R27003: Holle wegen zelk en vallei van de Begijnenbeek

Verstoring:

Herkenbaarheid: 2

Samenhang: 1

Gaafheid: 1

Wetenschappelijke waarde:

Mesolithische en neolithische vondsten.

Historische waarde:

Galgenberg: was reeds t.t.v. Ferraris deels kouter, de berg zelf was tot na V.d.M. een gemengd bos. Het landschap wordt gekenmerkt door holle wegen en taluds. Pas de laatste 50 jaar kwam er bewoning die omgeven wordt door opgaand groen. Prinsenbos-Luienberg: Het is een landschap dat zich pas na Van der Maelen vormde, voorheen was het 1 groot uitgestrekt bos waarvan er slechts enkel percelen van overgebleven zijn. Nadien is het landschap niet veel meer gewijzigd. Ook hier zijn er verschillende holle wegen en taluds in het landschap te zien. Kloosterberg: Reeds ten tijde van Ferraris was het hoofdzakelijk een kouter, nadien werd de rest ook gerooid. Recent zijn aan de zuidelijke zijde boomgaarden aangeplant. Begijnenbeekbeemden: is in tegenstelling tot de meeste alluvia niet bebost maar behield haar beemden en is nagenoeg ongewijzigd 5cf. Ferraris). De kouter ten noorden van de beek is ook ongewijzigd. De bossen ten zuiden van de beek werden na Ferraris gerooid waarna het landschap ook niet veel meer wijzigde. Begijnenbeek stroomopwaarts de E40 : de beemden werden pas na V.d.M. bebost. Het hoger gelegen gebieden oosten van de beek werd in dezelfde periode gerooid met uitzondering van de steilste hellingen zoals de zuidelijke flank van de Hermansheuvel. De percelen zijn sinds MGI niet meer gewijzigd, de bebossing is nadien nog toegenomen.

Esthetische waarde:

Een ongerept agrarisch landschap in de omgeving Diest dat strek varieert door haar fysische afwisseling, typisch voor het Hageland. Vanop de Kloosterberg heeft men een prachtig zicht op de Begijnenbeekvallei dat een halfopen landschap heeft terwijl de berg zelf een kouter is met aan de zuidelijke zijde boomgaarden en bos.De ruggen bepalen zeer nadrukkelijk het landschap van het Hageland. Vaak zijn het de meest groene plaatsen door hun bebossing begroeide taluds en holle wegen. Zij zorgen dan ook voor heel wat diversiteit dat nog versterkt wordt door haar topografie.

Beleidswenselijkheden:

Behoud van de holle wegen (zonder wegdek), heraanplanten van delen van het Prinsenbos, behoud van beemden.Gebied gevoelig voor industrialisering wegens goede ontsluiting. Behoud van de holle wegen.