Uitkerkse polder

Ankerplaats ID:A30001

Omschrijving

Deze ankerplaats bevat een sekwentie van strand over duinen tot een zeer gave en herkenbare Oudlandpolder ten westen van Blankenberge. Ze ligt ten (zuid)westen van Blankenberge en ten oosten van Wenduine (gem. De Haan). In het westen vormt de autoweg N307 Wenduine-Houtave (gem. Zuienkerke) de grens, in het oosten de bebouwing van Blankenberge en de zuidelijke grens wordt gevormd door een oost-west gerichte lijn door Nieuwmunster. De ankerplaats ligt in gemeente Blankenberge, Brugge (zuidoostelijke hoek), en in De Haan (westelijk deel). Op het strand staan enkele golfbrekers. De overgang tussen strand en duinen wordt niet gehinderd door enige infrastructuur waardoor aanvoer van zand door zee naar het smalle duinenfront nog steeds mogelijk is. De duinen zijn gedeeltelijk gefixeerd door vegetatie. De overgang tussen de duingordel en de achterliggende polders is verstoord door de autoweg N34 Blankenberge - De Haan. Langs de kant van de polder heeft deze weg een zandige talud waar men tijdens droge zomerdagen nog actieve zandverstuiving waarneemt. Actieve overstuiving van poldergrond met zand is zeer zeldzaam langs de Belgische kust wat dit gebied een grote natuurwetenschappelijke waarde geeft. Deze Oudlandpolders worden gekenmerkt door microreliëf, overwegend graslandgebruik en een onregelmatig netwerk van grachten en afwateringskanaaltjes. Microreliëf is typisch voor Oudland, maar op sommige plaatsen in dit gebied kan het te wijten zijn aan ontvening. Onder weiland blijft dit microreliëf best bewaard en herkenbaar. Het netwerk van grachten wordt geaccentueerd door rietkragen en soms staat er rietvegetatie in de lanen van weilanden. In weilanden ligt dikwijls nog een veedrinkpoel. In akkerlandpercelen daarentegen is het microreliëf zwaar aangetast en moeilijk herkenbaar. De grachten wateren af naar grotere kanalen, vaarten en vlieten zoals de Blankenbergevaart, de Kerkvliet, het Bommelzwin, St-Jansader, Isabellavaart,…. De Blankenbergevaart vormt de voornaamste afwatering van deze en aangrenzende polders. Hij wordt voor het eerst vermeld rond 1185 en de huidige loop stemt overeen met die op de kabinetskaart van de Ferraris (ca. 1776). Parallel aan de Blankenbergevaart ligt de Blankenbergdijk. Op sommige kleine waterwegen staat nog steeds een kleine sluis die met de hand bediend moet worden. De vrij hoge grondwaterstand in het gebied is typisch voor polders en is van groot belang voor flora en fauna omdat het een overwinterings- en broedplaats is voor watervogels. De wegen lopen grosso modo noord-zuid (evenwijdig aan de Blankenbergevaart) of oost-west, én zijn veelal smal. Buiten de N34 in het noorden van deze ankerplaats versnijden geen grote wegen dit gebied. In het gebied staat zeer weinig bebouwing die bovendien sterk verspreid voorkomt. Ze bestaat uit enkele grote verspreide hoeves (zoals hoeve blauwe Duivekeet en Hoeve Klaragoed) en enkele kleinere boerderijen met veelal bomen errond. De dorpskern van Nieuwmunster ligt aan de rand en is naar bebouwing en aanleg zeer gaaf. Kleine witgekalkte huisjes zijn talrijk aanwezig en geven dit gehucht een grote esthetische waarde. Rond deze site zijn ook Romeinse overblijfselen gevonden wat wijst op de lange occupatiegeschiedenis. In historische context is deze nederzetting dus zeer waardevol. Vanuit Nieuwmunster heeft men een goed en onverstoord zicht op de polders. Vanuit de polders is de kerk een blikvanger. Her en der liggen ook resten van vroeg-middeleeuwse sites. Dit is dus een uitgesproken open landschap zonder perceelsrandbegroeiing; enkel rond de gebouwen staan af en toe bomenrijen. Langs de Blankenbergedijk ligt een opgehoogd terrein (een oud stort) dat nu een natuurreservaat is. In het noordwesten van deze ankerplaats rond de Neptunuswijk liggen enkele vijvers die door de omringende bomenrijen en –partijen opvallen in dit open landschap en eerder storend overkomen. In het noorden grenst dit landschap aan enkele wijken van Uitkerke en Blankenberge. Veel bebouwing is wit geschilderd wat fel afsteekt en enorm opvalt in dit vlakke open landschap. Langs sommige wegen (o.a. weg op Blankenbergse dijk) rukt de lintbebouwing op en bedreigt dit open en weinig bebouwd landschap te versnijden.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats vormt een relict van een Oudlandpolder met duidelijke differentiatie van geul- en poelgrondenmet een zeer structuurrijk karakter. De bodemgesteldheid bepaalt nog grotendeels het landgebruik. Blankenbergse Vaart is belangrijk voor de afwatering van de poldergronden. De sekwentie van strand-duinen-polder met actieve overstuiving van polder met zandgrond is gaaf bewaard. De uitgestrekte graslandcomplexen hebben een grote floristische rijkdom met een groot aandeel water- en moerasvegetatie. Voor weidevogels vormt deze polder een belangrijk broed-, pleister- en overwinteringsplaats.

