Maasterrassen en Schootsheide

Ankerplaats ID:A70041

Landschap

Omschrijving

Het landschap bevindt zich in het grensgebied van Elen, Neeroeteren en Rotem, in de overgangszone van het Kempens Plateau naar de Maasvallei. Dergelijk overgangsgebied wordt gekenmerkt door een eigen dynamiek. Omwille van het merkwaardige reliëf en het gevarieerde cultuurlandschap is het in verschillende opzichten uitzonderlijk. De woningbouw is in het gebied nog beperkt. Het reliëf werd gevormd door een complex geheel van factoren, dat hier in het landschap gevolgd kan worden. Doordat de Maas in verschillende ijs- en tussenijstijden sedimenten afzette en ook weer erodeerde, ontstonden terrassen. De natuurlijke steilrand overbrugt hier het hoogteverschil tussen het plateau, hoofdterras van de Maas, en het 40 meter lager gelegen zogenaamde terras van Eisden-Lanklaar. Het talud is geërodeerd door de meanderbocht van Bergerven. Uitgenomen deze meanderbocht evolueerde de plateaurand uitsluitend verder onder invloed van hellingsprocessussen en werden valleien gevormd. De grinden van het terras Eisden-Lanklaar werden in het Bergerven ontgonnen. Verder oostwaarts, voorbij de Zuid-Willemsvaart, vormt een minder duidelijke waarneembare rand de grens met het terras van Mechelen-aan-de-Maas, dat bij Elen zijn maximale breedte van ca. 3 km heeft. De terrassen zijn bedekt door dekzanden. In de omgeving van Rotem en Elen vertoont het terras van Mechelen-aan-de-Maas morfologisch nog talrijke lichte depressies, oude stroombeddingen, die volledig in elkaar verstrengeld zijn zonder duidelijk patroon. In een meanderbocht van zulke depressie is een meertje ontstaan, de Broeken, waar ooit ook turf werd gestoken. In een andere loopt de Broekbeek. Ten noorden van Rotem en Elen is het reliëf nagenoeg vlak, moerassig en met talrijke drainagegrachten. Westelijker werden langgerekte dekzandruggen gevormd en ontwikkelden enkele paraboolduinen, thans veelal gefixeerd door naaldhoutbossen (o.a. het historische stabiele Armenbos en De Bek). Te Neeroeteren ligt het smalle interfluvium tussen de valleien van de Maas en de Bosbeek. Het meest noordelijke punt De Warre is gescheiden van het plateau door een steilrand van meer dan 10 m, die deel uitmaakt van de noordoostrand van het plateau en samenvalt met de Feldbissbreuk.. Vlakbij ligt de zandgroeve van Berg. Het is wenselijk dat zowel de inrichting van de groeve als het beheer van het hele gebied gebeuren met aandacht voor de visualisering van een aantal educatieve sites. De omgeving is immers in geologisch en geomorfologisch opzicht als het ware een logboek van de afzettingen in de ondergrond en van de kenmerkende reliëfeenheden. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren de Zuid-Willemsvaart in het landschap. Langs weerszijden ligt ook een moerassige zone t.g.v. doorsijpelend water. Aan de rechteroever van het kanaal in Neeroeteren ligt de gerestaureerde en operationele Klaaskensmolen. Het is thans een voor Vlaanderen zeldzame houtzaagmolen op waterkracht. Behalve de ecologisch en landschappelijk waardevolle oude kanaalarm (met voetgangersbrug) bevinden zich langs de Zuid-Willemsvaart nog tal van tapsluizen, die het grachtenstelsel van de wateringen in de omgeving voeden. Eén ervan is in oorspronkelijke staat. Bovendien worden de Zanderbeek en zijn zijtakken niet alleen gevoed door aan de opppervlakte komend grondwater van het Kempens Plateau (kwelwater) maar ook door het kanaalwater. Het bekenstelsel doorkruist het landschap in noordoostelijke richting en is één van de weinige die nog een open verbinding hebben tussen Maaslandse Kempen en alluviale vlakte. Het voorkomen van de wateringen zijn het gevolg van de grootschalige ontginningen die hier halverwege de 19de eeuw in de Schootsheide plaatsvonden. Voordien was de Schootsheide een langgerekt woest heidegebied, dat zich over de grote delen van Neeroeteren, Rotem en Elen uitstrekte