigen water. Deze bijkomende gradient weerspiegelt zich in de vegetatie. Voor de aanleg van de grote verbindingswegen fungeerde de Bergeikse dijk als hoofdverbindingsweg tussen Neerpelt en het Nederlandse Bergeik. Een bezoekerscentrum, een natuurleerpad en een kijkhut moeten de bezoekers kanaliseren .

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De grote verscheidenheid in de textuur van de bodem (dekzanden, stuifzanden, maasgrind), de grote verscheidenheid aan bodems (regosolen, plaggenbodems, veen, alluviale gronden enz.), extreme vochtgradiënten van zeer droog tot uiterst nat maken van het landschap een bodemkundig reservaat. Deze variatie heeft een grote landschappelijke verscheidenheid voor gevolg. Ten gevolge van de aanleg van de vloeiweiden in de 19de eeuw komt in het gebied kalkrijk en licht basisch kanaalwater voor naast het zure en zachte streekeigen water. Deze bijkomende gradient weerspiegelt zich in de vegetatie.

Historische waarde

Gedurende de tweede helft van de 19de eeuw werd in de omgeving van de Bergeikse dijk een vloeiweide aangelegd. Voor de aanleg van de grote verbindingswegen fungeerde de Bergeikse dijk als hoofdverbindingsweg tussen Neerpelt en het Nederlandse Bergeik.

Esthetische waarde

De afwisseling in het landschap, landduinen met tussenliggende voedselarme vennen, uitgestrekte rietvelden, vijvers, beboste percelen, heidegebieden, schrale graslanden, weidegebieden enz. biedt een hoge esthetische belevingswaarde.

Sociaal-culturele waarde

Een bezoekerscentrum, een natuurleerpad en een kijkhut moeten de bezoekers kanaliseren.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Dommel is bepalend voor de opbouw van het landschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • landduin
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • vallei

grotendeels rechtgetrokken Dommel

Moerassige gronden:
  • veen
  • rietland
  • ven

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
Klein historisch erfgoed:
  • kruis
  • grenspaal

Verkeerde Lieveheer, oude grenssteen in blauwe arduin naast recentere metalen grenspalen

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • pad

knuppelpad

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • grachtenstelsel

Bergeikse dijk

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
Kunstmatige waters:
  • vijver
Historisch stabiel landgebruik:
  • plaggenbodems
  • heide
Bos:
  • loof
  • broek
Bijzondere waterhuishouding:
  • vloeiweide
  • watering

Opmerkingen en knelpunten

De Dommel werd omstreeks 1950 rechtgetrokken en uitgediept, met als gevolg een daling van het grondwaterpeil, verlanding van waterpartijen en esthetisch een verarming van het landschap. Eveneens landschapsverstorend zijn de aanleg van vijvers, van streekvreemde beplantingen en bouw van weekend verblijven. De zware metalen afkomstig van metallurgische bedrijven vormen een negatieve externe invloed. Vergrassing van de heide wordt waarschijnlijk door verontreiniging met zware metalen veroorzaakt. De recente bebouwing levert geen bijdrage tot de landschapswaarden.