Priorij van Corsendonk en de Tikkebroeken

Ankerplaats ID:A10022

Omschrijving

De ankerplaats gevormd door de Priorij van Corsendonk en de Tikkebroeken is gelegen in de gemeenten Kasterlee en Oud-Turnhout op de overgang van Centrale Kempen naar Noorderkempen. De begrenzing wordt gevormd door de Steenweg op Mol en Donk in het noordoosten, de Kinschotsebaan en de Wamp in het oosten, Vorsel en de Kalverstraat in het zuiden en Kluis in het oosten. De tot op vandaag ‘bewaarde’ gebouwen van de voormalige priorij van Corsendonk gaan terug tot de eerste helft van de 16de eeuw en de 17de eeuw en zijn gelegen binnen een domein dat wordt omwald door de ‘Rooise Loop’, die uitmondt in de Wamp. De eerste nederzetting op deze plaats zou echter teruggaan tot 1398, gelegen binnen een omwalling met een nagenoeg vierkante vorm. Het plan en de omvang van deze eerste aanleg wordt vandaag nog gedeeltelijk op het terrein weerspiegelt door een gedeelte van de huidige omwalling en de ongewone oriëntatie van de infirmerie en het voormalige knechtenhuis. In de loop van de 16de eeuw werden nieuwe kloostergebouwen opgetrokken, die na gedeeltelijke verwoesting als gevolg van iconoclasme en militaire operaties in de 17de eeuw werden hersteld en uitgebreid. Ze werd opgetrokken in laatgotische en traditionele bak- en zandsteenstijl. In de loop van de 19de eeuw moest de priorij plaats maken voor het zogenaamde ‘Hof Corsendonck’, een kasteel in neoclassicistische stijl met park. De priorijgebouwen werden sterk aangepast en verbouwd en ook de kloostertuin kreeg een nieuw gezicht. In de tweede helft van de 20ste eeuw werden de resterende en vervallen priorijgebouwen, nl. de noordelijk en westelijke vleugel, het vrouwen-, kinder- en lekenhuis en de infirmerie gerestaureerd of gereconstrueerd in hun 16de en 17de eeuwse toestand. Op bepaalde plaatsen werd eveneens de vroegere geordende kloostertuin gereconstrueerd met o.a. een vierseizoenentuin. Ten noorden van de priorij ligt het molenhuis van de eertijds nabijgelegen molen, dat teruggaat tot het einde van de 18de eeuw. Het drevenpatroon rondom de priorij is nog goed vergelijkbaar met wat we terugvinden bij Ferraris (1777). De huidige ‘eendenkom’ is op deze kaart herkenbaar als vijver, die de priorij voorzag van de nodige visrantsoenen. Rondom de priorij domineerde heide met hier en daar akker- en weiland. De Tikkebroeken waren op dat moment moerassige weiden, omgeven door landbouwgrond en ook langsheen de sterk toen nog sterk kronkelende Wamp vinden we moerassige weilanden. Een halve eeuw later zien we bij Vandermaelen (1854) weinig verandering; de structuur van het landschap is zo goed als onveranderd gebleven, uitgezonderd het toegenomen aandeel weiland langsheen de Rodenloop, die op dat moment reeds zijn huidige rechtlijnige structuur heeft. De weilanden in de vallei van de Wamp in het oosten en de vallei van de Rodeloop in het westen komen in het noorden ter hoogte van de priorij samen en in het zuiden ter hoogte van Kluis. Op deze manier vormen ze als het ware een ovaal rondom de drogere heidegronden ten zuiden van de priorij. Tot in het begin van de 20ste eeuw (cfr. MGI, 1909) herkennen we de Wamp als een sterk kronkelende waterloop; vandaag is hij rechtgetrokken. Het centrale gedeelte van de ankerplaats en een deel van de valleien van de Wamp en de Rodenloop kreeg haar huidige vorm door de landbouwactiviteiten in de 19de eeuw. Nog steeds ‘omhelzen’ de Wamp en de Rodenloop met bijhorende vallei dit landschap. Daarnaast is er het mooi bewaarde drevenpatroon, dat vertrekkend vanaf de priorij, naar de vier windrichtingen uitstraalt en zo de centrale ligging van de priorij benadrukt. Als resultaat verkrijgen we een esthetisch aantrekkelijk coulisselandschap. Ook op natuurwetenschappelijk gebied vertegenwoordigt deze ankerplaats een belangrijke waarde. Het valleigebied van de Rodeloop, waar men een typische beekdalvegetatie terugvindt, speelt hierin een cruciale rol. Een complex van natte hooilanden, vochtige heide en struweel, naast drogere plaatsen met naald- of loofhout zijn het resultaat van een variatie aan abiotische condities. Dankzij de diversiteit in structuur is dit gebied tevens zeer geschikt voor verschillende diersoorten: vooral vogels, maar ook zoogdieren, amfibieën, reptielen, en talrijke vlinders en libellen vinden hier geschikt habitat. De boscomplexen ten noordoosten van de priorij en deze langsheen de Wamp dragen eveneens bij tot de natuurwetenschappelijke waarde van de ankerplaats en hebben vooral voor de avifauna een belangrijke waarde. Met de aanleg van de autosnelweg E34 Antwerpen-Eindhoven werden het landschap en het drevenpatroon van de priorij van Corsendonk ruimtelijk doorsneden; de visuele relatie bleef gelukkig bewaard. Toch moet deze harde barrière doorheen het gebied worden aanzien als een onherstelbare landschapswonde. Verspreide atypische bewoning in het gebied moet ingepast blijven in het landschap, teneinde het karakter van het geheel niet te verstoren.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De natuurwetenschappelijke waarde van deze ankerplaats wordt in de eerste plaats bepaald door het valleigebied van de Rodeloop, waar men een typische beekdalvegetatie terugvindt. Een complex van natte hooilanden, vochtige heide en struweel, naast drogere plaatsen met naald- of loofhout zijn het resultaat van een variatie aan abiotische condities. De structuurdiversiteit van het gebied maakt het ook voor de fauna geschikt: de vogelrijkdom is zeer waardevol, maar ook zoogdieren, amfibieën, reptielen, en talrijke vlinders en libellen vinden hier geschikt habitat. De boscomplexen ten noordoosten van de priorij en deze langsheen de Wamp dragen eveneens bij tot de natuurwetenschappelijke waarde van de ankerplaats en hebben vooral voor de avifauna een belangrijke waarde.