en ooit deel uitmaakte van het grotere Driebankenbos. In de eerste helft van de 19de eeuw reeds werden t.g.v. de bevolkingsdruk kleine delen van de heide door dorpsinwoners ontgonnen, door de gemeenten openbaar verkocht of zelf bebost. Pas later volgden de grote vloeiweiden, die volgens recent onderzoek zijn geïnspireerd op het voorkomen van zogenaamde waterbeemden in de Kempense beekvalleien, veeleer dan - zoals steeds algemeen wordt aangenomen - op Noord-Italiaanse irrigatietechnieken. De overblijvende gronden van de Schootsheide werden in dezelfde periode grotendeels tot landbouwgronden omgevormd of door de gemeenten met naaldhout bebost. Het Luikerhuis in de Heide, dat bij de wateringen hoorde, en de hoeve Rubensgoed brengen de toenmalige gebeurtenissen in herinnering. Niettemin bleven tot zelfs in het begin van de 20ste eeuw de kleinere landbouwers de beschikking hebben over een gemeenschappelijk gedeelte van de heide. Grosso mode ten oosten van de lijn De Broeken - Sipernau bevinden zich de oudste ontginningen, die samenhangen met de nabijheid van de dorpskern van Elen en de site van Kasteel Sipernau, met kasteelhoeve en kapel, boomgaard, tuin en voorhof, grachten en vijvers. Opmerkelijk in dat verband zijn plaatsaanduidingen (De Oude Heide, het Broek) en hoevebenamingen (Venkenskamp, De Wijers), die verwijzen naar de nog steeds afleesbare terreingesteldheid en het overeenkomende bodemgebruik. Bovendien is de meest oostelijke zone rijk aan archeologica. Al die ontwikkelingen hebben hier dan ook geleid tot een lappenpatroon van afwisselend groot- en kleinschalig grondgebruik, dat in zijn geheel een compartimentenlandschap benadert. Gesloten naaldhoutcomplexen of populierenaanplantingen variëren met uitgestrekte landschappen van weiden en akkers, waarin een scala van lineaire en vlakvormige landschapselementen aanwezig is. Op sommige plaatsen neigt de omzoming met ijle houtkanten of populieren tot een coulissenlandschap met gefilterde doorkijk. Elders vormen dichte houtkanten of -wallen, historisch stabiele bosjes en struwelen een landschap dat geborgenheid uitstraalt, overgaand naar open gedeelten met slechts verspreide opgaande begroeiingen. Verspreid voorkomende drassige zones, rietland, poelen, plassen en vennen maar ook heide- en duinrelicten, al dan niet met stuifzand, verhogen de verscheidenheid van het gebied. De Wateringen van Neeroeteren zijn thans de meest gaaf bewaarde. Nochtans vertonen ze alle, gezien het bijzondere milieu en de aanrijking van de bodem via bevloeien met kalkrijk water, een rijke en uitzonderlijke vegetatie en fauna die in normale omstandigheden niet tot ontwikkeling zou kunnen komen. Het patroon van de landwegen hangt met de ontginningsgeschiedenis samen. De belangrijkste verbindingen zijn veelal door bomenrijen afgelijnd of aangelegd als dreven. Het gebied is educatief bijzonder interessant en leent zich tot zachte recreatie. Wandellussen werden er uitgestippeld. De spoorwegzate As-Maaseik maakt deel uit van een uitgebreid fietsroutenetwerk in de regio. Voor de omgevende dorpen heeft ook de kapel van de Weerstand, aan de rand van het Gemeentebos Schootsheide, nog een bijzondere betekenis.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De overgangszone tussen het Kempens Plateau en de Maasvallei wordt gekenmerkt door een eigen dynamiek. Het reliëf werd gevormd door een complex geheel van factoren, dat hier in het landschap gevolgd kan worden. De omgeving is in geologisch en geomorfologisch opzicht als het ware een logboek van de afzettingen in de ondergrond en van de kenmerkende reliëfeenheden. In de vormingsgeschiedenis van de regio zijn sommige van de elementen uniek, zoals bijvoorbeeld de meanderbocht van Bergerven en De Warre. Het uitgesproken reliëf en talrijke gradiënten zijn de basis voor een gediversifieerd gebied, waarvan de landschappelijke verscheidenheid ook een hoge ecologische waarde bezit.

