Duinpolderovergang Ten Bogaerde

Ankerplaats ID:A30054

Omschrijving

Deze ankerplaats ligt op het grondgebied van de gemeenten Veurne en Koksijde, ten westen van het militair vliegveld van Koksijde. In de ankerplaats bevindt zich de bodemkundige grens en de graduele overgang tussen de polders en het duinfront. Het duinfront heeft zich tijdens de 14e-16e eeuw gevormd bovenop de resten van veel oudere duinen. Deze duinen vormen een nagenoeg unieke standplaats in België voor Buntgras-mosvegetatie die een droog en zuur milieu (zoals in de duinen) prefereert. Door actief stuiven van de duinen, wordt achter dit front een zeer laag gelegen duinpanne gevormd. Dit is een zeer nat stuk waar pioniersvegetatie voorkomt. Rond de 4e-8e eeuw AD - zgn. Duinkerke-II-transgressiefase - zorgde een zee-inbraak voor de afzetting van de typische zware polderklei, en lokaal voor veenvorming. In de geulen zelf werd voornamelijk zand afgezet, in de aangrenzende gronden eerder klei. Nadien zijn er nog dergelijke zee-inbraken geweest, maar dit gebied werd toen reeds beschermd door de huidige duinengordel. Polders waar sedimenten van de Duinkerke-II-afzettingen aan het oppervlak liggen, noemt men Oudlandpolders. De zandige geulgronden kwamen later hoger te liggen dan de kleiige en venige gronden omdat ze minder inklonken dan de omliggende kleiige en venige gronden toen het gebied beter gedraineerd werd. De percelen tussen het Langgeleed en de duinen vertonen microreliëf dat waarschijnlijk te wijten is aan de ontginning van zandige klei voor bakstenen. In het noordoosten ziet men nog een laag taludje langs een perceelsrand. In de percelen zelf komen zeer ondiepe afwateringslaantjes voor. In dezelfde percelen komt ook kwelwater uit het duinfront aan de oppervlakte, waardoor deze percelen zeer vochtig zijn en een zeldzame en specifieke flora hebben. In de polders zorgt een netwerk van grachten voor de afwatering van dit zeer laag gelegen gebied. De grachten wateren af naar het Langgeleed; dit kanaaltje is uitgegraven in de bedding van een zijtak van de Ijzergeul. De ontgonnen turf en de klei (bakstenen) werden via het Langgeleed getransporteerd. In de grachten staan momenteel enkel rietkragen en her en der een eenzame (knot)boom. De overgangszone tussen polders en duinen in de ankerplaats wordt gekenmerkt door actieve overstuiving van polderafzettingen met zand vanuit het duinfront. De graduele overgang tussen duinen en polder en de actieve overstuiving maken dit gebied uniek in België en bijgevolg zeer waardevol. Zowel het reliëfsverschil, als de bomenrij langs de overgang, als een actieve stuifhelling (niet begroeid) maken deze bodemkundige overgang van duinen naar polder ook visueel zeer opvallend. De schoolhoeve Ten Bogaerde was tijdens de middeleeuwen in handen van de Cisterciënzerorde van de Onze-Lieve-Vrouw Ter Duinen in Koksijde die het gebied ontgonnen hebben. Op het einde van de 16e eeuw besliste men Hoeve Ten Bogaerde te gebruiken als abdij en ze daartoe verder uit te bouwen. Men recupereerde bouwmaterialen uit de verwoeste Ter Duinen abdij. De hoeve is omringd door een middeleeuwse walgracht die niet meer intact is. In het noorden staat de middeleeuwse, monumentale schuur die zowel een opslagplaats voor graan en stro was, als een woongebouw. Drie muren zijn nog authentiek. Het volume van het huidige stalgebouw omvat niet de volledige zijgevels. De kerk en de abtswoning zijn pas in de 17e eeuw bijgebouwd toen de hoeve ook als abdij werd gebruikt. Aansluitend bij de gebouwen ligt nog steeds een boomgaard. Naast de hoeve Ten Bogaerde vormen ook Belvédère en het Kapelhof door hun gaafheid en lage verstoring door nieuwbouw belangrijk bouwkundig erfgoed. De Svinkxweg (westelijke grens tussen Kapelhof en Belvédère) is een vrij oude weg die aangelegd is op een voormalige kreekbedding. De Ten Bogaerdelaan vormt in het oosten de grens van deze ankerplaats. Ze was eertijds de verbinding tussen de hoeve en de nederzetting St.-Idesbald. Langs de wegen en het geleed stonden ook bomen en struiken. Vanaf het einde van de 19e eeuw werden in de duinpannes delen genivelleerd en als akkerland gebruikt. In het noordoosten van de ankerplaats lijkt het duinfront onderbroken. De duinen zijn hier genivelleerd geweest waarschijnlijk om als akkerlandperceel te gebruiken. Ook het dominante site van hoeve Ten Bogaerde vormt een aanzienlijk blikvanger in dit vlakke en open landschap.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De gave duin-polderovergang én, in het bijzonder, de actieve overstuiving van poldergronden maken van dit gebied een unicum in België. Deze actieve overgangszone heeft een zeer rijke en gevarieerde flora. Langs deze overgangszone zorgt kwelwater ook voor zeer specifieke flora. De duinen vormen een belangrijke standplaats voor buntgrasmosvegetatie die zeldzaam is.

