Brakwaterschorren langsheen de Schelde ten noorden van Antwerpen

Ankerplaats ID:A14001

Omschrijving

Deze ankerplaats betreft het schorrengebied (Galgenschoor, Groot Buitenschoor en Schorren van Doel) langsheen beide oevers van de Schelde ten noorden van Antwerpen tussen de grens met Nederland en het voormalige polderdorp Lillo. Daarnaast werd eveneens een gedeelte van het historische polderdorp Doel, alsook de Prosperpolder en Prosperdorp opgenomen. Het gebied wordt langs de oostkant ingesloten door industrie en haveninfrastructuur; de zuidgrens wordt gevormd door de Liefkenshoektunnel. Het betreft de relicten van een uitgebreid en ingewikkeld stelsel van ‘buitendijkse gronden’ die de mens doorheen de geschiedenis met wisselende kansen steeds opnieuw heeft ingedijkt en omgezet naar vruchtbare cultuurgronden. Op de kaarten van Ferraris (1777) en Vandermaelen (1850) herkennen we de ankerplaats als een ingewikkeld rivieren- en geulenstelsel dat de toenmalige Westerschelde verbond met de huidige Oosterschelde. In en rond het gebied kwamen slikken, schorren en moerassen tot ontwikkeling, die op de hoger gelegen gronden onderbroken werden door kleine bewoningskernen. Rond 1870 werd echter een verbinding tot stand gebracht tussen Zuid-Beveland (NL) en het vasteland, waardoor de natuurlijke verbinding tussen de Wester- en Oosterschelde verdween. Latere inpolderingen hadden een bijkomend verlies van slikke- en schorrengebied tot gevolg. De vandaag resterende schorrengebieden zijn vroeger in cultuur geweest o.v.v. intensieve begrazing. De hier en daar nog aanwezige greppelpatronen vormen een historisch restant van deze beheersvorm. Verschillende dijkstructuren in het gebied kennen eveneens reeds een lange geschiedenis. Deze brakwaterslikken en schorren betreffen een onvervangbaar landschap- en vegetatietype gezien hun zeer specifieke milieuomstandigheden en trage ontwikkelingsproces. In vergelijking met andere deelgebieden, was de menselijke invloed op de slikken en schorren doorheen de geschiedenis klein en beperkte die zich tot extensieve beweiding en maaien of snijden van de vegetatie. Bovendien staan zij onder invloed van het getijdenregime van de schelde -met regelmatige overstromingen tot gevolg- en daarmee ook van het nagenoeg natuurlijke sedimentatie- erosie proces. Omwille hiervan vertonen deze buitendijkse gebieden nog een hoge graad van natuurlijkheid. De overgang van de rivier naar de slikken en verder naar de hogere schorren en dijken vormt nog een mooie chorosequentie en geeft ontstaan aan een zeer gradiëntenrijk landschap met een gevarieerde flora die op nationaal niveau zeldzaam is. Deze waterrijke en open gebieden zijn bovendien belangrijke rui-, foerageer-, rust-, en broedgelegenheden voor watervogels en worden hiervoor op internationaal niveau erkend. Tijdens de Tachtigjarige oorlog liet Willem van Oranje, ter verdediging van Antwerpen, in 1578-1582 de tweelingforten Lillo en Liefkenshoek bouwen. Door de strategische ligging aan de Schelde en de tactiek van kunstmatige overstromingen was Lillofort tijdens het Ancien Régime een belangrijke en vaak belegerde vesting met militaire controle over de scheepvaart. De forten