Historische waarde

Archeologische sporen verwijzen naar een eerste, vermoedelijke nederzetting rond 1398. De tot vandaag ‘bewaarde’ , deels gerestoreerde of gereconstrueerde gebouwen van de voormalige priorij Corsendonk gaan echter terug tot de 16de - 17de eeuw. De priorijgebouwen met tuin, de Oude Corsendonkvijver (huidige eendenkom) en een deel van het drevenpatroon zijn reeds goed herkenbaar op de historische kaarten van Ferraris (1777). Ten noorden van de priorij ligt het molenhuis van de eertijds nabijgelegen molen, dat teruggaat tot het einde van de 18de eeuw. Het omliggende landschap, en met name de valleien van de Rodeloop en de Wamp, werd gevormd door de landbouwactiviteiten in de 19de eeuw. De opstrekkende perceelsstructuur langsheen de Rodeloop komt redelijk goed overeen met wat we vinden op de kaarten van het MGI uit het begin van de 20ste eeuw.

Esthetische waarde

De openheid van het centrale gedeelte, gedomineerd door de voormalige priorij, en de gesloten omgeving met de valleien van de Wamp en de Rodeloop doen een contrastrijk compartimentenlandschap ontstaan. Vanaf de priorij vetrekken een aantal indrukwekkende dreven die het zicht op de omgeving ‘filteren’.

Sociaal-culturele waarde

De voormalige priorij Corsendonk heeft doorheen de geschiedenis een belangrijke rol gespeeld in de religieuze geschiedenis van de streek.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Twee belangrijke structurerende elementen in dit landschap zijn de Rodeloop met vallei in het westen en de Wamp met vallei in het oosten. Gelegen langs de begrenzing, ‘omhelzen’ zij als het ware het landschap. Daarnaast is er het drevenpatroon, dat vertrekkend vanaf de priorij naar de vier windrichtingen uitstraalt en zo de centrale ligging van de priorij benadrukt.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
  • talud
Hydrografische Elementen:
  • waterloop
  • rivier
  • vallei

Rodeloop, Rooise Loop, Wamp

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • tuin
  • park

park en tuinen bij Priorij

Nederzettingspatronen:
  • gehucht

Corsendonk

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal
  • wagenhuis
Kerkelijk erfgoed:
  • kapel
  • klooster

Priorij Corsendonk + bijgebouwen

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • grachtenstelsel
  • stuw

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
Kunstmatige waters:
  • poel
  • vijver
Topografie:
  • opstrekkend
Historisch stabiel landgebruik:
  • heide
Bos:
  • naald
  • broek
  • struweel

Opmerkingen en knelpunten

Met de aanleg van de autostrade E34 Antwerpen-Eindhoven werden de omgeving van de priorij en de structuurbepalende dreven ruimtelijk doorsneden. Visueel kan nog wel de relatie worden gelegd tussen het noordelijke en zuidelijke deel. Verspreid doorheen de ankerplaats komen een aantal atypische woningen voor.