Historische waarde

De verschillende gebouwen bij hoeve Ten Bogaerde weerspiegelen haar ontwikkeling, uitbouw en verschillende historische functies. De gebouwen van deze hoeve, van het kapelhof en van Belvédère bieden aan de landelijke omgeving een meerwaarde door hun gaaf en weinig verstoord voorkomen én omdat ze aan de basis lagen van de ontginning van deze polders. Het Langgeleed vormt een relict van een transportkanaal voor grond- en afgeleide stoffen uit de omgeving; de loop volgt bovendien een toegeslibde kreek.

Esthetische waarde

De duin-polderovergang wordt geaccentueerd door de lineaire begroeiing waarbij de onderbreking ervan het actief stuifgebied markeert. Deze bomenrij vormt bovendien de grens tussen het open polderlandschap en het meer gesloten duinenlandschap. De hoge gaafheid van het bouwkundig erfgoed vormt door de relatie met de omgeving als basis van de ontginning een meerwaarde voor het landschap. Bovendien vallen de gebouwen (en zeker hoeve Ten bogaerde) op in dit open landschap.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De duin-polderovergang vormt een zeer sterke en opvallende landschappelijke grens. Het opvallend bouwkundig erfgoed van de abdijhoeve Ten Bogaerde omgeven met bomenrijen langs de grachten en een boomgaard, vormt een dominante blikvanger in dit open polderlandschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • talud

noordoosten ankerplaats

Macroreliëf:
  • kustduin
  • markante terreinovergang

duin-polderovergang

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur

Ten Bogaerde (met schuur!), Belvédère, Kapelhof

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • abdij

Ten Bogaerde (voormalige kerk en abdij)

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • grachtenstelsel

Langgeleed

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • knotbomenrij

restanten van knotbomenrijen; struweel langs walgracht; overgang

Typische landbouwteelten:
  • hoogstam

boomgaard bij hoeve Te bogaerde

Bos:
  • struweel

in duinen

Bijzondere waterhuishouding:
  • polder

Opmerkingen en knelpunten

Deze ankerplaats ligt gekneld tussen de industriezone ten noordwesten van Veurne en de bebouwing van Koksijde langs de Ten Bogaerdelaan en de Robert Vandammestraat. Deze indsutriezone dient gebufferd te worden aangezin het van verre zichtbaar is door het open landschap. Bovendien vormt een mogelijke uitbreiding van de bebouwing een bedreiging voor het duinengebied met in het bijzonder de actieve stuifzone. Het drukke wegverkeer langs de Ten Bogaerdelaan en de Pannestraat, én de geluidshinder van het militiar vliegveld van Koksijde doen afbreuk aan de belevingswaarde van het landschap door de rust verstorende invloed. Het Langgeleed is gedeeltelijk gedempt wat uit landschappelijk oogpunt afbreuk doet aan het historisch belang en de esthetische waarde van dit kanaal.