Oostdonk

Ankerplaats ID:A40058

Omschrijving

Oostdonk ligt in het westelijke deel van de Moervaartdepressie, ten zuiden van Wachtebeke. De ankerplaats wordt min of meer door de Moervaart en Zuidlede begrensd. Het akkerland situeert zich voornamelijk op de donk, die wat hoger dan de omgeving ligt. De overerige gebieden liggen onder weiden en rond de moervaart nog wat meersgebied. Er komen ook enkele percelen bos voor. Dit vormt een gecompartimenteerd landschap. De depressie van Moervaart kan geologisch gesitueerd worden in het centrale gedeelte van de Vlaamse Vallei, een glaciale erosievallei zit zich tijdens het Oud- en Midden- Pleistoceen gevormd heeft. Tijdens het Laatglaciaal (ca. 13000- 10000 BP) waaide het zand in een complexe dekzandrug structuur, die tussen Maldegem en Stekene dwars door de Vlaamse Vallei liep. Door deze dekzandrug werd de hydrografisch afvoer van het rivierstelsel naar het noorden afgedamd en onstond aan de zuidzijde een moerassige zone, de ‘Grote Moervaartdepressie’. Tevens boog het hydrografische hoofdnet zich hierdoor af in oostelijke richting. De Zuidlede en de Moervaart maken deel uit van een groter complex ‘de Moervaart- of Durmedepressie’. De Moervaartvallei is een vlakke, tot 2.5 km brede depressie met een hoogteligging tussen 3 à 4 m O.P. De noordkant van de Moervaartvallei loopt steil af met een plots hoogteverschil van 2 m, terwijl de zuidrand heel geleidelijk oploopt naar de volgende morfologische eenheid, nl. het “ruggencomplex van Zeveneken”. Voor zover bekend, is de Moervaartdepressie de grootste tardiglaciale plas in zijn soort geweest in de Nederlanden. In het diepste gedeelte, 1,60m tot 2m, langs de Grote Rug, begon de afzetting van veen en gyttja reeds in het vroegste Laatglaciaal. In het overgrote deel van de Moervaartdepressie echter, bevindt de basis van de veen-gyttjalaag zich slechts op een diepte variërend tussen 1,20m en 70 cm. Overal vangt de afzetting aan met een veenlaag, wat doet veronderstellen dat, onder invloed van een stijgende waterspiegel, een steeds grotere oppervlakte van de depressie vervochtigde en in een moeras werd omgevormd. Voortgaande op het peil van de basis, heeft deze algemene moerasvorming plaats gehad tijdens het Laatglaciaal. Tijdens een deel van het Laatglaciaal moet er een ondiep meer geweest zijn waarin over de gehele oppervlakte een zuivere kalk- gyttjalaag tot ontwikkeling kwam. Hydrografisch behoort de Moervaardepressie tot het Moervaart- Durmebekken. Het hydrografische net ontwatert kunstmatig via de Moervaart en Zuidlede, deze waterlopen zijn oost-west gericht. Deze twee waterlopen behoren tot een groter hydrografisch net. Oorspronkelijk was wat men nu de Poekebeek en Oude Kale noemt ooit de bovenloop van de Durme. Via de Zuidlede en de Moervaart waren ze met elkaar verbonden. Deze lange rivier werd door het graven van kanalen in stukken verdeeld. De Zuidlede werd reeds in 694 vermeld. Deze zuidelijke aftakking van de Durme werd in 1379 rechtgetrokken en in 1412 uitgediept. De Moervaart, de noordelijke aftakking van de Durme, werd in 1531 rechtgetrokken. De Moervaart, Zuidlede en andere waterlopen waren onder meer van belang voor het vervoer van turf en brandhout en landbouwproducten naar Gent. De exploitatie van veen- of turfgronden was de voornaamste activiteit van Moerbeke in de Middeleeuwen. De toestand op Ferraris (ca.1775): er waren enkele percelen akkerland op de donk. Deze waren met perceelsranden afgeboord. De donk is gelegen tussen meersen en enkele kleine percelen bos. Het ‘Groot Hof’ staat reeds op de kaart. De Zuidlede en Moervaart zijn met een bomenrij afgeboord. Tevens lopen enkele dreven door het gebied. Op de kaart van Vandermaelen (1851) is het akkerland rond de donk uitgebreid. Ook de bospercelen hebben aan oppervlakte gewonnen. Er is op een klein donkje, meer oostwaarts, een vestiging bijgekomen. Er is een omwalling te zien met toponiem ‘Anc Ferme’. De brug over de Zuidlede is als ‘Pont de Mendonck’ benoemd. Er is ook een windmolen getekend ‘Westmeerschmolen’. Op de kaart MGI 1/20,000 (1950) is de toestand weinig gewijzigd. De molen wordt als ‘oude molen’ aangeduid. Het landschapsbeeld in verder identiek gebleven. Op de huidige topografische kaart staat nog één huis ingetekend langs de centrale baan. Verder is het landschap ongewijzigd. De Oostdonkstraat is een recht tracé in een ongerepte omgeving, ingesloten door de Moervaart en Zuidlede. De ‘Grote Hofstede’ of ‘Groothof’, aan de Oostdonkstraat gelegen, is een hoevecomplex met traditionele kern maar het huidige uitzicht dateert van begin de 19e eeuw. Er is een getrapte dakkapel aanwezig. Langs weerszijden van het huis is er een dwarsschuur. Aan de straatkant staat een oude Hollandse Linde met een opgespijkerd bordje dat een ouderdom van 420 jaar aangeeft.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

