Valleien van Molenbeek en Winge van Gemp tot Horst

Ankerplaats ID:A20016

Omschrijving

Deze ankerplaats kan gesitueerd worden tussen Nieuwrode en Lubbeek, ze sluit in het oosten aan bij de ankerplaats Walenbos. Het betreft de vallei van de Molenbeek stroomafwaarts vanaf de Gempe tot aan het kasteel van Horst te Sint-Pieters-Rode. Het alluvium van de beek werd pas in de tweede helft van de 19de eeuw bebost, na 1900 werd deze bebossing uitgebreid tot bij Lubbeek. Vlak bij de Gempmolen stroomt de Winge in de Molenbeek, die vanaf daar soms ook Winge genoemd wordt. Ze stroomt langs de flank van de Bensberg richting Kleerbeek en Horst. De Bensberg, meer dan 80 meter hoog, sloot in feite aan bij de Roeselberg, maar deze werden van mekaar gescheiden door de aanleg van de nieuwe verbindingsweg Sint-Joris-Winge - Aarschot in het begin van de jaren 1970. Het brede alluvium van de Winge onderging de laatste 150 jaar een landschappelijke transformatie van een gecompartimenteerd landschap met beemden, perceelsrandbegroeiing en enkele verspreide bospercelen naar een landschap met hoofdzakelijk populierenaanplantingen, afgewisseld met percelen akkerland en weiland. Het gehucht Gemp was voor de aanleg van de steenweg Leuven-Diest en strategisch kruispunt van interregionale wegen Leuven-Diest, Leuven-Halen en Aarschot Tienen. De voormalige Norbertinessenpriorij werd er in 1252 op het ‘s Hertogeneiland gevestigd, tegen de Molenbeek. Het klooster werd in 1796 in beslag genomen en te koop aangeboden,. Het domein, 4,5 hectare groot, werd heraangelegd in 1820-1830 in een vroeg-landschappelijke stijl rond de neoclassicistische villa De Heen, maar met behoud van de oude hoofdstructuur en diverse gebouwen van het kloostercomplex alsook de rondboogpoort met het jaartal 1738. Deze villa werd meermaals verbouwd. Een niervormige vijver kwam tot stand door het opstuwen van de Molenbeek. Vele bomen in het park dateren uit de eerste helft van de 19de eeuw. Ten westen van de Gemp ligt het Dievenhof, een middelgrote hoeve uit het begin van de 18de eeuw met afzonderlijke bijgebouwen rond een ruim erf. De grote schuur werd opgericht in de 19de eeuw. Ten noorden van het kasteel van de Gemp ligt langs de Molenbeek de Gempmolen langs de oude weg Leuven-Diest. Deze watermolen dateert uit het midden van de 18de eeuw, maar bevat nog een oudere kern. In de nabijheid lag ook de voormalige afspanning “In de drie Haringen”, een beschermd monument in sterk vervallen toestand. Ten noorden van de Bensberg ligt eveneens in de vallei het kasteel van Kleerbeek. De heerlijkheid Kleerbeek werd reeds in 1433 vermeld. Het huidige kasteel werd gebouwd op de funderingen van het vroegere gerechtshof. Op het einde van de 18de eeuw werd het verbouwd tot huis van plaisantie, een eeuw later kreeg het gebouw het uitzicht van een eclectisch kasteel. De watermolen was waarschijnlijk het oudste gebouw van Kleerbeek. Het park, aangelegd rond de molenvijver, was een ongeveer 10 hectare grote lusthof met dreven naar de omgevende bossen en de dorpskern. Een vroeg-landschappelijke parkaanleg gebeurde rond de vijver aan de noordzijde van het kasteel, aan de zuidzijde vinden we een strak geometrische aanleg met sporen van een Franse tuin, naar een ontwerp van Auguste Delvaux aangelegd in 1911-1914. We treffen er oude en zeldzame bomen aan naast interessante jonge aanplantingen. Te Sint-Pieters-Rode stroomt de Molenbeek of Winge langs het kasteel van Horst, waarvan de oorsprong teruggaat tot in de 13de eeuw. Het kasteel ligt bijna verscholen tussen de bomen in de vallei, vanaf de ongeveer 50 meter hoge heuvelrug met de Sint-Jozefskapel tussen akkers en weilanden kan men het gemakkelijk situeren. Vermoedelijk was het Amelric Boote die in het laatste kwart van de 14de eeuw het kasteel liet bouwen. In de 15de eeuw werd duidelijk melding gemaakt van slot en neerhof. De vierkante zandstenen donjon van het kasteel van Horst maakte deel uit van een cirkelvormige of polygonale waterburcht, waarvan nu nog de poort met de sponning voor de ophaalbrug en de valheksleuf overblijven, evenals de weergang met drie bogen en schietgaten. De woon- en oost-vleugel werden vernieuwd in de 16de eeuw. De ronde toren dateert ook uit deze periode. De burcht verloor haar militair karakter en kreeg meer het karakter van een aangenaam woonverblijf met zicht op de slotgracht, de vijvers en het binnenplein. Het wagenhuis met de bijhorende stallingen en watermolen en gelegen buiten de slotgracht stamt uit de 17de eeuw. Het was vermoedelijk een recuperatie van één van de vleugels van het primitieve neerhof. Het jaartal 1657 is in de gevel aangebracht evenals muurankers met de letters M A V T, die verwijzen naar Maria-Anna Van den Tympel die in 1650 het kasteel geërfd had. Maria-Anna Van den Tympel was het die in 1655 aan Jan Christiaen Hansche opdracht gaf om drie grote plafonds in het kasteel met barok stucwerk te versieren Het kasteel werd sinds het midden van de 17de eeuw slechts sporadisch bewoond, zodat het toch nog vele kenmerken van het oorspronkelijk feodale karakter behouden heeft en niet de ‘modieuze’ barokke of classicistische veranderingen heeft ondergaan zoals dat met vele andere kastelen in de 18de en 19de eeuw het geval was. Ook de relicten van de laat-middeleeuwse omgevingsaanleg bleven bewaard, er is geen sprake geweest van een landschappelijke parkaanleg. Tot in de 19de eeuw was de slotgracht nog herkenbaar, maar ze stond al geruime tijd droog of was verland. Vanaf 1880 werd het slotgrachtperceel door het kadaster niet meer als water omschreven of ingekleurd, maar al in 1848 stonden ze leeg volgens Gens. In 1920 het werd op de kadastrale plannen niet meer aangeduid. De grote, rechthoekige omgrachting omvatte ook het neerhof en is nog steeds voor een groot gedeelte aanwezig. Het kasteel vormt het centrum van een netwerk van wegen, dreven en dijken, dat zeer archaïsch overkomt, onregelmatig-geometrisch, ontworpen en aangelegd in een periode dat de landmeetkunde nog in haar kinderschoenen stond. De kaart van Sint-Pieters-Rode die in 1659 door Guillaume Subil werd opgemaakt toont ongeveer hetzelfde beeld als de Ferrariskaart, die meer dan een eeuw jonger is. Op het moment dat de Ferrariskaart werd opgemaakt (1771-1775) was het kasteel al meer dan een eeuw niet meer bewoond. Alleen de watermolen op de Winge, deel van het wagenhuis, en de kasteelhoeve, 300 m ten oosten van het kasteel, waren nog in gebruik. Van elementen die naar ‘lust’ of ‘plaisantie’ verwijzen is elk spoor verdwenen. De componenten van het landschap, voor zover ze op de Ferrariskaart kunnen geïdentificeerd worden, hebben uitsluitend een utilitair karakter: 1. de vier grote vijvers ten noorden van het kasteel (bekend als ‘De Vijvers’ op het grondgebied Nieuwrode); in de 19de eeuw omgezet in bos, maar de dijken zijn nog duidelijk herkenbaar; 2. de beemden op de rechteroever van de Winge (eveneens op Nieuwrode); 3. diverse boomgaarden, waaronder de ‘notelaren boomgaard’, zoals de plek ten zuidwesten van het kasteel (waar het huidige parkeerterrein ligt) kadastraal wordt genoemd. In 1770 liep er nog steeds een dijk tussen de slotgracht en de vijver. De grote vijver die het kasteel omsluit en die heden ten dage ook de voormalige ronde slotgracht omvat, werd pas in de jaren 1930 heraangelegd. De meest opvallende aanlegcomponent wordt momenteel gevormd door de dreven.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De vallei van de Winge-Molenbeek heeft een bijzondere geomorfologische en geobotanische betekenis. Ter hoogte van Horst maakt de Winge aan bij een brede noordoost-zuidwest gerichte vallei, die door een rivier die belangrijker was dan de huidige waterlopen (middenloop Winge en Begijnebeek). De Wingevallei heeft ook een bijzonder geobotan,ische betekenis, want langsheen de Winge-Molenbeek treedt een sterke vermenging op van plantsensoorten uit repectievelijk de Kempische en Brabantse districten. Verspreid over de vallei komen interessante bos- en graslandvegetaties (blauwgraslandtype) voor. In de kasteelparken van Gempe en Kleerbeek zijn er zeldzame en oude bomen.

