Rijkevelde

Ankerplaats ID:A30020

Omschrijving

Deze ankerplaats ligt in de driehoek gevormd door St-Kruis (gem. Brugge), Assebroek (gem. Brugge), en Sijsele (gem. Damme), met een zuidelijke uitloper tot de vallei van de Bergbeek (ten noorden van Oedelemberg). De Loweiden en omgeving liggen in de gemeente Beernem. Deze ankerplaats ligt op de Pleistocene dekzandrug van Gistel-Stekene- Maldegem-Verrebroek. Door de arme zandgrond was dit gebied tot de 18e eeuw een veldgebied dat dienst deed als gemeenschappelijke graasgrond met heidevegetatie en verpreid een vijver. In de 18e eeuw en begin van de 19e eeuw werden deze minder goeie landbouwgronden, onder impuls van de Oostenrijkers, aanvankelijk met loofbomen bebost, later met naaldbomen. Het landschap wordt gestructureerd door het reliëf en de hydrografie: centraal in de ankerplaats loopt de Meersbeek van Sijsele in west-zuidwestelijke richting. Aan deze beek en zijn vallei hangt het wegenpatroon, de bebouwing en het landgebruik vast. De wegen en dreven lopen hetzij loodrecht hetzij parallel aan deze beek, en zijn smal en vaak onverhard. De Meersbeek heeft een begeleidende bomenrij. Dit draagt allemaal bij aan de esthetische waarde van het gebied. In de vallei treft men vooral weiland aan soms nog omzoomd met knotbomenrijen en andere perceelsrand- begroeiing. Buiten de vallei staat vooral bos met verspreid erin een landbouwperceel of bebouwd perceel. Ze bestaan vooral uit loofbomen, met naaldbomen ertussen, én soms zijn het hakhoutbossen. De dreven lopen door in de bossen. In het noorden van de ankerplaats rond Doolhof is het eerder de loop van de Maleleie die het landschap structureert. Hier zijn de knotbomenrijen langs weilandpercelen nog zeer gaaf. De Loweiden zijn een complex van voornamelijk weilanden en in mindere mate akkerlanden met een zeer kleinschalige percelering die historisch vrij stabiel is. De geometrische perceelsstructuur wordt geaccentueerd door de vrij gave (knot)bomenrijen. Deze historisch permanente graslanden hebben tevens een grote floristische en faunistische waarde. Dit complex wordt ruimtelijk geïsoleerd van de omgeving door een opgaande bomenrij langs de begrenzende wegen en langs de rand. De eigendomsstructuur van de percelen is eveneens goed bewaard gebleven. De bebouwing (o.a. de beide kastelen) bevindt zich vooral aan de rand van de vallei op hoger gelegen gronden. Het Rijkevelde kasteel, daterend van 1920, heeft een zeer lange toegangsdreef met kasseien die noord-zuid loopt. Het kasteel zelf is omringd door bossen en heeft achteraan een vijver. Ten zuidwesten van het kasteel liggen de hoevegebouwen die bij het kasteel horen. Momenteel is het Europacentrum een plaats waar men blinden helpt om de natuur te beleven. Het kasteel Ten Torre heeft ook een toegangsdreef en wordt omgeven door een waterpartij. Het domein was vroeger een jachtgebied voor het Franse hof waar o.a. een jachtpaviljoen stond. Vanuit de omgeving heeft men vista’s naar het kasteel en de aanpalende hofgebouwen. Dit kasteel is niet omringd door boscomplexen maar eerder door een park met compartimentering van de ruimte. Ten westen van kasteel Ten Torre ligt Hoeve Ter Leiden die omringd is door een walgracht en vrij gaaf bewaard is. De walgracht wordt geaccentueerd door begeleidende bomenrijen. Beide kastelen zijn gaaf bewaard en in vrij goeie staat. In de noordwestelijke uithoek ligt een klein natuurreservaat (de Schobbejakshoogte) dat begrensd wordt door een deel van de oude spoorlijn tussen Brugge en Maldegem waarop heischrale vegetatie voorkomt door de drogere condities. De spoorlijn wordt geaccentueerd door een bomenrij en de struikbegroeiing. De Schobbejakshoogte zelf heeft een rijkdom aan vochtminnende heidevegetatie die zeer vochtige condities verdraagt. Het bevindt zich op een vroegere stuifzandhoogte. Ook ten noordwesten van kasteel Ten Torre liggen enkele percelen met hakhout en heidevegetatie. In het zuidoosten loopt de dekzandrug over in Oedelemberg wat landschappelijk ook tot uiting komt. Het landschap wordt veel opener zonder perceelsrandbegroeiing en dreven; men treft er meer bebouwing (vnl. landbouwbedrijven) aan. Van hieruit heeft men een zicht op de noordelijke flank van Oedelemberg. In het zuiden van de ankerplaats ligt het Land- en Tuinbouwinstituut Maandagse dat zich op de overgang tussen dekzandrug en de achterliggende Assebroekse Meersen bevindt. Het is belangrijk dat de visuele verbinding tussen beide ankerplaatsen, namelijk de graduele terreinovergang, behouden blijft. In het noorden sluit deze ankerplaats aan die van Maleveld en bossen van Male. Beide ankerplaatsen zijn vroegere veldgebieden op de dekzandrug die later bebost werden. Ze verschillen echter in cultuurhistorisch oogpunt in bebouwing en ook in landgebruik omdat het Maleveld niet bebost werd. Het landschap heeft een half open karkater door de afwisseling van gesloten boscomplexen en half open weilandpercelen.