De Moervaartdepressie is ontstaan na het afsluiten van de Vlaamse Vallei met een dekzandrug. Er ontstonden grote meren, op de bodem werd moeraskalk (gyttja) gevormd. Oostdonk is een zandige opduiking in de Moervaartdepressie. Deze ligt juist ten oosten van de splitsing van de Moervaart en de Zuidlede.

Historische waarde

De toestand op Ferraris (1775): enkele percelen akkerland op de donk. Deze waren met perceelsranden afgeboord. De donk is gelegen tussen meersen en enkele kleine percelen bos. Het ‘Groot Hof’ staat reeds op de kaart. De Zuidlede en Moervaart zijn met een bomenrij afgeboord. Tevens lopen enkele dreven door het gebied.Op de kaart van Vandermaelen (1851) is het akkerland rond de donk uitgebreid. Ook de bospercelen hebben aan oppervlakte gewonnen. Er is op een klein donkje, meer oostwaarts, een vestiging bijgekomen. Er is een omwalling te zien met toponiem ‘Anc Ferme’. De brug over de Zuidlede is als ‘Pont de Mendonck’ benoemd. Er is ook een windmolen getekend ‘Westmeerschmolen’. Op de kaart MGI 1/20,000 (1950) is de toestand weinig gewijzigd. De molen wordt als ‘oude molen’ aangeduid. Het landschapsbeeld in verder identiek gebleven. Op de huidige topografische kaart staat nog één huis ingetekend langs de centrale baan en wordt de molen niet meer vermeld. Verder is het landschap ongewijzigd.

Esthetische waarde

Het betreft hier een vrij open landschap met bomenrij langs de centrale baan, enkele percelen bos en grote percelen weiland en akkerland. Het akkerland is voornamelijk op de lichte verhevenheid, de donk, gesitueerd. De centrale baan is visuele blikvanger op de orthofoto en in het landschap.

Ruimtelijk-structurerende waarde

Dit is het westelijke deel van de Moervaartdepressie. De ankerplaats wordt min of meer door de Moervaart en Zuidlede begrensd. Het akkerland situeert zich voornamelijk op de donk, die wat hoger dan de omgeving ligt. De overerige gebieden liggen onder weiden en rond de moervaart nog wat meersgebied. Er komen ook enkele percelen bos voor. Dit vormt een gecompartimenteerd landschap.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Microreliëf:
  • microreliëf

donk (Oostdonk)

Macroreliëf: Hydrografische Elementen:

  • waterloop
  • rivier
  • beek
  • vallei
  • meander

Zuidlede en Moervaart, Hoofdgeleed, depressie

Moerassige gronden:
  • moeras
  • veen

Geologie:

Vlaamse Vallei

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • hof

Groot Hof

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve
  • schuur
  • stal

Groothof of Grote Hofstede

Elementen van transport en infrastructuur

Wegenis:
  • weg
  • pad
Waterbouwkundige infrastructuur:
  • brug

brug over Zuidlede

Elementen en patronen van landgebruik

Puntvormige elementen:
  • bomengroep
  • solitaire boom
Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • houtkant
  • hagen
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Topografie:
  • onregelmatig
Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
Bos:
  • naald
  • loof
  • hooghout

Bijzondere waterhuishouding:

Moervaartdepressie

Andere:

Opmerkingen en knelpunten

Langs de Moervaart bevindt zich een opgespoten terrein. Er is een deel van de weiden gescheurd. Naast de grote weg bevindt zich een nieuwe bebouwing.