Ankerplaats ID: | A10040 |
---|
De ankerplaats ‘Hooidonkse Beemden en Zoerselbos’ is gelegen in de gemeente Zoersel in de Antwerpse Kempen. De begrenzing wordt gevormd door de autostrade E34 in het zuiden, de N14 Malle - Zandhoven in het oosten, de bewoning van Zoersel, de St.- Antoniusbaan en het gehucht Zoerselhoek in het noorden en noordwesten en de gehuchten Berkemei en Hooidonkeinde in het westen. Het Zoerselbos en de Hooidonkse Beemden betreft een mooi bewaard voorbeeld van een cultuurlandschap met een lange geschiedenis. De vroegste verwijzing naar het betreffende gebied gaat terug tot 1233, toen de toenmalige Hertog van Brabant het bos ‘Hoodonc’, zijnde de Voorste- en Achterste Hoeven, de Monnikenheide, de Schachtenheide, de Hooidonkse Beemden en het Hoog- en Laag Schriek), aan de abdij van Villers (later St. Bernaard) schonk om er een nieuw klooster op te richten. Hoe het landschap er op dat moment precies uitzag is niet geweten. Wel geweten is dat de abdij in het begin van de 14de eeuw begon met de uitbouw van een groot landbouwbedrijf vanuit de Grote of Achterste hoeve. Zo werden hooilanden aangelegd, werden gewonnen op de moerassige delen van het bos, wat ontstaan gaf aan de Hooidonkse en Kretse beemden. Het huidige uitzicht van de ankerplaats dateert uit de 18de eeuw en is het resultaat van het efficiënte beheer van de toenmalige opzichters van de abdij. Door het plaatsen van sluizen (eerst in hout, later vervangen door steen), verkreeg men een vloeibeemdensysteem waarbij het grootste deel van de beemden tijdens de winter onder water kon worden gezet teneinde de vruchtbaarheid ervan te verhogen. Tot vandaag vinden we in het landschap sporen van dit vroegere vloeibeemdensysteem. De beemden van Hooidonk hebben gedurende minstens 250 jaar als vloeibeemdensysteem gefunctioneerd en waren een unicum in een Kempische beekvallei. In het bos werden de heidegebieden stelselmatig beplant: eerst werden dreven en afwateringsgrachten aangelegd, waarop de pandsgewijze beplanting volgde. Tenslotte werden op enkele plaatsen visvijvers begraven die -ondanks hun korte bestaan- vandaag hun sporen achterlaten onder vorm van een rietvegetatie. Vandaag is het landschap dus een weergave van een oud agrarisch-economisch concept dat deels teruggaat tot de 18de eeuw en deels zoals het Hooidonkbos, het beemdensysteem en de landbouwexploitatie, zelfs tot in de Middeleeuwen. Deze ankerplaats betreft dan ook een bron van gegevens voor de land- en bosbouwgeschiedenis van de Antwerpse Kempen. Met het kasteel ‘Zoerselhof’, verschillende oude hoeves en een aantal kapellen, omvat deze ankerplaats tevens heel wat bouwkundig erfgoed. Het huidige ‘Zoerselhof’ is een classicistisch kasteel uit de 18de eeuw maar gaat in oorsprong terug tot de landbouwuitbating Hoodonc op het einde van de 13de eeuw. Het (klein) Boshuisje, voor het eerst vermeld in 1877, is bekend als bron van inspiratie voor ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience. De opvatting dat de Loteling er zelf gewoond zou hebben is fantasie, maar Conscience kwam wel degelijk verschillende keren op bezoek in het Boshuisje. Het landschap van het Zoerselbos en de Hooidonkse beemden is zeer divers en heeft, door het achterwegen blijven van de oude beheersvormen, de laatste decennia aan ‘natuurlijkheid’ gewonnen. De uitgestrektheid, de aanwezigheid van een afwisselend abiotisch milieu, alsook van spontane begroeiingen, tal van gradiënten en grenssituaties en het samen voorkomen van vele levensgemeenschappen in één groot gebied, resulteert in een gevarieerd en onvervangbaar ecosysteem. Naast de hoge floristische waarde, omvat deze ankerplaats eveneens belangrijke faunistische waarde, waarbij vooral de vlinders, vogels en zoogdieren (o.a. vleermuizen) goed vertegenwoordigd zijn. Het gebied heeft bovendien een boeiende geomorfologische geschiedenis met oude landduinen, humuspodsolen en alluvium als overblijvende elementen. De afwisseling van open en gesloten vegetaties en de talrijke aanwezigheid van landschapselementen en sporen van het oorspronkelijke landbouwgebruik, geven dit compartimentenlandschap een typisch karakter. De hoeves met een lange geschiedenis en de oude wegen en paden maken het beeld van een typisch oud-Kempisch landschap compleet.