werden in de loop der tijden dikwijls aangepast aan de evoluerende krijgskunde. In 1894 werden de, voor de verdediging van Antwerpen waardeloos geworden, forten van Lillo en Liefkenshoek buiten militair gebruik gesteld. In fort Lillo komt nu particuliere bewoning en horeca voor; fort Liefkenshoek is weinig veranderd, maar verkeert in een vervallen staat. Het polderdorp Doel dankt zijn ontstaan aan de indijkingen van de Schelde, die in 1260 begonnen. Het betreft een zeldzaam voorbeeld van urbanisatie: de geometrische aanleg werd in 1612 vastgelegd en is sindsdien niet meer gewijzigd. Daarnaast omvat het bouwkundig erfgoed en speelde het doorheen de geschiedenis als herkennings- en aanlegpunt aan de Schelde ook een sociaal-culturele rol. De Zeedijkwindmolen van doel dateert uit 1614 en betreft waarschijnlijk 1 van de oudste stenen molens van Vlaanderen. De neoclassicistische kerk gaat terug tot de 2de helft van de 19de eeuw. Het kerkpleintje ervoor is beboomd met een dreef van lindenbomen en men vindt er een oorlogsgedenkteken en de oude dorpspomp. De Prosperpolder werd in 1846 ingedijkt en drooggelegd door de hertogen van Arenberg. Prosperdorp herbergt nog heel wat bouwkundig erfgoed. Zo gaat de parochiekerk St.-Engelbertus, een monumentale neogotische kerk, terug tot 1910-1911; ook de pastorie werd in 1910 opgetrokken. De ‘Antoniushoeve’, het ‘Groothof’, alsook de ‘Prosperhoeve’ gaan allen terug tot de eerste helft van de 20ste eeuw. Ook te vermelden is de voormalige St. - Michielsschool, die in 1924 werd gebouwd, doch in 1975 bij gebrek aan leerlingen werd gesloten. De openheid en natuurlijkheid van het gehele gebied resulteert in een esthetisch waardevolle ‘groene’ enclave, binnen de industrie en infrastructuur van de Antwerpse Haven. Het polderdorp doel is een zeldzaam en historisch waardevol restant van de oude, kleine bewoningskernen langsheen de Schelde.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De slikken en schorren langsheen de schelde betreffen een onvervangbaar landschap- en vegetatietype gezien hun zeer specifieke milieuomstandigheden en trage ontwikkelingsproces. In vergelijking met andere deelgebieden, was de menselijke invloed op slikken en schorren doorheen de geschiedenis klein en beperkte die zich tot extensieve beweiding en maaien of snijden van de vegetatie. Bovendien staan zijn onder invloed van het getijdenregime van de schelde -met regelmatige overstromingen tot gevolg- en daarmee ook van het nagenoeg natuurlijke sedimentatie- erosie proces. Omwille hiervan vertonen de buitendijkse gebieden vaak nog een hoge graad van natuurlijkheid. Daar de hoeveelheid zoet water dat de Schelde zeewaarts voert ver beneden het volume zout water ligt, hebben we hier te maken met brakwaterschorren, gekenmerkt door een zeer typische vegetatie. De overgang van de rivier naar de slikken en verder naar de hogere schorren en dijken, geeft ontstaan aan een zeer gradiëntenrijk landschap met een gevarieerde flora die op nationaal niveau zeldzaam is. Deze waterrijke en open gebieden zijn bovendien belangrijke rui-, foerageer-, rust-, en broedgelegenheden voor watervogels en worden hiervoor op internationaal niveau erkend.

