R12004: Zennevallei met haar beemden ten noorden van het Brussels Gewest

Verstoring: E19, spoorweg Brussel-Mechelen en Vilvoorde-Leuven.Grote zandwinningsputten (Broekhoven, Hazewinkel, Grote Vijver, Walem, Eglegemvijver); E19, N16, A1 en bijhorende verkeerswisselaars versnijden het gebied; verstedelijkt gebied van Mechelen is valleigebied van Zenne-Dijle diep ingedrongen.

Herkenbaarheid: 2

Samenhang: 1

Gaafheid: 1

Wetenschappelijke waarde:

Nog tot voorbij Zemst getijdenwerking. In de buurt van Het Dorent-Nelebroek is er nog een waardevolle weidevogel gebied. Deze weidevogelgebieden zijn in Midden-België veelal verdwenen door populieraanplantingen. In het Dorent-Nelebroek ligt het laatste onaangetast meandercomplex (geomorfologisch en biologisch belang !)van de Zenne.Zennegat-Battenbroek tussen Zenne en Dijle (fase III en IV): kleinschalig rivierenlandschap; geomorfologische relicten van meanders

Historische waarde:

Roosbroeken- Steenhoeve- Steenkasteel- Barrebeek- Broekgracht: Het landschap is sinds Ferraris weinig gewijzigd, er werden enkel percelen weide en akker omgezet in bos.Klein Willebroek: bosje nabij dorpskern is relatief gaaf en zelfs uitgebreid (cf. MGI). Een deel van de natte weiden werden omgezet in populieraanplantingen. Houtem: de perceelsrandbegroeiing is nog voor een groot deel bewaard zoals ten tijde van Ferraris, wel lintbebouwing rondom. Zenne tussen Weerde en Houtem: wegennet duidelijk gewijzigd de laatstse 50 jaar. De perceelsvormen en een deel van de perceelsrandbegroeiing zijn bewaard. Hofstade Broek: pas na Van der Maelen werd er begonnen met bebossing, na 1900 zette de bebossing zich verder. Het deel ten noorden van de spoorweg is het meest representatief voor de situatie ten tijde van Ferraris. Daar zijn de perceelsrandbegroeiing en -vormen behouden gebleven. Binnen het gebied is er een deel met een open landschap en een deel met gesloten landschap. Donk - Omgeving van Kasteel van Relegem: Aan de oevers van de Zenne is het landschap open geworden t.g.v.de rechttrekking van de Zenne na Van der Maelen. Ter hoogte van De Mot zij nog restanten van afgesneden meanders te zien. Barebeek (Hofstade): In het alluvium zijn nog restanten van de perceelsrandbegroeiing, het bodemgebruik is niet gewijzigd. Ambrooskasteel geïsoleerd geraakt van de rest van de beemden door de verkaveling.

Esthetische waarde:

Vallei met nog verrassend mooie plekken.Een aaneensluitend en hoofdzakelijk gesloten polderlandschap met mooie kasteeldomeinen, maar versnipperd door infrastructuren en andere verstedelijkingselementen. Oude Dijlearm in Zennegat-Battenbroek (fase I): representatief voor karakteristieke landschap dat ontstaat rond afgesneden meanders (evolutie tot vijvergebied en moerasvorming). Thiebroek in Zennegat-Battenbroek (fase II): gevarieerd rivierlandschap door kleinschalige, afwisselende (open en gesloten) begroeiing. Zennegat-Battenbroek tussen Zenne en Dijle (fase III en IV): afwisseling van bossen met kleinschalige landbouwactiviteiten en gevarieerdheid van het landschap door kleinschalige, afwisselende (open en gesloten) begroeiingen; geheel niet ontsierd door storende visuele elementen.

Beleidswenselijkheden:

Vrijwaren van verdere vernietiging van deze laatste Zennenbeemden en heraanplanting en onderhoud van de perceelsrandbegroeiing gekoppeld aan een opwaardering van de natuurlijke potenties van deze beemden.Behoud gesloten polderlandschap en kasteeldomeinen; vrijwaren van verdere versnijding door infrastructuren of vernsippering door bebouwing.