De natuurwetenschappelijke waarde van dit divers landschap wordt bepaald door de uitgestrektheid van het gebied, de aanwezigheid van een afwisselend abiotisch milieu, alsook van spontane begroeiingen. Het gedifferentieerde milieu met tal van gradiënten en grenssituaties en het samen voorkomen van vele levensgemeenschappen in één groot gebied, resulteert in een gevarieerd, complex en daarom onvervangbaar ecosysteem. Het gebied heeft bovendien een boeiende geomorfologische geschiedenis met oude landduinen, humuspodsolen en alluvium als overblijvende elementen.
Het Zoerselbos en de Hooidonkse beemden betreft een mooi bewaard voorbeeld van een cultuurlandschap dat de weergave is van een oud agrarisch-economisch concept. Het uitzicht van het actuele landschap gaat immers terug tot de 18de eeuw, terwijl sommige relicten, zoals het Hooidonkbos, het beemdensysteem en de landbouwexploitatie, zelfs dateren uit de Middeleeuwen. Deze ankerplaats betreft dan ook een bron van gegevens voor de land- en bosbouwgeschiedenis van de Antwerpse Kempen. Met het kasteel ‘Zoerselhof’, verschillende oude hoeves en een aantal kapellen, omvat deze ankerplaats tevens heel wat bouwkundig erfgoed.
De uitgestrektheid van het gebied, afwisseling van open en gesloten vegetaties en de talrijke aanwezigheid van landschapselementen en sporen van het oorspronkelijke landbouwgebruik, geven dit compartimentenlandschap een typisch karakter. De hoeves met een lange geschiedenis en oude wegen en paden maken het beeld van een typisch oud-Kempisch landschap compleet.
Zoerselbos gaat terug op het bos Hooidonck dat in 1233 aan de abdij St.-Bernaard-in-oprichting werd gegeven en waar rond 1600 aan houtproductie werd gedaan en turf werd gestoken. Tussen 1400 en 1600 was Hooidonckbos bovendien een belangrijk leverancier van houtskool voor Antwerpen Het Boshuisje is bekend als bron van inspiratie voor ‘De Loteling’ van Hendrik Conscience. De opvatting dat de Loteling er zelf gewoond zou hebben is fantasie, maar Conscience kwam wel degelijk verschillende keren op bezoek in het Boshuisje.
Hooidonkse Beemden en Zoerselbos kan worden gekarakteriseerd als een uitgestrekt compartimentenlandschap, gevormd door de vegetatie die afwisselend laag en dan weer opgaand is. Tal van landschapselementen als bomenrijen, dreven en houtkanten zorgen voor een verdere cumulatieve filterwerking.
Tappelbeek, Risschotse Loop, Monnikenloop, Voorste Hoevenloop, Hulstenbeekje
kasteelpark
‘Zoerselhof’
voormalige provisorwoning
‘Boshof’ + bakhuisje, ‘Boshuisje’, Voorste Hoeven
typisch voorbeeld van Kempische zandwegen, Bosstraatje, Boshuisweg
‘Halse Sluis’, ‘Zoerselse Sluis’
deels historisch stabiel bos, heiderelicten
voormalige vloeibeemden
Knelpunten zijn de zandwinningput (E3-plas) en de verspreide atypische woningen. De bebouwing ter hoogte van Schriekbos vormt een onherstelbare landschapswonde en de verder verspreide bewoning is storend in het landschap. Een goede inpassing in het landschap van het complex Monnikenheide is ten zeerste gewenst. Bij de inrichting van infrastructuur in functie van het bezoekerscentrum tegenover ‘Het Boshuisje’ moet steeds rekening worden gehouden met de context van het landschap.