Landschapswaarden

Wetenschappelijke waarde

Deze ankerplaats ligt op de Pleistocene dekzandrug van Gistel-Maldegem-Stekene-Verrebroek; de zandgrond vormde de basis voor de ontwikkeling tot veldgebied. De aanwezigheid van heischrale en heidevegetatie getuigt van het vroegere veldgebied, waarbij de graduele verandering van de vochtigheidsomstandigheden zorgt voor een rijdkom aan soorten(o.a. het natuursreservaat de Schobbejakshoogte). De Loweiden hebben door hun permanent historisch graslandgebruik een waardevolle en rijke graslandflora.

Historische waarde

Het gebied vormde tot de 18e eeuw een veldgebied dat later ontgonnen werd volgens een geometrisch percelerings- en wegenpatroon. Dit patroon is goed bewaard gebleven en wordt geaccentueerd door de dreven. Ook de bosaanplantingen vormen restanten van deze grootschalige ontginning. De beide kastelen vormen door hun gaafheid, door hun relatie met de fysische omgeving en door de inplanting in bos(park) waardevol historisch erfgoed. De gave kleinschalige percelering, het historisch graslandgebruik en de specifieke eigendomstoestand bepalen de historische waarde van de Loweiden.

Esthetische waarde

De landschapsstructurerende Meersbeek wordt geaccentueerd door de begeleidende bomenrij langs haar loop en door de aangrenzende weilanden in de vallei. Het landschap in de vallei contrasteert door een verschillende openheid sterk met het omringende beboste landschap buiten de vallei. De goed bewaarde drevenstructuur zorgt voor een samenhang tussen de boscomplexen en de meer open valleien. De kastelen en bijhorende gebouwen hebben een grote esthetische waarde door hun gaafheid en de inpassing in bos(park). De Loweiden vormen door de omringende bomenrij en door het overwegend graslandgebruik een landschappelijke entiteit op zich waarbij hun kleinschalige percelering visueel benadrukt wordt door knotbomenrijen. Ten noorden van het bos van Rijkevelde liggen een weilandcomplex met een zeer gave knotbomenrijen en perceelsrandbegroeiing.

Ruimtelijk-structurerende waarde

De oost-west-oriëntatie van de stuifzandrug en vooral de loop van de Meersbeek structureren het landschap in grote mate omdat het percelerings- en wegenpatroon eraan vasthangen.

Landschapselementen en opbouwende onderdelen

Geomorfologie/hydrografie

Macroreliëf:
  • landduin

dekzandrug Gistel- Maldegem-Stekene-Verrebroek

Hydrografische Elementen:
  • beek

Meersbeek en Maleleie

Elementen van bouwkundig erfgoed, nederzettingen en archeologie

Koeren en hovingen:
  • park

park bij beide kasteeldomeinen

Kastelen, landgoederen en aanhorigheden:
  • kasteel
  • toren
  • kasteelgracht

Welke geboouwen nog?

Landbouwkundig erfgoed:
  • hoeve

hoeve Ter Leiden

Elementen van transport en infrastructuur

Spoorweg:
  • verlaten spoorweg

in noordwesten: tramlijn Brugge-Maldegem

Elementen en patronen van landgebruik

Lijnvormige elementen:
  • dreef
  • bomenrij
  • knotbomenrij
  • perceelsrandbegroeiing
Topografie:
  • historisch stabiel

in loweiden zeer kleine graslandpercelen die zeer goed bewaard zijn gebleven

Historisch stabiel landgebruik:
  • permanent grasland
  • meersen

loweiden; meersen bij Meersbeek

Bos:
  • naald
  • loof
  • hakhout

Opmerkingen en knelpunten

Bijna de gehele ankerplaats wordt bedreigd door de oprukkende bebouwing waarbij lintbebouwing voor een scherpe isolering zorgt. De landbouwbedrijven in de zuidoostelijke hoek is van weinig landschappelijk belang. Het gebied rond Land- en tuinbouwinstituut Maandagse vormt de verbinding met het achterliggende Meersengebied wat gevrijwaard dient te worden. De vele recente uitbreidingen van dit instituut komen vaak storend over in het landschap. De bossen ten westen van kasteel Rijkevelde zijn militair domein met enkele loodsen die echter nauwelijks opvallen.