Historische waarde

De Blankenbergse Vaart loopt nog zoals op de kabinetskaart van de Ferraris. De eerste vermelding van deze vaart is in een document van 1185; het was een transportkanaal voor vis en bouwmateriaal. In het gebied zijn nog talrijke resten van verdwenen middeleeuwse sites aanwezig. De sporen en relicten van de ontvening en klei-ontginning zijn nog aanwezig en herkenbaar in het landschap.

Esthetische waarde

Het is een open en vlak landschap met onregelmatige, grote percelen zonder perceelsrandbegroeiing én met een zeer lage bebouwingsdichtheid. Tussen de percelen lopen kronkelende sloten. Wijdse panoramische zichten naar kust, duinen en polders landinwaarts.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De Blankenbergse vaart en de Blankenbergse dijk structureren dit landschap in grote mate (vooral voor het afwateringsnet en voor het wegennet). De Koninklijke Baan vormt in het noorden de grens tussen de zeereepduinen en de polders. De fysische ondergrond bepaalt grotendeels het bodemgebruik.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf

typisch voor Oudlandpolder

Hydrografische Elementen:
  • waterloop

Blankenberge- en Isabellavaart belangrijk

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve

Blauwe Duivekeet

Kerkelijk erfgoed:

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • dijk
  • sluis
  • grachtenstelsel

sommige sluizen nog met hand te bedienen; lanen in de weilanden

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • knotbomenrij

vlakbij en rond de gebouwen

Kunstmatige waters:
  • poel
  • vijver

pole als veedrinkput; vijver rond Neptunuswijk

Topografie:
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
Bijzondere waterhuishouding:
  • polder

Opmerkingen en knelpunten

Het bezoekerscentrum van het natuurreservaat ligt op een opgehoogd terrein dat vroeger een stortplaats voor afval was. Door de hogere ligging valt het op in het landschap, maar door de beplanting van de talud is daaraan enigszins verholpen. De witte gebouwen (vnl. woningen) ter hoogte van Uitkerke en Blankenberge vormen blikvangers in dit open landschap. De lintbebouwing vanuit Wenduine en Blankenberge bedreigt dit open ruimte gebied met een heel lage bebouwingsdichtheid. De vijvers en waterpartijen ter hoogte van de Neptunuswijk worden als storend ervaren omdat ze er landschappelijk niet thusi horen en het groenscherm niet past binnen het open landschap.