Buggenhoutbos

Ankerplaats ID:A24003

Omschrijving

Het huidige Buggenhoutbos, op grondgebied van de gemeente Buggenhout, is maar een bescheiden overblijfsel van een duizenden hectare groot boscomplex, dat al in de 12e eeuw werd vermeld als het ‘Beuckenhoudt’ omdat de beuk wellicht de boventoon voerde in het woud of op zijn minst opvallend was. Het bos heeft een zeer bewogen verleden. Het veranderde ontelbare malen van eigenaar, met alle gevolgen van dien. In de eerste helft van de 13e eeuw stonden de graven van Gent en Aarschot het toen nog meer dan 1100 ha grote bos af aan de abdij van Affligem. Het omvatte de gehuchten Ten Houte, Merchtem, Dries, Peysseghem en Coeckelberg, en stond bekend als de ‘Boschkant’. In het begin van de 15e eeuw- het bos was toen nog 1000 ha groot- kwam het in het bezit van de machtige Heren van Grembergen, nadien werd het gekocht door de familie Halewijn en die verkocht het bos weer aan Jan, paltsgraaf van Rijn, hertog van Beieren (1573). Intussen had in 1504 jonker Jan de Rycke, een familielid van de toenmalige eigenaar, tijdens een jachtpartij in het bos de dood gevonden bij een aanval van een everzwijn. Het jaar daarna liet zijn vrouw, Jacoba van Heffene, een barokke kapel oprichten in het Buggenhoutbos: de nu nog altijd druk bezochte en fraaie Boskapel. Vervolgens was het bos gedurende enkele eeuwen eigendom van de familie van Buggenhout, maar in 1777 kwam het weer in handen van de Heren van Grembergen. In de periode daarna begon het bos steeds meer te slinken. In 1846 was het nog 562 ha groot, in 1887 nog maar 400 ha, te wijten aan de stelselmatige ontginningen ten behoeve van de landbouw. In 1899 kwam het bos in bezit van de familie de Mérode. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg het bos- met Beuken en eiken die soms een omtrek hadden van 5 à 7 m- het zwaar te verduren: zowat de helft ervan werd kaalgeslagen en nadien als landbouwgrond verkocht. Wat overbleef (160 ha) kwam in handen van houthandelaar Clerx van Helmond. Deze liet alle bomen met enige commerciële waarde vellen. De staat kocht in 1936 het resterende deel- 140 ha, 10 are- aan en werd het Buggenhoutbos van de totale ondergang gered. Op dat moment waren bomen met een omtrek van meer van 1.2 m eerder zeldzaam. Tegenwoordig is het bos uitgebreid tot 156 ha. Het is eigendom van het Vlaamse Gewest en wordt door Bos en Groen beheerd. Tegenwoordig is zowat 50 ha van het bos 40 à 60 jaar oud, en 100 ha tussen de 100 en 150 jaar. De oudste bestanden werden dus omstreeks 1850 aangeplant. De beuken van de oudste generatie bereiken nu al een eerbiedwaardige leeftijd, zijn kaprijp en worden groepsgewijs gekapt en vervangen door jonge aanplanten met inheems loofhout. De eiken kunnen echter nog tientallen jaren op stam blijven. In de eikenbestanden wordt wel gedund. Wat het naaldhout betreft verdienen de fraaie lorken een aparte vermelding. Het laatste bestand Douglasspar werd ten gevolge van de voorjaarsstromen van 1990 vervangen door een aanplanting van Zomereik. De Kapelhoeve dateert uit 1927. Deze werd door de Boerenbond opgericht als modelhoeve op bosgronden die tijdens WO I ontgonnen waren. Thans wordt de hoeve door twee familie uitgebaat. Het Buggenhoutbos ligt in het overgangsgebied tussen de zand- en de zandleemstreek. Vanaf de zuidelijke bosrand heeft men zicht op het Brabantse heuvelland. Het bos groeit op een licht naar het noorden afhellend plateau, zo’n 13 à 24 m boven de zeespiegel. Het hellingspercentage is gering, zo’n 0,73%. De ondergrond is volmaakt uniform en bestaat uit glauconiet houdende klei en grijze, plastische klei van het Assiaan. Deze laag is met een 1,5 à 4,5 m dikke zandlaag bedekt, maar er komen echter verschillende leemhoudende stroken voor.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De ondergrond van het bos bestaat uit glauconiethoudende klei en grijze klei van Assiaan. Het bos is in het overgangsgebied tussen de zand- en zandleemstreek gelegen. Het gebied bevindt zich eveneens op de waterscheidingskam van de Zenne en de Dender, een NZ gerichte heuvelrug. Dit bos maakte deel uit van een groot Atlantisch eikenwoud.

Historische waarde

Dit is een overblijfsel van een groot boscomplex dat in de 12e eeuw het “Beuckenhoudt” werd genoemd. In de 13e eeuw werd het geschonken aan de abdij van Affligem. In het begin van de 15e eeuw wer dhet gekocht door de Heren van Grembergen, nadien door de hertog van Beieren (1573) en de familie van Buggenhout. In 1777 werd het weer eigendom van de Heren van Grembergen. De kronkelende hoofdweg van het bos werd in 1665 rechtgetrokken. Het bos was strategisch gelegen op een grens tussen twee vorstendommen. Op Ferraris en Vandermaelen heeft het bos een veel grotere oppervlakte. De oppervlakte begon sterk te dalen vanaf het einde van de 18e eeuw.De oudste bosbestanden werden rond 1850 aangeplant. Gedeelten van het bos werden in WO I kaalgeslagen en als landbouwgrond verkocht.

Esthetische waarde

De oppervlakte van het bos is sterk geslonken. Naast het bos is er een open landschap en is er in het zuiden een zicht op de Brabantse Heuvelstreek.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Het bos wordt omringd door een open landschap. De bewoning concentreert zich voornamelijk ten noorden van het gebied. Het bos wordt door enkele wegen doorsneden. Vooral langs de Kasteelstraat is er bewoning en wat industrie in het bos.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
  • vallei
Moerassige gronden:
  • moeras

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal

Kapelhoeve

Kerkelijk erfgoed:
  • kapel

Boskapel

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
Kunstmatige waters:
  • poel
  • vijver
Topografie:
  • onregelmatig
Bos:
  • naald
  • loof
  • broek
  • middelhout
  • hooghout
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

De Kasteelstraat en de Eikendreef doorsnijden het Buggehoutbos. Hierdoor is het bos in drie delen onderverdeeld. Langs de Kasteelstraat komt wat lintbebouwing en industrie voor. Het bos is sterk gereduceerd in oppervlakte ten behoeve van de landbouw. Het wegenpatroon in de omgeving is sterk gewijzigd tov Ferraris en Vandermaelen, de bebouwing is sterk toegenomen, vooral aan de noordzijde van het huidige bos.