Abdij Vlierbeek

Ankerplaats ID:A20045

Omschrijving

De abdij van Vlierbeek ligt ten noordoosten van Leuven, maar ten zuiden van de Negenbunders en de drassige vallei van de Molenbeek, die tot in de eerste helft van de 20ste eeuw aansloot op het toen nog bestaande deel van het Lovens Broek of Lovenarenbroek. Het gebied is door de oprukkende bebouwing ingesloten, zodat het een unieke mogelijkheid biedt om de abdij nog in een breder landschappelijk perspectief te valoriseren. De dreven, de abdijsite en de akkers errond zijn bewaard gebleven zoals ze 200 jaar geleden waren. Een deel van de weiden langsheen de Molenbeek is wel omgezet in populierenaanplantingen en een aantal vijvers zijn verdwenen en omgezet in weide en bos. Enkele dreven werden in de nabijheid van de abdij aangeplant. De priorij werd door de Benedictijnen van Affligem gesticht in 1127, vanaf 1158 werden de eerste kloostergebouwen opgericht en in 1170 kwam de eerste kerk tot stand. De abdij werd tijdens de godsdienstoorlogen vernield, pas vanaf 1642 startte de wederopbouw. De abdij was volledig ommuurd. In 1776 startte onder leiding van architect L.B. Dewez een tweede bouwcampagne waarvan alleen de kerk en het abtskwartier uitgevoerd werden. De ruïne van de oorspronkelijke kerktoren is nog steeds aanwezig. De abdij werd in 1796 opgeheven, maar dank zij het Concordaat konden in 1801 de eerste monniken terugkeren. In 1829 werd Vlierbeek een onafhankelijke parochie. Buiten enkele kernen zoals Blauwput en Vlierbeek was Kessel-Lo toen nog volledig agrarisch gebied. De abdijkerk is een merkwaardig homogeen gebouw in classicistische stijl naar een ontwerp van architect Dewez. De strenge aaneenschakeling van geometrische volumes zonder enige versiering valt meteen op. Naast de kerk is het kerkhof gelegen, dat nog steeds in gebruik is. Dewez ontwierp eveneens het streng classicistisch L-vormige nieuwe abtskwartier. In de tuin palend aan de kerk vinden we nog overblijfselen van de in de 17de eeuw wederopgebouwde kloostergang. Het hoofdgebouw, opgetrokken vanaf 1642, vertoont een strenge gevelopstand volgens een classicistisch getint barokschema.. Het oude abtskwartier stamt uit de 16de eeuw, maar werd meermaals verbouwd. In de moestuin staat nog een 17de-eeuws prieel met rococcostucplafond, sinds 1963 in gebruik als kapel. Enkele aanhorigheden palend aan de westelijke afsluitingsmuur werden in de 19de eeuw aangepast tot privé-woningen. Het 18de-eeuwse wagenhuis werd eveneens tot woning omgevormd. Tegen de noordelijke omheining staan hoevegebouwen uit de 17de eeuw waarin oorspronkelijk ook een bakkerij en brouwerij gehuisvest waren. De Noorderpoort uit de 17de eeuw was oorspronkelijk uitgerust met een ophaalbrug, waarvan het ijzerwerk bewaard bleef. De westerpoort met de portierswoning dateert uit de 16de eeuw. Achter de hoeve zijn nog sporen van de barokke tuinaanleg te herkennen met een bijhorend grachtenstelsel. Het perceel van de voormalige 17de-eeuwse parterretuin is nog herkenbaar. Daarnaast dienen ook de bij de pastorie horende tuin en de tuin ter hoogte van het voormalige koetshuis vermeld te worden, evenals restanten van de 18de-eeuwse omgrachte eilandtuin in de noordoostelijke hoek, restanten van hagen, van de oude pandhof en van de groententuin. Diverse tuinpercelen zijn bij de kloostergebouwen nog aanwezig, alsook hoogstamboomgaarden. Zowel binnen als buiten de omheiningsmuur liggen nog landbouwgronden;

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Op de beboste percelen ten oosten van de abdij komen enkele oude, monumentale hakhoutstronken voor, dendrologische belangrijk.

Historische waarde

Samen met de abdij van ‘t Park is deze van Vlierbeek een van de belangrijkste elementen die de ontwikkeling van de Leuvense regio in hoge mate hebben bepaald. De onmiddellijke omgeving van de abdij vertoont nog tal van sporen (grachtenpatroon) van de verdwenen baroktuinen. Het abtskwartier en de abdijkerk werden gebouwd naar ontwerp van architect L.B. Dewez.

Esthetische waarde

De abdijsite vormt een fraaio architecturaal geheel tegen de achtergrond van de beboste vallei.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • beek
Moerassige gronden:
  • moeras

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • hof
Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis
Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • abdij
  • pastorie
Archeologische elementen:
  • ruïne 12de-eeuwse kerktoren

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • grachtenstelsel

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
Kunstmatige waters:
  • vijver
Typische landbouwteelten:
  • hoogstam

Opmerkingen en knelpunten

Bebouwing noord-oostelijke rand