Historische waarde

De cultuurhistorische ontwikkelingen hebben geleid tot een lappenpatroon van afwisselend groot- en kleinschalig grondgebruik. Grotendeels binnen de grenzen van de voorheen ruimtelijk homogene Schootsheide bleven verschillende ontginningslandschappen gaaf bewaard en kunnen de verschillende ontginningspatronen en -stadia in het landschap afgelezen worden. De elementen van bouwkundig en infrastructureel erfgoed zijn daarmee nauw verbonden. Ook het patroon van de landwegen hangt met de ontginningsgeschiedenis samen.

Esthetische waarde

In zijn geheel benadert het gebied een compartimentenlandschap. Gesloten naaldhoutcomplexen of populierenaanplantingen variëren met uitgestrekte landschappen van weiden en akkers, waarin een scala van lineaire en vlakvormige landschapselementen aanwezig is. Op sommige plaatsen neigt de omzoming met ijle houtkanten of populieren tot een coulissenlandschap met gefilterde doorkijk. Elders vormen dichte houtkanten of -wallen, historisch stabiele bosjes en struwelen een landschap dat geborgenheid uitstraalt, overgaand naar open gedeelten met slechts verspreide opgaande begroeiingen. Bomenrijen langs de jaagpaden accentueren de Zuid-Willemsvaart in het landschap.

Sociaal-culturele waarde

Het gebied is educatief bijzonder interessant en leent zich tot zachte recreatie. Wandellussen werden er uitgestippeld. De spoorwegzate maakt deel uit van een uitgebreid fietsroutenetwerk in de regio. Voor de omgevende dorpen heeft ook de kapel van de Weerstand, aan de rand van het Gemeentebos Schootsheide, nog een bijzondere betekenis.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De vormingsgeschiedenis door de Maas, de aanleg van de Zuid-Willemsvaart en de noordoostgerichte Zanderbeek met zijn zijtakken vloeien hier samen in de opbouw en organisatie van het landschap. Het bekenstelsel is één van de weinige die nog een open verbinding hebben tussen Maaslandse Kempen en alluviale vlakte.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud

o.a. dekzandreliëfs, depressies

Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • landduin
  • rivierduin
  • steilrand
  • markante terreinovergang

o.a. oostelijke rand van het Kempens Plateau, Feldbissbreuk aan De Warre, Maasterrassen, duinreliëfs

Hydrografische Elementen:
  • beek
  • vallei
  • meander
  • oude rivierarm

o.a. Broekbeek, De Beek, Zanderbeek, meanderbocht van Bergerven

Moerassige gronden:
  • moeras
  • rietland
  • ven

vochtige weiden

Geologie:
  • ontsluitingen

groeve te Berg

Andere:

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park
  • hof

kasteel Sipernau, Rubensgoed

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • landgoed
  • kasteelgracht

kasteel Sipernau

Bouwkundig erfgoed:
  • (heren)woning
  • huis
  • villa

Luikerhuis in de Heide, rentmeesterswoning Sipernau, Rubensgoed

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis

o.a. kasteelhoeve Sipernau, Rubensgoed, Luikerhuis in de Heide

Molens:
  • watermolen

Klaaskensmolen

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel

o.a. kapel van de Weerstand, kapel H. Rita

Klein historisch erfgoed:

oorspronkelijke tapsluizen aan de Zuid-Willemsvaart

Archeologische elementen:

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

landwegen

Spoorweg:
  • verlaten spoorweg

As-Maaseik

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • kanaal
  • dijk
  • brug
  • sluis
  • grachtenstelsel
  • stuw
  • lijnpad

o.a. Zuid-Willemsvaart met voetgangersbrug, tapsluizen, Losbeek

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • houtwal
Kunstmatige waters:
  • poel
  • turfput
  • vijver

o.a. De Broeken, kasteelvijver

Topografie:
  • blokvormig
  • onregelmatig

verschillende ontginningspatronen

Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • heide

vochtige weiden

Typische landbouwteelten:
  • hoogstam
Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • hakhout
  • hooghout
  • struweel

o.a. Armenbos, gemeentebos Schootsheide

Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering
  • vloeiweide
  • watering

bevloeiing van de wateringen, ontwatering via Losbeek, Zanderbeek e.a.

Opmerkingen en knelpunten

Weliswaar is de woningbouw in het gebied nog beperkt, toch dreigt de lintbebouwing langs de verbinding Elen - Neeroeteren het landschap te doorkruisen. Ten zuiden van De Warre staan enkele buitenverblijven. De recente bebouwing levert alleszins geen bijdrage tot de landschapswaarden.Zowel de wateringen als verschillende beken worden gevoed door kanaalwater en zijn afhankelijk van het onderhoud en het voortbestaan van de verschillende tapsluizen en het daarmee verbonden grachtenstelsel. Het is wenselijk dat zowel de inrichting van de groeve te Berg als het beheer van het hele gebied gebeuren met aandacht voor de visualisering van een aantal educatieve sites.