Vallei van de Abeek (bovenloop) en straatdorp Plokrooi

Ankerplaats ID:A70021

Landschap

Omschrijving

Het landschap is gelegen tussen Zwartberg en Meeuwen en situeert zich rond de bovenloop van de Abeek, op het Kempens Plateau. Landschappelijk situeert het zich op de overgang tussen het zuidelijke heide- en bosgebied en het landbouwlandschap rond Meeuwen ten noorden. Het straatgehucht Plokrooi behoorde oorspronkelijk bij Wijshagen. Door zijn ligging aan de latere verbindingsweg Zwartberg - Meeuwen en de voortschrijdende lintbebouwing daarlangs lijkt het thans versmolten met Meeuwen. De recente bebouwing buiten beschouwing gelaten is het een typisch straatdorp op de valleirand van de Abeek. De oude kern wordt gevormd door een aantal langgevelhoeven met de kortste zijde langs de weg. Daarachter bleef de opstrekkende percelering behouden in akkers en weiden, waartussen bomenrijen, ijle houtkanten, paden of wegen de perceelsgrenzen aangeven. Er komen plaggenbodems voor. Opmerkelijk is het grote aantal kapelletjes en kruisen, dat het gehucht siert. Ook de omliggende heidegebieden en de valleigronden waren onderdeel van het toenmalige landbouwsysteem. In de natte beekvallei werden beemden als hooi- en weiland in cultuur gebracht. Een grachtenstelsel maakte de ontwatering mogelijk. Tot begin 20ste eeuw werd in de Abeekvallei turf gestoken, waarvan sommige turfputten zijn overgebleven en ontwikkeld tot moerassige plaatsen. Er kwamen eveneens bevloeide, zogenaamde waterbeemden voor. Volgens recent onderzoek was dit een zeer algemene, vele eeuwen oude en door de Kempense landbouwers toegepaste bevloeiing van grasland. Vanuit Plokrooi gezien lagen echter de meeste van die kleinschalige wateringen in het noordwaartse gedeelte van de beekvallei, richting Meeuwen. Daar lag ook de schans, met enige moeite nog herkenbaar in het landschap. Die buurt wordt echter grotendeels ingenomen door buitenverblijfjes allerhande, met bijhorende vijvers en sierbeplanting van coniferen en andere exoten. Toen na de tweede wereldoorlog veel van de hooilanden in onbruik vielen, kregen een aantal ervan mettertijd immers een recreatieve functie. Andere werden aangeplant met populieren, verruigden tot rietlanden of evolueerden terug tot elzenbroekbossen of laagvenen. Die laatste ontwikkelingen zijn beter zichtbaar in het stroomopwaartse gedeelte van de beekvallei, waarvan de omgeving bovendien rijk is aan archeologica. Voormalige hooibeemden in kleine valleien werden ook wel ten behoeve van de viskweek onder water gezet, zoals hier het geval is in het Donderslagbroek of In den Damp. Nog voor de Tweede Wereldoorlog werden met het oog op de viskweek nieuwe dijken aangelegd en een bestaande verhoogd. Voor de (her)aanleg van de dijken stroomde de Abeek gewoon over de weg. Noordelijk van de laatste plas begint zij haar meanderende loop. Ten westen liggen de beboste stuifduinrelicten van de zogenaamde Kolisbergen. Verder zuidwaarts situeert zich het brongebied van de Abeek op de Donderslagheide, grotendeels in gebruik als militair domein. Het bestaat uit een heidelandschap met droge en natte heide, hoogveen, vennen en stuifzanden. Sommige delen zijn ingenomen door loof- of naaldhoutbossen. Van belang is ook het recreatieve aspect van het valleigebied. Weliswaar is de golf van weekendhuisjes stilaan over zijn hoogtepunt heen. maar toch heeft de aanleg van de klassieke vijvers zware gevolgen voor de bodemstructuur en de waterhuishouding. Minder ingrijpende, zachte recreatievormen maakten de laatste jaren opgang. De regio is aantrekkelijk door zijn variatie aan landschappelijk erfgoed en leent zich tot fiets- en wandeltoerisme, waartoe verschillende routes werden uitgestippeld. In de nabijheid ligt het heemkundig museum Karrewiel.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Het gebied bezit een verscheidenheid aan reliëfelementen en gradiënten (bodem, vochtigheid), die elk op zich weinig opvallend zijn, maar niettemin de basis voor landschappelijke diversiteit vormen. Opmerkelijk zijn o.a. de stuifduinrelicten. Plaatselijk komen laag- en hoogveen voor. De afwisseling van verruigde hooilanden, broekbossen, moerassen en plassen, en de overgangen naar heidevelden, stuifduinen en vennen brengen bovendien een ecologische waarde met zich mee.

Historische waarde

Van belang is hier de historische samenhang tussen het straatgehucht Plokrooi en het complex van akkers, heide en beekvallei, waarvan de kleine landbouwgemeenschap afhankelijk was. De meeste van de cultuurhistorische elementen zijn, zij het soms onder een gewijzigd gebruik, herkenbaar. Tot de belangrijkste kunnen o.a. gerekend worden: de langgevelhoeven met opstrekkende percelering en plaggenbodems, de verlaten hooilanden en turfputten, en het verderop gelegen heidegebied. Het stroomopwaartse gedeelte van het landschap is bovendien rijk aan archeologica.

Esthetische waarde

De landschapsovergangen - zoals bijvoorbeeld van het straatgehucht naar het achterliggende, kleinschalige akker- en weiland of van de beekvallei naar de aangrenzende heidevelden en stuifduinen - bieden een hoge belevingswaarde. Opmerkelijk is het grote aantal kapelletjes, dat het gehucht siert.

Sociaal-culturele waarde

Zachte recreatievormen maakten de laatste jaren opgang. De regio is aantrekkelijk door zijn variatie aan landschappelijk erfgoed en leent zich tot fiets- en wandeltoerisme, waartoe verschillende routes werden uitgestippeld. In de nabijheid ligt het heemkundig museum Karrewiel.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De vallei van de Abeek was hier bepalend voor de opbouw en organisatie van het landschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • macroreliëf

Kempens Plateau

Hydrografische Elementen:
  • beek
  • vallei
  • meander

Abeek

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen
  • rietland
  • ven

vochtige beemden

Andere:

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Nederzettingspatronen:
  • nederzettingspatroon
  • gehucht

straatgehucht Plokrooi

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal

langgevelhoeven

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
Klein historisch erfgoed:
  • kruis

Archeologische elementen: Elementen van transport en infrastructuur ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Wegenis:
  • weg
  • pad

opstrekkend patroon van paden en wegen achter Plokrooi

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk
  • sluis
  • grachtenstelsel
  • stuw

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • bomenrij
  • houtkant
Kunstmatige waters:
  • poel
  • turfput
  • vijver
Topografie:
  • opstrekkend
  • historisch stabiel
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • plaggenbodems
  • heide
Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • hakhout
  • hooghout
  • struweel
Bijzondere waterhuishouding:
  • ontwatering
  • vloeiweide
  • watering

o.a. kleinschalige waterbeemden

Opmerkingen en knelpunten

De weekendhuisjes in de beekvalleien zijn landschapsverstorend en moeten geweerd worden. De grote golf van buitenverblijfjes is weliswaar over zijn hoogtepunt heen, maar toch heeft de aanleg van de klassieke vijvers zware gevolgen voor de bodemstructuur en de waterhuishouding. De wederkerige samenhang tussen gehucht en beekvallei werd verstoord door de verbindingsweg Zwartberg - Meeuwen. De recente bebouwing levert geen bijdrage tot de landschapswaarden.