Bos van Houthulst

Ankerplaats ID:A30029

Omschrijving

Deze ankerplaats ligt ten zuiden van de kern van Houthulst. De grenzen vallen samen met de wegen die het bos van Houthulst en enkele aansluitende landbouwpercelen omgeven. Deze ankerplaats ligt op een uitloper van de rug van Westrozebeke die zich van Westrozebeke over Staden tot Diksmuide uitstrekt. Houthulst bevindt zich dus op een interfluviale kam tussen het bekken van de Blankaart en het bekken van de Ieperlee en het Engelendelft. De rug waarop deze ankerplaats ligt, heeft in de ondergrond fijn zand met kleilagen van de formatie van Ieper. De kwartaire laag bestaat uit lemig zand tot zandleem en is niet dik. Op de moeilijk doordringbare fijne zand- en kleilaag vormt zich een stuwwatertafel waardoor de gronden zeer vochtig en nat zijn. Tijdens de middeleeuwen waren hier gegraven vijvers aanwezig die nu verland zijn tot vennen. De huidige vijvertjes en waterpartijtjes in het bos zijn waarschijnlijk bomkraters uit WOI. Aan de noordelijke rand van het bos loopt de Zanddambeek die via de Steenbeek de vijver van de Blankaart voedt. In het zuiden loopt de Korverbeek naar het Engelendelft (en Ieperlee). Het eigenlijke bos van het militair domein is omgeven door een kleine gracht. Het huidige bos bestaat uit loofbomen in het militair domein (hoog-, middel- en laaghout), én uit loof- en naaldbomen rond het Vrijbos. Tijdens WOI vormde dit bos een belangrijk strategisch punt voor de Duitsers door de hoge ligging en als munitiedepot. Na WOI schoot er zo goed als niets meer over van het bos, maar werd toch opnieuw aangeplant. Eertijds strekte het OudHulstbos zich uit tussen Diksmuide, Ieper, Roeselare en Torhout. De graven van Vlaanderen beheerden het deel ten noorden van de Korverbeek en de Franse abdij van Corbie het deel ten zuiden ervan. Verspreid komt nog heidevegetatie voor die een relict vormt van de vegetatie in een veldgebied. In het huidige Vrijbos is de rechtlijnige, geometrische aanleg nog goed herkenbaar met nog enkele dreven. Ook elders in de ankerplaatsen komen dreefrestanten voor die herinneren aan de Oostenrijkse periode. Volgens de kabinetskaart van de Ferraris waren er in het bos zelf slechts enkele grote dreven aanwezig grotendeels overeenkomend met de huidige wegen langs de bosrand. In de omringende landbouwpercelen is de geometrische perceelsvorm bewaard gebleven. Wellicht gaat dit terug op de verkoop van bospercelen in het begin van de 19e eeuw onder Hollands bestuur. De spoorweg en de wegen in het militair domein dateren van na WOI. Buiten het kasteel De Groote is er nauwelijks bebouwing aanwezig. Het kasteel zelf heeft een toegangsdreef en de dreven in het bos zelf vertrekken vanuit de site. Het gebouw is niet zo waardevol, maar dient evenwel behouden te blijven. In de zuidwestelijke hoek staat de herberg Munneke waar vroeger de verkoop van het hout geregeld werd. In het westen van de ankerplaats is een Belgisch militair kerkhof in de vorm van een ster aanwezig met enkele bomen. Van de omringende wegen heeft men nog een vrij ongestoord zicht op de bosrand. Enkel bebouwing langs de wegen en enkele recente gebouwen bij landbouwbedrijven doen afbreuk aan het zicht. Het bos zelf is niet toegankelijk voor publiek wegens militair domein. Dit bos op een interfluviale kam is een baken in de omgeving en accentueert de hoge ligging. Ook het historisch permanent karakter van de bebossing maken dat dit bos zeer waardevol is. De oostelijke grens van de ankerplaats komt ongeveer overeen met het boscomplex zoals op de Ferrariskaarten aangegeven.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De ankerplaats ligt op een uitloper van de rug van Westrozebeke en vormt het brongebied voor de Zanddambeek.

Historische waarde

De Noord-franse abdij van Corbie bezat het Vrijbos (deel van een groot natuurbos), een woud dat met een geschatte oppervlakte van meer dan 2000ha belangrijke delen van het grondgebied van de latere gemeenten Houthulst, Langemark, Merkem, Poelkapelle en Staden omvatte. Van dit Vrijbos - dat in de Middeleeuwen ook onder grafelijk toezicht werd gesteld - bleef enkel het naburige Bos van Houthulst als oorspronkelijke boskern bewaard. Tijdens WOI vormde dit gebied door zijn hoogteligging een strategisch punt voor het Duitse leger. Later werd het een militair domein met o.a. een kerkhof in stervorm.

Esthetische waarde

De aanwezigheid van parallelle wegen (soms dreefrestanten) is kenmerkend voor de ontsluiting van het gebied. Het boscomplex benadrukt de hoge ligging van deze uitloper van de rug van Westrozebeke.

Sociaal-culturele waarde

Het gebied is gedeeltelijk militair domein dat niet toegankelijk is voor onbevoegden.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De grootte van het bos en de aanwezigheid van kleinere boscomplexen in de nabijheid dragen bij aan de accentuering van de hoge ligging van het gebied. De bossen vormen een blikvanger in het landschap door hun grootte.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Macroreliëf:
  • heuvel

heuvelrug

Hydrografische Elementen:
  • beek

Korverbeek en Zanddambeek

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • landgoed

kasteel De Groote

Bouwkundig erfgoed:
  • herberg

munneke herberg in zuidwesten

Militair erfgoed:

bomkraters WOI; militair kerkhof

Elementen van transport en infrastructuur

Spoorweg: militaire spoorweg

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef

dreven in Vrijbos, restanten ervan in het bos van Houthulst

Kunstmatige waters:
  • vijver

oude bomkraters

Bos:
  • naald
  • loof
  • hakhout
  • middelhout

Opmerkingen en knelpunten

In de omgeving van het bos (vooral ten oosten ervan) liggen nog heel wat kleinere boscomplexen die eertijds ook tot het bos van Houthulst behoorden maar nu door bebouwing, wegen en/of landbouwpercelen gescheiden worden. De weinige dreven dienen behouden te blijven en eventueel hersteld. In de omgeving rukt de lintbebouwing op en bedreigt een aaneengesloten lintbebouwing te vormen rond het bos. Aan de oostelijke rand staan enkele industriegebouwen die afbreuk doen aan de esthetische waarde van het bos en de bosrand. De uitbreiding van bebouwing in een herklenbaar landschapspatroon dient men te vermijden.