Bos te Rijst

Ankerplaats ID:A40080

Omschrijving

Deze ankerplaats wordt in het zuiden begrensd door de gewestgrens, de ganse ankerplaats ligt op grondgebied Schorisse (Maarkedal). Op de kaart van Ferraris (ca. 1775) staat op de plaats van het huidige bos nog akker- en weiland ingetekend. Vlak voor de Ferrariskaart werd opgemaakt stond er nog een hakhoutbos. Desondanks wijzen de aanwezige plantensoorten en het oude bosbestand duidelijk in de richting van een oude bossite. Op de kaart van Vandermaelen (1850) staat het gebied aangegeven als bos, met dezelfde vorm als in de huidige toestand. Vermoedelijk vond de bebossing dus plaats aan het eind van de 18e eeuw. De westelijke grens van het bos wordt gevormd door de Molenbeek. Tijdens WOI werd het bos grotendeels kaalgeslagen. De toenmalige eigenaars voerden zware kappingen uit. Grote delen van het bos zijn vermoedelijk opnieuw aangeplant tussen de beide wereldoorlogen. In 1971 wilde een privé- maatschappij het gebied opkopen op er weekendhuisjes neer te zetten. Maar dat werd afgewezen onder druk van plaatselijke actiegroepen. Midden de jaren 1970 werd een deel van het gebied voor recreatie ingericht. Later werden delen van het bos terug voor het publiek afgesloten omwille van de kwetsbaarheid van het gebied. Het hele bos ligt op een naar het westen gerichte helling, die plaatselijk heel steil kan zijn. De hoogte varieert van 95 à 105 m in het zuidoosten tot 50 à 65m in het noordwesten. De Molenbeek vormt bijna overal de westelijke grens van het bos en wordt gevoed door bronnen in het bos en ten zuiden ervan, in de provincie Henegouwen. De bronnen ontspringen alle op eenzelfde niveau, een contactzone tussen zandige en kleiige lagen. Het bos is omgeven met weiland en akkers, maar er zijn gelukkig geen sterke storingsfactoren in de directe nabijheid. De bodem bestaat doorgaans uit vruchtbare leem maar hier en daar dagzomen Tertiaire, glauconietrijke zand- en kleilagen uit het Paniseliaan. In het zuidelijke deel van het bos zijn een paar van dergelijke blokken door erosie blootgelegd. Het bos Te Rijst bestaat voornamelijk uit gevarieerd loofhout met overwegend hooghout en ongeveer 1,5 ha hak- en middelhout langs de beek in het laagste, noordwestelijke deel van het bos. Aan de structuur van de bestanden is te zien dat vroeger een groter deel van het bos als middelhout werd beheerd dan thans het geval is. Het grootste deel van het bos bestaat uit het Atlantische eiken-essenbos of beukenbos. Op meer zandige plaatsen komt een weinig beuken-eikenbos voor. Bij de bronnetjes en langs de beekjes groeit een karakteristiek bronbosvegetatie. Ten zuidwesten van het bos komen de Kapellen van Annoven voor. Eén grote wegkapel uit de 19e eeuw ligt naast de later toegevoegde ommegang van zeven kleine kapellen ter ere van O-L-Vrouw van Zeven Weeën van 1901. Dit lokaal bedevaartsoord is de laatste decennia in verval geraakt. De restauratie werd in 1993 aangevat. In het gebied rond het bos staan verschillende grote hoeven die voornamelijk uit de 19e eeuw dateren.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het langgerekt bos op de oostelijke flank van de asymmetrische vallei van de Meulebeek of Molenbeek, die in feite de bovenloop is van de Maarkebeek. Er komen verschillende bronzones en geologische ontsluitingen voor.

Historische waarde

Op de kaart van Ferraris (ca. 1775) staat op de plaats van het huidige bos nog akker- en weiland ingetekend. Vlak voor de Ferrariskaart werd opgemaakt stond er nog een hakhoutbos. Desondanks wijzen de aanwezige plantensoorten en het oude bosbestand duidelijk in de richting van een oude bossite. Op de kaart van Vandermaelen (1850) staat het gebied aangegeven als bos, met dezelfde vorm als in de huidige toestand. Vermoedelijk vond de bebossing dus plaats aan het eind van de 18e eeuw. De westelijke grens van het bos wordt gevormd door de Molenbeek. Tijdens WOI werd het bos grotendeels kaalgeslagen. De toenmalige eigenaars voerden zware kappingen uit. Grote delen van het bos zijn vermoedelijk opnieuw aangeplant tussen de beide wereldoorlogen.

Esthetische waarde

Het bos ligt op een steile helling in een reliëfrijk landschap. In het valleitje wordt de beek begeleid door vegetatie. Op de minder steile helling van de beekvallei en op heuveltoppen komen uitgestrekte open landbouwlandschappen met verspreide hoeven voor.

Sociaal-culturele waarde

In 1971 wilde een privé-maatschappij het gebied opkopen om er weekendhuisjes neer te zetten. Dit werd afgewezen onder druk van plaatselijke actiegroepen. Midden de jaren 1970 werd een deel van het gebied voor recreatie ingericht. Later werden delen van het bos terug voor het publiek afgesloten omwille van de kwetsbaarheid van het gebied.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het bos ligt op een steile helling, waar verschillende taluds voorkomen, in een reliëfrijk landschap. In het valleitje wordt de beek begeleid door vegetatie. Deze beek vormt de westelijke grens van het bos. Op de minder steile, westelijke helling van de beekvallei en op heuveltoppen komen uitgestrekte open landbouwlandschappen met verspreide hoeven voor.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • heuvel
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
  • meander

Molenbeek, bronnen

Geologie:
  • ontsluitingen

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
Kerkelijk erfgoed:
  • kapel

kapel O-L-V van Zeven Weeën

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • kaphaag
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • kouters
Bos:
  • loof
  • hakhout
  • middelhout
  • hooghout