Historische waarde

De slikken en schorren die we hier vandaag nog vinden zijn een restant van een oorspronkelijk zeer uitgebreid en ingewikkeld stelsel van buitendijkse gronden zoals aangegeven op de historische kaarten van Ferraris en Vandermaelen. De schorrengebieden zijn vroeger in cultuur geweest o.v.v. intensieve begrazing. Het nu nog aanwezige greppelpatroon is een historisch restant van deze beheersvorm. Verschillende dijkstructuren in het gebied kennen eveneens reeds een lange geschiedenis. Vanwege de tijd die een schorre nodig heeft om van haar beginstadium tot een volledige natuurlijke ontwikkeling te evolueren (50 tot 100 jaar) kan worden gesteld dat dit landschapstype zeer moeilijk vervangbaar is en daarom een hoge historische waarde vertegenwoordigt. Ook de forten van Lillo en Liefkenshoek zijn duidelijk op de historische kaarten te herkennen. Ze vinden hun oorsprong immers reeds tijdens de Tachtigjarige Oorlog, toen Willem van Oranje, ter verdediging van Antwerpen, in 1578-1582 de tweelingforten liet optrekken. De Prosperpolder werd op het water veroverd en ingedijkt in 1846. Het dorp herbergt nog heel wat bouwkundig erfgoed. We vermelden de ‘Prosperhoeve’, het ‘Groothof’, de pastorie en de parochiekerk St.- Engelbertus. Het dorp Doel is een zeldzaam voorbeeld van urbanisatie: in 1614 werd heel de geometrische aanleg op kaart vastgelegd en sindsdien is er niets meer veranderd. Daarnaast omvat het ook bouwkundig erfgoed: zo dateert de Zeedijkwindmolen van 1614 en gaat de neoclassicistische kerk terug tot de 2de helft van de 19de eeuw.

Esthetische waarde

De restanten goed bewaarde slikken en schorren vormen samen met de forten een geheel dat de geschiedenis en functie van dit rivierlandschap weerspiegelt. De openheid van dit type landschap laat weidse, panoramische zichten toe, die jammer genoeg door de omgevende industrie in een aantal richtingen worden beperkt.

Sociaal-culturele waarde

Het polderdorp Doel heeft reeds een lange geschiedenis achter de rug als herkenningspunt langs de Schelde. De naar Antwerpen komende schepen moesten in het verleden, na hun zeereis, in de haven van doel een quarantaine van 3 dagen doormaken.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De slikken en schorren vormen, samen met de goed bewaarde forten van Lillo en Liefkenshoek, kleine enclaves van open en waterrijke gebieden met historische waarde tussen de opgespoten gronden en industriële infrastructuur van de Antwerpse Haven. De polders, die Prosperder omgeven, worden doorsneden door kaarsrechte dreven. Samen met het achterliggende poldergebied en de polderdorpen vormt de aaneenschakeling van rivier naar slikken, schorren en dijk een mooie chorosequentie van een in cultuur gebracht rivierlandschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf
Macroreliëf:
  • macroreliëf
  • steilrand
  • markante terreinovergang
Hydrografische Elementen:
  • rivier
  • kreek

de Schelde

Moerassige gronden:
  • rietland

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Nederzettingspatronen:
  • gehucht

Prosperdorp

Bouwkundig erfgoed:
  • (heren)woning

Enkele karakteristieke woningen te Lillofort.

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur

Anoniushoeve, Prosperhoeve

Molens:
  • windmolen
Militair erfgoed:
  • fort

Fort Lillo, Fort Liefkenshoek

Kerkelijk erfgoed:
  • kerk
  • kapel
  • pastorie

St. -Engelbertus

Klein historisch erfgoed:
  • gedenkteken
  • grenspaal

dorpspomp

Archeologische elementen:

préhistorische werktuigen

Elementen van transport en infrastructuur

Waterbouwkundige infrastructuur:
  • dijk

Andere:

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • solitaire boom

aanplantingen Lillofort

Lijnvormige elementen:
  • bomenrij

aanplantingen Lillofort

Topografie:
  • historisch stabiel
Bos:
  • loof
Bijzondere waterhuishouding:
  • polder
  • uiterwaarden
  • buitendijks

Prosperpolder

Andere:

Opmerkingen en knelpunten

De oprukkende haveninfrastructuur vormt een sterke bedreiging voor de overblijvende brakwaterslikke en -schorre ten noorden van Antwerpen, alsook voor het voortbestaan van het polderdorp Doel. De vervuiling van het Scheldewater heeft een negatieve invloed op de vegetatie van deze buitendijkse gebieden.