Historische waarde

Het kasteel van Horst is een uniek voorbeeld van een feodale burcht, die in de 16de eeuw werd omgebouwd tot huis van plaisantie; de hooghof-neerhof-structuur is nog duidelijk zichtbaar en omdat het goed na 1660 niet meer verder evolueerde, heeft de omgeving zijn laat-middeleeuwse structuur behouden. Het gehucht Gempe was vóór de aanleg van de steenweg Leuven-Diest een belangrijk knooppunt van regionale wegen; de bebouwing is nog grotendeels 17de-eeuws (o.m. watermolen); het nabijgelegen kloosterdomein werd na 1820 omgezet in een landschappelijk parkje rond een eenvoudig landhuis, dat later eclectisch werd verbouwd. Het kasteelpark van Kleerbeek, aan de voet van de Bensberg, werd aangelegd rond een molenvijver, watermolen en huis van plaisantie (einde 18de eeuw); in 1894 tot eclectisch kasteel omgebouwd en omringd met circa 10 hectare ‘lusthof’ met dreven naar omgevende bossen en dorpskern; vroeg-landschappelijke aanleg rond de vijver aan noordzijde kasteel, strak geometrische aanleg aan zuidzijde met sporen van ‘Franse’ tuin naar ontwerp van Auguste Delvaux (1911-1914).

Esthetische waarde

De Wingevallei tussen het gehucht Gempe en het kasteel van Horst, kasteelparken,t vijvers, watermolens, beemden en de beboste flanken van de Bensberg, is een bijzonder aantrekkelijk en van verstoringen gevrijwaard geheel.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
  • steilrand
  • holle weg
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
Moerassige gronden:
  • moeras

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
  • hof
Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • toren
  • muur
  • kasteelgracht
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis
Molens:
  • watermolen

enkel relicten

Militair erfgoed:
  • motte
Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
  • klooster

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • sluis
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • vijver
Topografie:
  • historisch stabiel
Bos:
  • loof
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Verspreide bebouwing tussen Horst en Kleerbeek met talrijke hoeves, eveneens bebouwing ten zuiden van de Gemp