R40005: Meetjesland van St.-Laureins - Kaprijke

Verstoring: De relictzone valt gedeeltelijk in het ruilverkavelingsgebied Eeklo - Lembeke (10/5/65).

Herkenbaarheid: 3

Samenhang: 3

Gaafheid: 2

Wetenschappelijke waarde:

Hoger gelegen dekzandgebied met Graaf Jansdijk als noordelijke grens. Laag gelegen gebied, vochtig en zandig. Gedeelte van de Vlaamse Vallei.

Historische waarde:

Gebied van laat-middeleeuwse systematische ontginning met talrijke typische dorpsvormen met tamelijk intacte structuur en soms een grote cultuurhistorische betekenis. Tot de 12de eeuw nat heidegebied of wastina, ontginningen in de 13de eeuw gestimuleerd door Johanna van Constantinopel. Gebied onder St-Laureins : op Ferraris nog bos aanwezig. Wegenpatroon volgens Ferraris. In de 12de - 13de eeuw : vrij systematisch aangelegd patroon van lokale wegen met grote, vierhoekige blokken. Langs de wegen zorgen grachten voor de waterafvoer. De grote blokken werden ingedeeld in lange, gelijkgerichte stroken in de 13de eeuw, gescheiden door grachten en afgeboord door lineair groen. Deze toestand bleef behouden tot na WOII. Gebied ten N van Kaprijke : percelering grotendeels volgens Ferraris, perceelsranden verdwenen. Traditionele perceelsranden bestonden uit knotbomen rond perceelsblokken. Gebied tussen Graaf Jansdijk en ‘gebied met strookvormige percelering’ : op Ferraris bos aanwezig, wegenpatroon is gelijk gebleven. Gebied tussen Eeklo en ‘gebied met strookvormige percelering’ : richting van de percelering volgens Ferraris. De 2 kleine boscomplexen zijn resten van een groter boscomplex volgens Ferraris. Gebied ten ZW van St.-Laureins : het wegenpatroon is ongewijzigd tov Ferraris. Gebied onder Isabellageleed : percelen grotendeels zoals Ferraris, perceelsranden verdwenen. Westen van Bassevelde : percelering volgens Ferraris, perceelsranden verdwenen, opstrekkende percelering.

Esthetische waarde:

Vlak landbouwland met weinig uitgesproken microreliëf dat nederzettingen en infrastructuur structureert. Afwisselend verre en soms weidse zichten en door groenschermen begrensde ruimten. Wegen en bewoning vormen de hoofdassen waarop de strookpercelering opstrekkend gestructureerd is. Het nederzettingstype bestaat uit lineaire gehuchten en pleindorpen. Open landschap met enkele grote bomenrijen langs de wegen (dreven) en alleenstaande bomen langs de perceelsranden. Wegen verlopen voornamelijk in de richting zuidwest-noordoost. Leopoldskanaal en Schipdonkkanaal vormen lineaire blikvangers in het landschap.

Beleidswenselijkheden:

Stoppen uitbreiding lintbebouwing. Dorpskernrenovatie wenselijk. Behoud (eventueel herstel) van het hoofdnetwerk van lineaire perceelsrandbegroeiing met knotbomen. Duidelijke architectonische richtlijnen formuleren voor nieuwbouw en renovatie.