Rammelaars

Ankerplaats ID:A17002

Omschrijving

Het gebied ligt in de noordwesthoek van de gemeente Ham, op de grens van de provincies Limburg en Antwerpen. In het oosten wordt het gebied begrensd door het kanaal Dessel - Kwaadmechelen, in het zuiden door het Albertkanaal. Het gebied wordt doorsneden door de Dode - of Luikse Beek die tevens de gemeentegrens vormt. Het gebied maakt deel uit van de zuidelijke Kempen. Het reliëf is weinig uitgesproken en helt af in zuidwestelijke richting. De ontwatering gebeurt via de Luikse Beek die behoort tot het hoofdbekken van de Grote Nete. De Gerhoevenloop en de Kleine beek zorgen in het gebied voor de afwatering naar de Luikse Beek. Door de aanwezigheid van de gradiënt van venige naar ijzerhoudende moerasgronden en de afwisseling van natte en drogere gronden, is er een zeer gevarieerd landschap ontstaan. Het zuidelijkst gelegen deel is in hoofdzaak een gaaf kleinschalig cultuurlandschap waarop tot voor enkele decennia een hooilandbeheer werd toegepast. De historische percelering is nog intact en komt nog goed tot zijn recht, door de aanwezigheid van de voor de streek typische houtkanten op de perceelsgrenzen. Deze houtkanten zijn hét kenmerk van dit type van landschap namelijk het z.g. coulissenlandschap. In functie van een goede waterbeheersing werd er in het verleden een uitgebreid systeem aangelegd met afwateringsgrachten loodrecht op de beken. Dit grachtensysteem is nog steeds aanwezig. In het noordelijk deel is het coulissenlandschap niet meer duidelijk te herkennen. In dit deel verloren de landbouwers veelal hun belangstelling voor de natte hooilanden, die zeer arbeidsintensief waren en bovendien ver van de boerderij verwijderd lagen. Heel wat hooilanden werden verlaten of beplant met populieren. Op vele van deze percelen, voornamelijk in het Antwerpse gedeelte van het gebied, heeft zich een spontane vegetatie kunnen ontwikkelen, met als resultaat elzenbroekbossen en wilgenbroekbossen. Het gebied ligt in een vallei waardoor veenvorming mogelijk was. De diepte van de veenlaag schommelt rond 1m. Tot na de tweede wereldoorlog werd er turf gestoken. De meeste putten bevinden zich nu in een verlandingsstadium. Naast turf werd er gedurende een korte periode, eerste kwart 20ste eeuw, plaatselijk ook ijzererts ontgonnen.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Grote delen van het gebied zijn bedekt met een dikke veenlaag van gemiddeld 1m dikte. Het continue beheer van het gebied resulteerde tevens in een grote diversiteit.

Historische waarde

Het bekenpatroon, het grachtensysteem en het perceleringspatroon van begin 19de eeuw, bleef tot op heden min of meer ongewijzigd. Het gebied De Rammelaars is een getuige van een 19de eeuwse waterbeheersing. In het gebied werd tot in de 20ste eeuw turf gestoken en ijzererts ontgonnen.

Esthetische waarde

Vooral het zuidelijk gelegen deel is een levende getuige van een voormalig kleinschalig Kempens beekdallandschap. Dit cultuurlandschap is in het noordelijk gelegen deel niet meer herkenbaar, de verschillende successiestadia van de verlaten percelen vormen hier stilaan een ander landschap. Dit maakt echter dat het geheel een gebied is met een zeer gevarieerd landschap.

Sociaal-culturele waarde

Het gebied is vrij toegankelijk op de paden. In het gebied ligt een bezoekerscentrum van waaruit regelmatig geleide wandelingen worden georganiseerd.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het is een uitgebreid gebied met een typische structuur namelijk het z.g. coulissenlandschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • beek
  • vallei

Dode of Luikse Beek, Gerhoevenloop, Kleine Beek

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen
  • rietland

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • sluis
  • grachtenstelsel

afwateringsgrachten, sluis met zgn. moederzoeg

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • perceelsrandbegroeiing
Kunstmatige waters:
  • turfput

winning van turf en ijzererts

Topografie:
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • plaggenbodems

beperkt tot de oostrand van het gebied

Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • hooghout
  • struweel

elzen- en wilgenbroekstruweel

Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering

Opmerkingen en knelpunten

Een groot gedeelte van het gebied is nog kleinschalig. Voor de huidige beheerders is kleinschaligheid een ernstige belemmering. Het in stand houden van een dergelijk kleinschalig landschap is, net zoals in het verleden, zeer arbeidsintensief. Het is dan ook de vraag hoelang dit landschap aan een schaalvergroting kan ontsnappen.